Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

John Pringle

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Sir John Pringle

John Pringle (10 april170718 januari1782) was een Schots legerarts en lijfarts van koningGeorge III van hetVerenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland. Hij wordt "vader van de militaire medicijnkunst" genoemd, maar ookAmbroise Paré enJonathan Letterman hebben diebijnaam.

Familie

[bewerken |brontekst bewerken]

John Pringle was de jongste zoon vanSir John Pringle, 2nd Baronet vanStichill teRoxburghshire (1662–1721) en zijn echtgenote Magdalen (overleden in december 1739), dochter van Sir Gilbert Elliot vanStobs.[1]

Op 1 april 1752 trouwde hij met Charlotte, de tweede dochter van dokterWilliam Oliver (1695–1764) vanBath,Somerset, de bedenker van deBath Oliver beschuiten. Zijn echtgenote stierf een jaar later kinderloos.

Studies

[bewerken |brontekst bewerken]

Hij studeerde aan deUniversiteit van St Andrews,Edinburgh University enUniversiteit Leiden, waar hij in 1730 afstudeerde als dokter. Hij was er goed bevriend metGerard van Swieten enAlbrecht von Haller en kreeg er les vanHerman Boerhaave enBernhard Siegfried Albinus.[2]

Arts

[bewerken |brontekst bewerken]

Hij vestigde zich als arts inEdinburgh en tussen 1733 en 1744 was hij tevensprofessormoraaltheologie aan Edinburgh University.

Legerarts

[bewerken |brontekst bewerken]

In 1742 werd hij de arts vanJohn graaf Dalrymple, toentertijd bevelhebber van het Brits leger in Vlaanderen. Bij deSlag bij Dettingen in het keurvorstendom Beieren in juni 1743 lag het Brits leger teAschaffenburg en bereikte Pringle via Dalrymple een akkoord met de Franse bevelhebberDuc de Noailles, dat geen van beide partijen militaire hospitalen zou aanvallen. De ziekenhuizen zouden beschouwd worden als neutraal terrein en werden door beide kampen in bescherming genomen. De organisatie hetRode Kruis, zoals vastgelegd in deGeneefse Conventies, kwam tot ontwikkeling op basis van deze afspraken.[3] In 1744 benoemde prinsWillem van Cumberland hem tot hoofdgeneesheer van de krijgsmacht in deLage landen. In 1749 vestigde hij zich in de straatPall Mall in Londen, als arts van Van Cumberland.

Lijfarts koning

[bewerken |brontekst bewerken]

Op 5 juni 1766 werd John Pringle lijfarts van koning George III van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland.

Nalatenschap

[bewerken |brontekst bewerken]

Er is een monument inWestminster Abbey ter nagedachtenis aan Pringle. Toen hij overleed, stierf met hem ook zijn baronettentitel uit.

The Royal College of Physicians in Edinburgh kreeg na zijn dood zijn medisch archief in beheer, op voorwaarde dat de papieren nooit in druk zouden worden uitgegeven, er nooit uit geciteerd zou worden en nimmer het collegegebouw zouden verlaten. De collectie bestaat uit tien volumes en wordt beschouwd als een van de meest waardevolle verzamelingen van historische informatie over de medische praktijken in achttiende-eeuws Europa. Het onderwijsinstituut heeft die voorwaarden altijd geëerbiedigd.

Het gevolg was dat bijna niemand de collectie kon inzien. Begin 21ste eeuw verzamelde een medewerker van het instituut geld om via de rechtbank af te dwingen dat de verzameling geopenbaard werd. Op 24 september 2004 werd de kwestie door de rechtbank gehoord, waarop gevonnist werd dat de collectie ter inzage kon worden gelegd aan eenieder die het wilde inzien.

Wetenswaardigheden

[bewerken |brontekst bewerken]

Publicaties

[bewerken |brontekst bewerken]
  • Observations on the Nature and Cure of Hospital and Jayl Fevers, 1750
  • Experiments on Septic and Antiseptic Substances, 1750, leverde eenCopley Medal op
  • Observations on the Diseases of the Army in Camp and Garrison, 1752
Bronnen, noten en/of referenties
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=John_Pringle&oldid=69005524"
Categorie:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp