1 juli hoort nog bij de eerste helft van het jaar. Een "gewoon" jaar van 365 dagen is precies half voorbij op 2 juli om 12 uur 's middags. Eenschrikkeljaar is vanwege de extra dag in februari iets eerder half voorbij, om middernacht van 1 op 2 juli.
De oorspronkelijke Romeinse naam van de maand wasQuintilis, wat 'de 5e maand' betekent; volgens deRomeinse kalender was maart de eerste maand van het jaar, en juli dus de vijfde. Later is de maand naar Julius Caesar vernoemd.
De maand juli wordt, in de spreektaal, soms "julij" genoemd (om duidelijker onderscheid te maken met "juni").
Op hetnoordelijk halfrond is juli de tweede maand van demeteorologische zomer, en gemiddeld ook de warmste maand van het jaar. In eenlandklimaat is de gemiddelde temperatuur in juli vaak aanmerkelijk hoger dan in de buurt van de oceanen.[1] De tweede helft van de maand juli behoort tot dehondsdagen, de gemiddeld warmste periode van het jaar.
Bij deze maand horen onder meer de volgendeweerspreuken, die zijn ingegeven doordat aan de kuststreek van Nederland vroeger vrij algemeen werd geloofd dat de zee de onweersbuien vóórSint-Jan (24 juni) aannam en daarna niet meer.[2]