Ke Riema | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Ke Riema in 1960 | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Maria Johanna Irma Wuyts | |||
Geboren | 3 augustus1914 | |||
Overleden | 29 november2013 | |||
Land | ![]() | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1940-2013 | |||
Genre(s) | Onder meerfilmscenario's,cabaret | |||
Beroep | Schrijfster van onder meer teksten voor liedjes en cabaret | |||
(en)Discogs-profiel (en)IMDb-profiel (en)MusicBrainz-profiel | ||||
|
Ke Riema, geboren alsMaria Johanna Irma Wuyts (Mortsel,3 augustus1914 –Antwerpen,29 november2013), was eenVlaamstekstschrijver. Riema schreef vooral liedjesteksten maar ook teksten ensketches voormusic-hall,revues,cabaret,toneelstukjes enfilmscenario's, zowel in het Nederlands als in hetFrans enEngels. Daarnaast was zetalentscout.
Riema werd geboren toen deEerste Wereldoorlog net was uitgebroken, als enig kind van Albert Wuyts en Irma Van Aalst. Net als vele landgenoten vluchtte het gezin naar Nederland, waar zij achtereenvolgens in Roosendaal, Den Haag, Maastricht en Rotterdam woonden. Daar maakte ze als jong meisje voor het eerst kennis met revues en cabaret. Ze groeide vanaf 1930 verder op in Antwerpen, in een 'open huis' waar kunstenaars, zowel schrijvers als schilders en beeldhouwers, vaak over de vloer kwamen. Ze volgde Franstalig onderwijs bij 'Les filles de Marie -Paridaens', destijds een gerenommeerde meisjesschool in de St.Jozefstraat te Antwerpen en volgde ook op jonge leeftijd al taalcursussen Engels.
Riema begon tijdens deTweede Wereldoorlog met vertaalwerk, maar schreef al snel haar eigen teksten. Tijdens de jaren veertig van de20e eeuw had Riema het eerste officiële contact met de Vlaamse amusementswereld en schreef ze de eerste liedjestekst met componist Jef De Winter (1946-1947). Ze werd lid vanSABAM in 1949. Tijdens de jaren vijftig maakte ze kennis met onder meerYvonne Verbeeck (1950) en schreef ze teksten, sketches en toneelstukjes voor onder meer hetHacienda Theater teAntwerpen, voor het cabaretCyrano (1952) en maakte ze de tekst vanHet regent in de straten, dat werd uitgevoerd doorWill Ferdy in de Minard Schouwburg te Gent (1953). Dit liedje werd het allereersteLiedje van de week opStudio Gent, gepresenteerd door Jerome De Pauw. Hierna maakte ze revues met onder meerThe Woodpeckers,Jef Cassiers,Robert Marcel,Jos Gevers, Marius Mac Phail,Yvonne Lex enAnton Peters. Enkele voorbeelden uit deze tijd zijn de Commediantenrevue in de K.V.S. te Brussel in 1954-1955, de revues in het Alhambra Theater te Brussel, het CabaretFolies in Antwerpen met onder meerCaroussel enEn voiture (met medewerking vanJoris Collet enAnton Peters, Alma Blanca,Denise De Weerdt,Jef Burm, Marc De Corte enJo Crab).
Riema werkte mee aan het radioprogrammaKop en Staart. In 1957 werdLouis Neefs mede door haar geïntroduceerd in een Vlaamse televisieshow. In 1958 schreef ze het scenario voor de een film vanJef Bruyninckx, namelijkVrijgezel met 40 kinderen.[1]
In 1959 zongBob Benny op hetEurovisiesongfestival inCannesHou toch van mij, met tekst van Riema en muziek vanHans Flower. In 1959 en 1960 begon zij met het KleinkunstcabaretPodium in Antwerpen en werkte ook nog samen met Arnold FranksCabaret der Onbekenden. Tijdens de jaren zestig werd Ke Riema coach van deEuropese Beker voor Zangvoordracht inKnokke. Ze was betrokken bij het samenstellen van de Belgische ploeg.
Vooral in de jaren zestig kreeg zij veel opdrachten van artiesten en componisten om liedjesteksten te schrijven, onder meer van Bob Benny,La Esterella,Jean Walter, Jan Verbraecken,Henk van Montfoort,Terry Van Ginderen,Frieda Linzi,Jacques Raymond,Rocco Granata,Will Tura,Jef Burm,Marva, Luc Van Hoesselt, Clem Van Duyn, Nelly Lancia,Ann Christy,Louis Neefs,Kees Brug,Will Ferdy en Staf Wesenbeek.
Riema werkte als freelancer voor onder andereEurovox Music enCardinal Records. In 1967 begon ze samen metBen Gyselinck haar eigen muziekuitgeverij, productie- en distributiemaatschappij. In de jaren zeventig werkte ze veel samen met componistPeter Laine. Ze produceerden samen de muziek voor de filmLouise, een woord van Liefde van Paul Collet, waarvanAnn Christy de titelsong zong.
Ke Riema ontving diverse hoge onderscheidingen, waaronder "De Muze" vanSABAM voor haar hele oeuvre en de "Eugeen De Ridderprijs 1963 voor Liedertekst". Een aantal van haar liedjesteksten werden vereeuwigd in deEregalerij vanBRT2. Een tweejaarlijkse prijs voor Kleinkunst, Stand-up Comedians en Singer-Songwriters van SABAM, deGouden Klaproos, draagt sinds 2000 haar naam.[2]