Körverpoort | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Sint Servaasbrug met aan de Wycker kant de Körverpoort (detail stadspanorama Simon de Bellomonte, ca. 1570) | ||||
Locatie | ||||
Locatie | Maastricht-Wyck, Cörversplein /Sint Servaasbrug | |||
Coördinaten | 50° 51′ NB, 5° 42′ OL | |||
Status en tijdlijn | ||||
Oorspr. functie | stadspoort | |||
Start bouw | ca.1280? | |||
Sluiting | 1867 (opheffing vesting) | |||
Afgebroken | voor1649 (sloop 1e poort);1801 (sloop 2e poort) | |||
![]() | ||||
|
DeKörverpoort, ookCorverpoort ofWycker Binnenpoort,[1] was eenmiddeleeuwsestadspoort langs de rivier deMaas in deNederlandse stadMaastricht. Het bouwwerk was onderdeel van demiddeleeuwse stadsmuur van Wyck en dateerde waarschijnlijk uit de bouwtijd van de brug (1280-'98). De naam van de poort is afgeleid van het oude ambacht van de korvers ofmandenvlechters, die in de omgeving woonden. De poort lag aan de westzijde van deWycker Brugstraat en functioneerde als toegangspoort tot deMaasbrug. De Körverpoort werd in de eerste helft van de 17e eeuw gesloopt en vervangen door een poort op de brug, die tot 1801 bleef bestaan.
Over het precieze bouwjaar van de eerste stadsmuur vanWyck is geen duidelijkheid. Mogelijk ging de bouw van de Wyckerenceinte (omwalling) gelijk op met die van detweede middeleeuwse stadsmuur op de linker Maasoever vanaf het einde van de 13e eeuw. Pas in 1318 vermeldt de kroniek van deLanden van Overmaas dat hertogJan III van Brabant toestemming gaf een stenen muur om Wyck te bouwen.[2] Het Wycker stadsdeel was echter al ruim voor 1318 versterkt met een aarden wal metpalissaden, wellicht ook al voorzien van stenen poorten. In 1284, tijdens deLimburgse Successieoorlog, werd Wyck belegerd doorWalram de Rosse van Valkenburg, maar de houten versterkingen en de grachten waren blijkbaar al dusdanig effectief dat de belegering kon worden afgewend.[3]
Of de Körverpoort oorspronkelijk onderdeel was van de eerste middeleeuwse stadsmuur is niet bekend, omdat niet zeker is of de huidige brug op dezelfde locatie is gebouwd als zijn voorganger. Lange tijd werd aangenomen dat deRomeinse brug van Maastricht, die circa 200 m zuidelijker lag tussen de Eksterstraat en iets ten noorden van deWycker Waterpoort, tot 1275 standhield. Waarschijnlijker is echter dat de in dat jaar ingestorte brug een (vroeg)middeleeuwse opvolger van de Romeinse brug was, die op dezelfde locatie als de huidigeSint Servaasbrug lag.[noot 1]
Indien de onmiddellijke voorganger van de Sint Servaasbrug wèl op de plek van de Romeinse brug lag, zal op de Wycker oever tussen 1229 en 1275 vermoedelijk een poort hebben gestaan, die alsbruggenhoofd fungeerde voor de brug. Op de linker Maasoever betrad men de brug via dePorta Regia, de koninklijke poort (zieOnze-Lieve-Vrouwepoort). Zeker is dat aan de Wycker kant sinds 1248 een zware verdedigingstoren stond. Dezedonjon was door hertogHendrik III van Brabant gebouwd ter bescherming van de strategisch belangrijke brug. Bij hetbeleg van 1267 tijdens deLuiks-Brabantse oorlogen was de verdediging van die toren in handen vanDirk II van Valkenburg, een medestander van de hertog van Brabant. Dirk II slaagde er niet in Wyck te verdedigen tegen de troepenovermacht van de Luikse prins-bisschopHendrik III van Gelre. Bij het beleg werd de houten brug vernield en de Wycker verdedigingstoren gesloopt. Volgens de overlevering liet de Luikse prins-bisschop de stenen van de toren naarMontfort vervoeren, waar hij er hetKasteel Montfort mee bouwde.[5][6]
De oude brug werd hersteld, maar blijkbaar niet goed genoeg, want in 1275 stortte deze tijdens eenprocessie in. In 1280 werd begonnen met de bouw van de huidige brug. Mogelijk werd toen ook de Körverpoort gebouwd, als onderdeel van de Wycker stadsomwalling, die zich aan deze kant van de stad langs deOeverwal naar het noorden toe uitstrekte in de richting van deWycker Kruittoren en naar het zuiden toe langs deStenenwal in de richting van de Wycker Waterpoort en deMaaspunttoren. De muur langs de Maas moest in de loop der eeuwen vele malen worden hersteld, mede door de sterkeriviererosie aan deze kant van de Maas. De muur was in 1851 nog 6,5 tot 7,5 m hoog.[7] De aanvankelijk in deze muur aanwezige torens waren al in de 18e eeuw verdwenen.[8] Zowel ten noorden als ten zuiden van de Körverpoort lagen diversepoternes (poortjes), die in geval van oorlog eenvoudig dichtgemetseld konden worden.[1]
De Körverpoort lag aan de belangrijkste verkeersader in de regio, deOude Akerweg. Al het verkeer dat vanuit hetDuitse Rijnland naar de Vlaamse en Brabantse handelssteden reisde, kwam via deDuitse Poort Wyck binnen, werd via deHoogbrugstraat en deRechtstraat naar de Körverpoort geleid, waar deSint Servaasbrug de meest noordelijk gelegen vaste Maasoversteek vormde, en vervolgde dan meestal zijn weg door deMaastrichter Brugstraat, deKleine enGrote Staat,Vrijthof enBrusselsestraat om via deBrusselsepoort de stad te verlaten. Voor het gebruik van de brug moesttol betaald worden, wat bedoeld was voor het onderhoud van de brug.
In 1539 wordt de poort aangeduid in een raadsverdrag als de "Maezepoerte tot Wyck aen die Corvermaeze". Vier jaar later wordt bepaald dat "Heyn Corffers sal busscheschut (= geweerschutter) sijn in dat waickhuyss off bolwerk, gelegen tot Wyck in die Corfferstraet".[1] In 1551 en 1598 werden reparatiewerkzaamheden uitgevoerd aan de in slechte staat verkerende poort. Bij die laatste gelegenheid werd hetvalhek van de poort gedeeltelijk vernieuwd en werd de zuidtoren met aarde opgevuld.[9] Het verlagen en opvullen van verdedigingstorens om daarop kanonnen te kunnen plaatsen, vond in de 16e eeuw veelvuldig plaats.[10]
Over het uiterlijk van de Körverpoort kan weinig met zekerheid gezegd worden. Op het stadspanorama van Simon de Bellomonte uit omstreeks 1570 is de poort te zien vanuit het oosten als een rechthoekig bouwwerk met eenzadeldak, eendakkapel en tweewindvanen. De poortopening is niet ingetekend; wellicht bevond zich deze aan een zijkant. Een plattegrond van Maastricht gepubliceerd doorBraun en Hogenberg in 1575 toont een verdedigingstoren aan de zuidkant van het Wyckerbruggenhoofd. Deze toren wordt ook genoemd bij een opsomming van werkzaamheden in de raadsverdragen, evenals de aanwezigheid van een valhek. Twee prenten vanFrans Hogenberg uit het begin van de 17e eeuw laten de Maasbrug zien tijdens deSpaanse Furie van 1576 en hetbeleg van 1579. Ook hier is de Körverpoort te zien, maar het stadsbeeld lijkt niet erg waarheidsgetrouw te zijn weergegeven. Hetzelfde geldt voor een gravure vanJan Luyken uit 1679 over datzelfde beleg van een eeuw eerder. Op de plattegrond van Maastricht in deAtlas van Loon uit 1652, die teruggaat op de kaart van Braun en Hogenberg, is de Körverpoort ingetekend als een imposant bouwwerk met vier hoektorens. De plattegrond geeft in het algemeen geen getrouw beeld van het uiterlijk van gebouwen in Maastricht.
Het vermoeden bestaat dat de Körverpoort in de eerste helft van de 17e eeuw is afgebroken en vervangen door een nieuwe poort op de brug. Op een schilderij vanJoris van der Haagen uit 1649 is de nieuwe poort met een torenachtige bekroning voor het eerst zichtbaar tussen de stenen Maasbrug en de houten boog aan de Wyckerzijde. De poort is in feite een uitgebouwdebrugpijler en heeft eennaaldspits en een grootuurwerk aan twee (drie?) zijden. Aangenomen mag worden dat deze poort in 1649 nog vrij nieuw was, aangezien de oude Körverpoort, die in 1598 nog was verbouwd, niet meer zichtbaar is op het schilderij van Van der Haagen. Wellicht was de middeleeuwse poort bij hetbeleg van 1632 verwoest. Mogelijk verdween de poort pas in 1640, toen de boven de Maas uitgebouwde gedeelten van huizen aan de Cörverstraat moesten worden afgebroken om plaats te maken voor een ruim 300 m lange aarden wal tegen de Maaszijde van de stadsmuur.[9] Overigens zijn deze "achterquartieren aen den Maescant" op latere tekeningen gewoon weer te zien.
Tekeningen van Josua de Grave uit 1671 enJan de Beijer uit circa 1740 tonen de brug en de poorttoren van de zuidzijde. Op een laat-18e-eeuws schilderij, dat wordt toegeschreven aan kapitein Van den Heuvel, zijn de poorttoren en het overkapte, houten brugdeel nog intact. De Maastrichtse tekenaarPhilippe van Gulpen maakte omstreeks het midden van de 19e eeuw een zeer gedetailleerde tekening van het houten brugdeel en de poort, die toen echter al enkele decennia niet meer bestonden. De tekening laat de poort zien vanaf de brug en vanuit het zuiden. Het uurwerk aan de westzijde is nog aanwezig. De torenspits in verdwenen en in plaats daarvan staat op het dak een barokke constructie met daarin eenluidklok. Volgens het bijschrift op de tekening van Van Gulpen dateerde het houten brugdeel uit de Spaanse tijd en werd het in 1806 vervangen werd door een stenen boog. Volgens andere bronnen gebeurde dat laatste pas in 1827, nadat in 1803 het dak van de houten overspanning was afgebroken. De sloop van de stenen poorttoren had al in 1801 plaatsgevonden, omdat de brugpijler waarop de poort stond vernieuwd moest worden.[11][12]
Vanaf het midden van de 17e eeuw luidde de afbraak van deLeugenpoort en deGevangenpoort op de Houtmarkt (voor de bouw van hetStadhuis van Maastricht) de teloorgang van de eerste stadsmuur in. In de loop van de 18e eeuw en in de eerste helft van de 19e eeuw verdwenen alle poorten van de 13e-eeuwse enceinte, op een na. Na de opheffing van de vestingstatus van Maastricht in 1867 werden ook grote delen van de tweede stadsmuur en de Wycker enceinte gesloopt, evenals de meestebuitenwerken. De Maasmuur in Wyck werd in de periode 1869-'94 over de gehele lengte verlaagd tot straatniveau.[7] De afbraak van de stadsmuren ging nog door tot begin 20e eeuw. Door toedoen vanVictor de Stuers en anderen bleven hier en daar delen van de eerste en tweede wal gespaard.
Van de middeleeuwse Körverpoort en de naamloze 17e-eeuwse poorttoren op de brug is niets overgebleven. Van de eerste poort bestaat geen enkele nauwkeurige tekening. Bij de afbraak van beide poorten hebben geen opmetingen plaatsgevonden. De stadsmuur langs de Maas is in Wyck deels bewaard, hoewel sterk gereduceerd in hoogte. Aan de zuidzijde van de Stenenwal zijn deWycker Waterpoort, deMaaspunttoren en de fundamenten van deRecentoren bewaard gebleven.[13]