John Surtees (CBE) was eenBritsmotor- enautocoureur die er als enige ooit in slaagde om zowel op de motorfiets (7x) als in eenFormule 1-auto (1x) wereldkampioen te worden[1]. Zijn beste seizoenen in de motorrace waren die van1958 en1959, waarin hij alle (25) wedstrijden waarin hij startte wist te winnen. In hetseizoen 1960 werd hij de eerste coureur die deSenior TT op heteiland Man drie jaar op rij had gewonnen. Zijn beste seizoen in deFormule 1 was dat van1964, toen hijwereldkampioen werd. Hij was de vader van autocoureurHenry Surtees. Deze verongelukte op 19 juli 2009 op het circuit vanBrands Hatch. John Surtees was ook de oprichter/eigenaar van deSurtees Racing Organisation.
Op 14-jarige leeftijd nam Surtees al deel aan een zijspanrace waarbij zijn vader Jack, een motorhandelaar uitLonden, deVincent-motorfiets bestuurde. Ze wonnen de race, maar werden gediskwalificeerd, omdat John te jong bleek[2]. Jack Surtees was een bekendgrasbaanracer. In 1948 was hij South Eastern Centrezijspankampioen. Toen John 15 was reed hij zijn eerste grasbaanrace en in 1950, op 16-jarige leeftijd, ging hij als leerling bij de Vincent-fabriek inStevenage werken. In 1951 onderscheidde hij zich toen hij de supersterGeoff Duke goed tegenstand bood op hetThruxton Circuit.
MV Agusta had sinds 1950 steeds in de schaduw gestaan vanGilera en Norton. Het had bijna altijd vertrouwd op Italiaanse coureurs, die in elk geval in het nadeel waren op deMountain Course op heteiland Man. Dit 60km-langestratencircuit was erg moeilijk om te leren kennen en ook het 12 km-langeDundrod Circuit in Ulster was niet eenvoudig. Gilera had daarom al jaren gebruik gemaakt van de kennis van Britse coureurs alsLes Graham,Reg Armstrong,Dickie Dale enGeoff Duke. Voor hetseizoen 1956 lagen de kaarten voor MV Agusta gunstig. Als gevolg van derijdersstaking tijdens de TT van Assen was bijna het hele Gilera-team voor een half seizoen geschorst. John Surtees werd bij MV Agusta als eerste rijder aangesteld, geholpen door oud-wereldkampioenUmberto Masetti, die niet aan alle races mocht deelnemen en duidelijk tweede viool moest spelen. Het seizoen begon dus zonder wereldkampioenGeoff Duke en tweedeReg Armstrong. Surtees won deSenior TT en werd vijfde in deJunior TT, maar hij werd gediskwalificeerd omdat hij voor de gloednieuweMV Agusta 350 4C benzine van een toeschouwer had gekregen. Surtees won vervolgens de 500cc-race van deTT van Assen, maar in de 350cc-klasse moest hij de eer laten aanBill Lomas (Moto Guzzi). Tijdens deBelgische Grand Prix waren de schorsingen voor de Gilera-coureurs voorbij, maarGeoff Duke, die desnelste ronde reed, enReg Armstrong vielen uit en Surtees won de 500cc-race en ook de 350cc-race. De grootste bedreiging in het 500cc-WK kwam dan ook niet vanGilera, maar vanWalter Zeller met zijnBMW RS500 metinjectie. Surtees verliet België met 24 punten in de 500cc-klasse en 14 punten in de 350cc-klasse. Tijdens de training van de 350cc-GP van Duitsland kwam Surtees echter ten val, waardoor hij voor de rest van het seizoen was uitgeschakeld. Er waren nog drie GP's te gaan, Armstrong won de 500cc-klasse en kon theoretisch nog op gelijke hoogte met Surtees komen. In de 350cc-klasse werd hij in Duitsland al gepasseerd doorAugust Hobl (DKW) en Bill Lomas. Tijdens de 500cc-Ulster Grand Prix van 1956 vielen zowel Zeller als Armstrong uit en daardoor was John Surtees zeker van zijn eerstewereldtitel. In de 350cc-klasse sloot hij het seizoen als vierde af.
In hetseizoen 1957 konGilera weer het hele seizoen rijden. Het trad aan met een groot en sterk team, met als eerste rijderGeoff Duke en het huurdeBob McIntyre in om hem te ondersteunen. Maar het team bestond ook nog uitLibero Liberati enAlfredo Milani. Behalve deGilera 500 4C opende het met deGilera 350 4C ook de aanval op deMoto Guzzi Monocilindrica 350. MV Agusta stelde daar niet alleen een mager team tegenover met John Surtees,Terry Shepherd enUmberto Masetti, het stuurde Surtees ook nog alleen naar deTT van Man én het had grote problemen met de betrouwbaarheid, vooral met de MV Agusta 350 4C, maar ook met de 500 4C. Gilera verloor zijn eerste rijder al voor het seizoen, toen Duke geblesseerd raakte tijdens een voorjaarsrace opImola.Bob Brown werd zijn vervanger, maarLibero Liberati won de 350- en de 500cc-GP van Duitsland. Gilera stuurde weer geen Italianen naar de Isle of Man TT, maar daar won McIntyre voor Surtees deSenior TT. Hij won ook deJunior TT, waarin Surtees slechts vierde werd. Surtees won de 500cc-TT van Assen waardoor hij, McIntyre en Liberati gelijk op 14 punten stonden. In de 350cc-klasse stond Surtees na Assen slechts op de zevende plaats. Liberati won de 500cc-race van deGP van België, terwijl Surtees uitviel. Surtees viel ook in de 350cc-race uit. Liberati had in de 500cc-klasse nu 8 punten voorsprong op McIntyre en Surtees. In de 500cc-Ulster GP reed Surtees de snelste ronde, maar hij viel weer uit. Liberati won voor McIntyre en was nu zeker van de wereldtitel. Ook in de 350cc-race viel Surtees uit. In de laatste race, deGP des Nations, was Gilera oppermachtig. Liberati won de 500cc-race voor de eindelijk herstelde Duke enAlfredo Milani. Surtees werd slechts vierde. In de 350cc-race, gewonnen door McIntyre, viel Surtees weer uit. Tijdens deze race "dreigde" MV Agusta met twee nieuwe wapens:John Hartle (ingehuurd op advies van Surtees) verscheen met deMV Agusta 500 6C-zescilinder, maar hij startte er niet mee. John Surtees beëindigde het seizoen als derde in de 500cc-klasse en als tiende in de 350cc-klasse.
Op 26 september 1957 hadden Gilera, Moto Guzzi,Mondial en MV Agusta bekendgemaakt dat ze zich zouden terugtrekken uit alle snelheidssporten. Als belangrijkste reden werd aangevoerd dat de raceresultaten zich niet vertaalden in internationale verkopen. Dat was ook zo, weinig niet-Italianen kochten Italiaanse motorfietsen. Gilera had de peperdure 500cc-racers maar had voor de klanten slechts de 500cc-eencilinderGilera Saturno te bieden. Moto Guzzi had enorm veel uitgegeven om eerst deQuattro Cilindri (viercilinder) en later deMoto Guzzi Otto Cilindri (achtcilinder) te ontwikkelen, maar leverde de liggende eencilinderFalcone. Voor MV Agusta ging dat echter niet op: het leefde van de bouw vanvliegtuigen enhelikopters en de motorrace was niet meer dan een hobby van de eigenaar, graafDomenico Agusta. MV Agusta brak deze belofte echter. Alle concurrentie was immers verdwenen: in de 500cc-klasseNorton (gestopt in 1955),BMW (gestopt in 1957) en nu ook Moto Guzzi en Gilera, in de 350cc-klasse Moto Guzzi enDKW (gestopt in 1957) en in de 125- en 250cc-klasseNSU (gestopt in 1954) en Mondial. In deIsle of Man TT werd meteen duidelijk hoe de verhoudingen nu lagen. Hartle viel in beide races uit, maar Surtees won deSenior TT met ruim vijf minuten voorsprong opBob Anderson (Norton) en deJunior TT met ruim vier minuten voorsprong op Norton-rijderDave Chadwick. Surtees won ook in de volgende drie GP's al zijn races en was al zeker van beide wereldtitels, waardoor MV Agusta de verre reis naar deGP van Zweden kon overslaan (althans voor de zwaarste klassen). Het betekende ook dat MV Agusta voorlopig niets meer aan de ontwikkeling van haar motorfietsen hoefde te doen. Ook het zescilinder-project werd stilgelegd, hoewel Hartle er in deGP de Nations mee startte, maar uitviel.
Hetseizoen 1959 verliep nog voorspoediger. Hij startte in alle 350- en 500cc-races en won ze allemaal. In de 500cc-klasse werdRemo Venturi nu zijn teamgenoot, terwijl Hartle naar de 350cc-klasse verhuisde. Venturi werd echter niet naar Man gestuurd, daar reed Hartle de 500cc-versie van dezescilinder (er was ook een 350cc-exemplaar), maar viel opnieuw uit.
Hetseizoen 1960 verliep met enkele kleine tegenvallers. In de 350cc-Franse GP werd Surtees doorontstekingsproblemen terug naar de derde plaats, maar zijn nieuwe teamgenootGary Hocking (Hartle was weerprivérijder met eenNorton Manx geworden) won die race. In deTT van Man kreeg Hartle vanwege zijn circuitkennis de 500- en 350cc-machines van Hocking, die op zijn beurt de nieuweMV Agusta 250 Bicilindrica in deLightweight TT mocht inzetten. Surtees won deSenior TT, maar werd in deJunior TT achter Hartle tweede omdat zijn derde versnelling wegviel. In deTT van Assen won Surtees de 350cc-race, maar in de vijfde ronde van de 500cc-race viel hij hard, waardoor hij zijn race moest staken. Hij won de 500cc-races inBelgië enDuitsland, waardoor hij al wereldkampioen in die klasse was. In de 500cc-Ulster GP moest hij door een mechanisch probleem een inhaalrace rijden, maar hij kon teamgenoot Hocking niet meer bedreigen. Hij won wel de 350cc-race en daardoor was hij ook 350cc-wereldkampioen. In de 500cc-GP des Nations was MV Agusta zo oppermachtig, dat alleen Surtees en zijn gelegenheids-teamgenootEmilio Mendogni in dezelfde ronde finishten. In de 350cc-race gaf Surtees op toen zijn MV Agustavermogen begon te verliezen, maar dat kwam eigenlijk goed uit voor Gary Hocking, die zich in het seizoen geconcentreerd had op de 250cc-klasse, maar door zijn overwinning zijn tweede plaats in de 350cc-klasse veilig wist te stellen.
In hetseizoen 1962 bleef Surtees bij hetzelfde team, dat van auto en van naam veranderde. Het werd nuBowmaker-Yeoman Credit Racing Team en reed met deLolaMk IV met Climax-motor. Surtees had een heel goed seizoen, met 2 vijfde en 1 vierde plaats, maar ook 2 tweede plaatsen. Hij sloot het seizoen als vierde af. TeamgenootSalvadori had juist een dramatisch seizoen. Hij finishte geen enkele keer.
In hetseizoen 1963 ging Surtees naarScuderia Ferrari waar hij de vertrokkenPhil Hill verving. Ferrari had in 1962 een slecht seizoen gehad met als beste resultaat de tweede plaats voor Hill in deGP van Monaco. Het was slechts zesde in de constructeurskampioenschap geworden. Ook in 1963 ging het nog niet goed, maar Surtees scoorde de enige Ferrari-overwinning in deGP van Duitsland. In het wereldkampioenschap eindigde hij weer als vierde. Ferrari werd in het constructeurskampioenschap eveneens vierde.
Hetseizoen 1964 begon slecht voor Surtees, die in de eerste vier races drie keer uitviel, terwijlJim Clark (Lotus-Climax) twee keer won enGraham Hill (BRM) een keer. In de tweede helft van het seizoen keerden de kansen echter. Na nog een overwinning in deBritse GP scoorde Clark geen punten meer en ging de strijd tussen Hill en Surtees. Hill viel ook nog twee keer uit, terwijl Surtees twee overwinningen en twee tweede plaatsen scoorde. Hill had in totaal weliswaar 41 punten, maar hij moest een resultaat wegstrepen, waardoor hij op 39 punten kwam, 1 punt minder dan Surtees. Surtees reed zijn laatste twee races, deGP van de Verenigde Staten en deGP van Mexico niet in de rode huiskleur van Ferrari, maar in de blauw-witte "Cunningham Racing Stripes" van hetNorth American Racing Team. N.A.R.T. was opgezet doorLuigi Chinetti, die Ferrari in de VS vertegenwoordigde. Ferrari schreef onder zijn team in als protest tegen de Italiaanse autosportbond, waarmee het een dispuut had over dehomologatie van een auto metmiddenmotor.
Surtees begon hetseizoen 1965 met deFerrari 158 metV8-motor, terwijl teamgenootLorenzo Bandini de nieuweFerrari 1512 met twaalfcilinderboxermotor gebruikte. Het seizoen begon met een overwinning vanJim Clark in deGP van Zuid-Afrika. Clark sloeg deGP van Monaco over omdatLotus koos voor deIndy 500, die Clark eveneens won. Ferrari kon van die afwezigheid niet profiteren en Clark won ook de volgende vijf GP's en werd wereldkampioen. Surtees stapte vanaf deBritse Grand Prix ook over op de Ferrari 1512, maar op 25 september raakte hij zwaargewond tijdens deGP van Canada (geen WK-race) opMosport Park inCanada door een gebroken voorwielophanging. Hij had een groot aantal botbreuken, waarschijnlijk veroorzaakt doordat zijnautogordels niet goed vast zaten of niet goed functioneerden. Hij sloot het seizoen als vijfde af.
Op 18 en 19 juni 1966 vond de24 uur van Le Mans plaats. Men verwachtte de aanval vanFord met deFord GT40 op Ferrari, maar door stakingen in Italië kon Ferrari slechts twee auto's inzetten in plaats van de gebruikelijke drie. Als snelste rijder van het team verwachtte Surtees dat hij een plaats in het team zou krijgen. In de eerste line-up stond hij naastLudovico Scarfiotti. Hij stelde voor de eerste stint zelf op volle snelheid te rijden om de tegenstand van Ford te breken, maar Dragoni besloot Scarfiotti als eerste te laten rijden. Volgens Surtees was dat een vriendendienst voorFIAT-directeurGianni Agnelli, een oom van Scarfiotti, die op de tribune zou zitten. Dit besluit, in combinatie met het gebrek aan steun vanEnzo Ferrari, was een grote teleurstelling voor John Surtees, die het Ferarri-team onmiddellijk verliet. Het kostte Ferrari de wereldtitel in 1966.
Surtees zette zijn seizoen voort bij hetCooper-Maserati-team, waar hij aanvankelijk in dienst zou rijden vanChris Amon. Uiteindelijk maakte Cooper het seizoen af met Surtees enJochen Rindt met een auto die niet zonder problemen was. De 3.0 Maserati-V12 was een omgebouwde 2,5liter-motor die oorspronkelijk in deMaserati 250F had gelegen, maar die groot, zwaar en dorstig was. DeCooper T81 moest dan ook speciaal voor dit grote motorblok worden gebouwd. Surtees viel drie keer met technische problemen uit, maar hij werd tweede in deGP van Duitsland, derde in deAmerikaanse Grand Prix en hij won deGP van Mexico. Hij sloot het seizoen als tweede af, achterJack Brabham met deBrabham-Repco.
In hetCan-Am-kampioenschap runde hij zijn eigenTeam Surtees. Tussen 11 september en 13 november won hij met eenLola-T70 Mk II-Chevrolet drie van de negen wedstrijden en werd daar kampioen.
Eind 1966 tekende Surtees een contract metHonda, dat al sinds 1964 in de Formule 1 actief was, maar zonder overweldigende resultaten. Ook in hetseizoen 1967 ging het niet goed. Ondanks een veelbelovende derde plaats voor Surtees in deGP van Zuid-Afrika. Daarna volgden veel technische problemen met deHonda RA273, die in september werd opgevolgd door deHonda RA300. Surtees won meteen deGP van Italië, viel in de VS weer uit en werd vierde in deMexicaanse Grand Prix. Hij sloot het seizoen als vierde af en Honda werd vierde in het constructeurskampioenschap.
In hetseizoen 1968 richtte Honda zich volledig op de Formule 1. Daarvoor stopte het met deelname aan hetwereldkampioenschap wegrace, hoewelMike Hailwood in 1967 nogwereldkampioen in de250- en de350cc-klasse was geworden. Het slaagde er met de 500cc-Honda RC 181 maar niet in om de hegemonie vanGiacomo Agostini met zijnMV Agusta 500 4C te doorbreken. Met de nieuweHonda RA301 verliep het Formule 1-seizoen nog slechter dan het jaar ervoor. Met allerlei technische problemen viel Surtees acht keer uit, scoorde slechts twee podiumplaatsen en eindigde in het wereldkampioenschap als zeventiende.
In hetseizoen 1970 had John Surtees zijn eigen team opgezet, maar hij begon nog niet met een eigen auto. Hij kochtMcLaren M7A metFord-motor (in feite eenCosworth DFV) waarmee hij het eerste deel van het seizoen reed en een punt scoorde tijdens deGrand Prix van Nederland. In juli was deSurtees TS7 raceklaar. De auto kreeg dezelfde motor en vanaf deBritse Grand Prix reed Surtees ermee. Hij scoorde nog twee punten in deGP van Canada en sloot het seizoen als 18e af. Surtees-Ford eindigde als achtste in het constructeurskampioenschap.
In 1971 kreeg Surtees sponsoring van Rob Walker, die het zich niet langer kon veroorloven zijn eigenRob Walker Racing Team, voort te zetten en zijnBrooke Bond-OXO-sponsoring nu overbracht vanLotus naar Surtees. Surtees reed nu met deSurtees TS9, die hij zelf samen metPeter Connew had ontwikkeld. Hij scoorde opnieuw niet meer dan drie punten en eindigde het wereldkampioenschap als 19e. Surtees Ford had echter in de constructeurstitel acht punten gescoord, waarmee het als achtste eindigde. Dat kwam omdat enkele andere teams de TS9 gebruikten.
John Surtees was in hetseizoen 1972 vooral manager en minder coureur.Tim Schenken begon het seizoen in de TS9B, maar vanaf deGP van Italië met de door Surtees zelf ontwikkeldeSurtees TS14. In die race startte Surtees zelf ook, maar beiden vielen uit. Toch was er een groot succes voor Surtees, wantMike Hailwood werd in een Surtees-Ford tweede. Dat zou het beste resultaat voor een Surtees-auto blijven. In het constructeurskampioenschap werd Surtees-Ford dan ook vijfde.
Nadat hij gestopt was bleef John Surtees nog tot 1978 als manager aan zijn eigenTeam Surtees verbonden. Daarnaast had hij in dejaren zeventig enige tijd een motorfietshandel in West Wickham (Kent) en eenHonda-dealerschap inEdenbridge (Kent). Hij was veelvoudig en enthousiast deelnemer aan races en demonstraties met klassieke motorfietsen, waarvan hij zelf een aantal bezat. Hij was voorzitter van het BritseA1GP-team van 2005 tot 2007. Nadat zijn zoonHenry in 2009 tijdens eenFormule 2-race inBrands Hatch verongelukte richtte John de Henry Surtees Foundation op, een liefdadigheidsinstelling met als doel het helpen van slachtoffers met hersenletsel en het veiliger maken van de auto- en motorsport.
In 2013 ontving hij deSegrave Trophy (genoemd naarHenry Segrave), die wordt uitgereikt voor "Outstanding Skill, Courage and Initiative on Land, Water and in the Air: the Spirit of Adventure" (Uitstekende vaardigheid, moed en initiatief op land, water en in de lucht: de geest van avontuur). Surtees kreeg de trofee voor het behalen van meerdere wereldtitels en omdat hij de enige coureur was die zowel in de motor- als de autosport wereldkampioen was geworden.
John Surtees trouwde drie keer. Van 1962 tot 1979 was hij gehuwd met Patricia Burke. In 1979 trouwde hij met Janis Sheara, waarvan hij in 1982 weer scheidde. In 1987 trouwde hij met Jane Sparrow, met wie hij drie kinderen kreeg: Leonora, Edwina enHenry.
John Surtees overleed doorrespiratoire insufficiëntie op10 maart2017 inSt George's Hospital inLonden. Hij was 83 jaar oud. Hij werd naast zijn zoonHenry begraven op het kerkhof bij St. Peter and St. Paul's Church inLingfield. Een eerbetoon aan Surtees werd gehouden tijdens de Goodwood Members Meeting op 19 maart 2017.