Karl Tausig | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Karl Tausig omstreeks 1860 | ||||
Volledige naam | Karol Tausig | |||
Geboren | 4 november1841 | |||
Overleden | 17 juli1871 | |||
Land | ![]() | |||
Beroep | componist,pianist enmuziekpedagoog | |||
Instrument | Piano | |||
Handtekening | ![]() | |||
(en)Discogs-profiel | ||||
(en)MusicBrainz-profiel | ||||
|
Karl Tausig (ook wel Carl of Karol;4 november1841 –17 juli1871) was eenPoolsecomponist,pianist enmuziekpedagoog vanBoheemse afkomst. Tausig behoort tot de grootste pianisten alle tijden.[1]
Tausig was de zoon van de vermaarde concertpianist-componistAloys Tausig (1820-1885) die hem op 14-jarige leeftijd introduceerde bijFranz Liszt teWeimar. Door Liszt kwam Tausig in contact metRichard Wagner en werd een groot bewonderaar van hem en zijn muziek. Daar Tausig ook een groot bewonderaar was vanJohannes Brahms en zijn muziek was hij een van de weinigen in de19e eeuw die zowel de richting van Wagner-Liszt (Nieuwe Duitse school) als de klassieke richting van Brahms-Schumann volgde en propageerde.
Tausig ondernam veleconcertreizen. Samen met Liszt maar ook alleen. Hij debuteerde inBerlijn in1859 waar hij zich in1865 definitief vestigde.
In Berlijn richtte hij in dat jaar een Schule des höheren Klavierspiels op. Een soort vanconservatorium, maar dan alleen voorpiano en voor uitzonderlijk getalenteerde studenten. De belangrijkste docent aldaar was Tausig zelf. Het instituut werd in 1870 opgeheven omdat Tausig bijna nooit aanwezig was vanwege een concerttour. Hij behield twee leerlingen: een prinses en een gravin.
Tausig overleed in Leipzig aanbuiktyfus. Hij liet enkele werken voor piano na, waaronder eenpianoconcert, en baarde veel opzien door zijn talrijke in pianistisch opzicht geraffineerdearrangementen van o.a. werken vanBeethoven en Wagner.[1]
In haar boekMusic Study in Germany uit 1882[2] beschrijftAmy Fay – eenAmerikaanse pianostudente die begin jaren 70 van de 19e eeuw inDuitsland pianostudies volgde bij o.a. Tausig en Liszt - het uiterlijk van Tausig en hoe hij als docent te werk ging:
... Taussig was klein van postuur en had een opvallend levendige uitdrukking in zijn ogen. Hij zag er net zo hoogmoedig en despotisch uit alsLucifer. Zijn handen waren zo klein dat ik me erover verwonder dat hij zo’n enormevirtuositeit kan bereiken. Zijnoctavenspel grenst aan het ongelofelijke.
Tijdens de les was hij haastig en ongeduldig. Als een leerling iets niet goed deed, pakte hij de muziek, smeet deze over de piano en zei: “studeer er een maand op en kom dan maar terug”. Hij vond altijd iets om zich over op te winden, zelfs als er geen aanleiding toe was, en de leerling mocht blij zijn als Tausig hem niet voor de hele klas belachelijk maakte.
Toen ik een stuk van Schumann speelde, riep Tausig voortdurend: “verschrikkelijk, helemaal verschrikkelijk, ontzettend”, om na het slotakkoord te zeggen: “helemaal niet slecht” ...
Amy Fay vond Tausig een humeurig, wispelturig, verwendgenie, in wiens handen ‘zijn’ conservatorium slechts een stuk speelgoed was.