| Johan Willem Friso | ||
|---|---|---|
| 1687–1711 | ||
| Vorst van Nassau-Dietz | ||
| Periode | 1696–1711 | |
| Voorganger | Hendrik Casimir II | |
| Opvolger | Willem IV van Oranje-Nassau | |
| Prins van Oranje | ||
| Periode | 1702–1711 | |
| Voorganger | Willem III van Oranje | |
| Opvolger | Willem IV van Oranje-Nassau | |
| (Erf)stadhouder van Friesland en Groningen | ||
| Periode | 1707–1711 (Friesland) 1708–1711 (Groningen) | |
| Voorganger | Hendrik Casimir II | |
| Opvolger | Willem IV van Oranje-Nassau | |
| Familie | ||
| Vader | Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz | |
| Moeder | Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau | |
| Dynastie | Nassau | |
Johan Willem Friso (Dessau,4 augustus1687 –Strijensas,14 juli1711) was vorst vanNassau-Dietz (1696-1711, vanaf 1702Nassau-Oranje),prins van Oranje (1702-1711) en stadhouder vanFriesland (1696-1711) enGroningen (1696-1711).
Johan Willem Friso was de tweede zoon en het derde kind vanHendrik Casimir II van Nassau-Dietz enHenriëtte Amalia van Anhalt-Dessau. Zijn gouverneur was Johannes Lemonon, professor aan deUniversiteit van Franeker.[1] Bij het overlijden van zijn vader in1696 werd hij vorst van Nassau-Dietz en totstadhouder benoemd van de gewesten Friesland en Groningen. Zijn moeder trad op als regentes tot1707. Toen nam Johan Willem Friso de functie van stadhouder van Friesland daadwerkelijk op zich, en in1708, toen hij meerderjarig werd, tevens het stadhouderschap van Groningen.
Johan Willem Friso was via zijn beide grootmoeders een afstammeling van deVader des Vaderlands,Willem van Oranje. Zijn grootmoeders,Albertine Agnes enHenriëtte Catharina, waren zussen van elkaar, dochters van prinsFrederik Hendrik van Oranje en kleindochters van Willem van Oranje.
Als enige erfgenaam van zijn achterneef stadhouderWillem III, die in1702 overleed, erfde hij de titel prins van Oranje. Echter, direct na het openvallen van hettestament, maakten ook de FransmanFrans Lodewijk van Bourbon-Conti en Willems neefFrederik I van Pruisen aanspraak op de titel prins van Oranje. In1711 werd besloten de erfeniskwestie in Den Haag te bespreken.
Johan Willem Friso nam als generaal deel aan deSpaanse Successieoorlog. Bij deSlag bij Malplaquet op 11 september 1709 ontstond een misverstand tussen hem en de Britse commandant,John Churchill. Hierdoor verloren vele duizenden Nederlanders het leven in deze bloedige veldslag. De slag werd toch beslist in het voordeel van de geallieerden.
Johan Willem Friso erfde de buitenplaats inOranjewoud, van zijn grootmoeder prinses Albertine Agnes van Nassau, en wilde hier een paleis neerzetten. Hij lietDaniël Marot hetPaleis Oranjewoud ontwerpen, en in1708 werd met de bouw begonnen. Na zijn dood ging zijn echtgenote,Maria Louise van Hessen-Kassel, verder met dit project.
Op 14 juli 1711 kwam Johan Willem Friso aan bij deMoerdijk. Hier wilde hij hetHollandsch Diep oversteken om zo naar Den Haag te kunnen, in verband met een bespreking met zijn rivaal, Frederik van Pruisen, over de erfenis van zijn achterneefkoning-stadhouder Willem III. Het weer was goed, maar er leek een flinke bui op komst. De prins liet zijn boot bij een groter vaartuig aanleggen.

Om het zelf droog te houden, nam hij plaats in een klein vissersvaartuig waarop zijn koets verscheept stond. Toen de boot bijna de overkant bijStrijensas had bereikt, was de bui uitgebleven. De prins was inmiddels uit zijn koets gekomen. De schipper moest de zeilen nog even wenden en daarna kon het gezelschap aan land gaan. Echter, de zeilen weigerden en plots kwam er een flinke windvlaag aanzetten. Deze vulde het zeil en de boot helde over en schepte water. Alle opvarenden vielen overboord. Een persoon (Onno Boldewijn du Tour) wist zich aan de portierkruk van de koets vast te klemmen. Prins Johan Willem Friso klemde zich weer aan hem vast, maar kon hem niet vasthouden toen een golf hem meesleurde. De schipper zette tevergeefs een reddingsactie op touw; de jonge prins verdronk, evenals zijn kamerheer. De overige opvarenden konden wel worden gered.
Pas acht dagen na het ongeluk zag een schipper het lijk van de prins drijven, op ongeveer de plaats van het ongeluk nabijStrijensas. Op25 februari1712, ruim zeven maanden na zijn dood, werd Johan Willem Friso bijgezet in degrafkelder van de Friesche Nassaus in deGrote of Jacobijnerkerk teLeeuwarden.
Johan Willem Friso trouwde op26 april1709 teKassel metMaria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765), die via beide grootmoeders eveneens afstamde van Willem van Oranje. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:
Hoewel hij zelf slechts twee kinderen had, worden door succesvolle huwelijkspolitiek alle erfbare tronen in Europa bezet door afstammelingen van Johan Willem Friso.
Ernst Casimir van Nassau-Dietz (1573–1632) | Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenbüttel (1592-1642) | Frederik Hendrik van Oranje (1584–1647) | Amalia van Solms (1602−1675) | Johan Casimir van Anhalt-Dessau (1596-1660) | Agnes van Hessen-Kassel (1607-1650) | Frederik Hendrik van Oranje (1584–1647) | Amalia van Solms (1602−1675) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem Frederik van Nassau-Dietz (1613–1664) | Albertine Agnes van Nassau (1634-1696) | Johan George II van Anhalt-Dessau (1627-1693) | Henriëtte Catharina van Nassau (1637-1708) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz (1657–1696) | Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau (1666−1726) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Willem George Friso van Nassau-Dietz (1685-1686) | Henriëtte Albertine van Nassau-Dietz (1686-1654) | Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687–1711) | Maria Amalia van Nassau-Dietz (1689-1771) | Sophia Hedwig van Nassau-Dietz (1690-1734) | Isabella Charlotte van Nassau-Dietz (1692-1757) | ... + 3 zusters | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Voorganger: Willem III | Prins van Oranje | Opvolger: Willem IV |