Johan Briedé (Rotterdam,2 mei1885 -Amsterdam,5 april1980) was eenNederlandsgrafisch vormgever. Zijn vader Marinus Stephanus Briedé was in Rotterdam werkzaam als leraar op een Openbare School (hij gaf bijlessen in de Franse taal), zijn moeder Willemina Johanna van Oosten was handwerkonderwijzeres. Op 4 april 1912 huwde Johan Briedé met Mary Grietje Brandsma. Zij kregen twee dochters en twee zoons. Zij woonden in Rotterdam,Leiden, Amsterdam,Haarlem,Scheveningen enRijswijk tot 1916, en vestigden zich toen inLaren. Hier waren zij tot 1959 woonachtig. Daarna woonden zij tot medio 1979 in Amsterdam. Na het overlijden van zijn vrouw verbleef Briedé ongeveer een jaar in een verpleeghuis, waar hij na een uiterst werkzaam leven op 5 april 1980 overleed.
Een subsidie voor dekunstnijverheidsschool in Amsterdam werd hem in 1910 bezorgd doorprof. A.W.M. Odé. In augustus 1912 ging hij naar deKunstnijverheidsschool inHaarlem waar hij onder meer vanChris Lebeau de fijne kneepjes van het vak leerde. Hij beoefende alle aspecten van het kunstenaarsvak, zoalstekenen,schilderen,lithograferen enetsen. Van zijn hand zijn 130exlibris bekend.
Vanaf 1910 werkte Briedé al alsfreelance kunstenaar voor bedrijven, uitgeverijen en tijdschriften. Voor het fonds van de Rotterdamse uitgeversW.L. & J. Brusse's Uitgeversmaatschappij, ontwierp hij van tientallen uitgaven deboekbanden en omslagen en verzorgde hij voor enkele uitgaven deillustraties. Voorbeelden hiervan zijn:
Een werk met 130 pentekeningen van zijn hand is het boekOude huizen van Rotterdam, dat in 1915 bij Brusse verscheen.
InOns Eigen Tijdschrift, een uitgave van deVan Houten chocoladefabriek teWeesp, gestart in november 1922, uitgebracht in de periode 1923 (in januari 1923 wordt hij genoemd bij de medewerkers van het blad) tot en met 1929, zijn 25 artikelen geschreven door hemzelf en anderen met tientallen illustraties verschenen.Ook de titelpagina, de sierrand rond de los bijgevoegde inhoudspagina, het colofon, eindstukken en de begin-sierletters en het ontwerp voor band en rug voor de ingebonden jaargangen vanOns Eigen Tijdschrift, ontwierp hij. In 1923 en latere jaren ontwierp Briedé ook een aantal verpakkingen (bonbondozen), waaronder een doos in eivorm met opschriftVan Houten’s Paascheieren van Vogels van diverse pluimage (z.j.) In 1924 kwam een ontwerp voor tijdschriftdoos met bon voorOns Eigen Tijdschrift.
Illustraties van zijn hand zijn ook opgenomen inHet St. Nicolaasboek (1925), bijzondere uitgave vanOns Eigen Tijdschrift, C.J. van Houten & Zoon, Weesp, samengesteld door A.B. van Tienhoven. Titelpagina met rand en afbeelding van een speculaaspop, Franse titel, beginkapitaal, exlibris (dit boek behoort aan), acht vignetten, twee illustraties van vlinders bij een artikelWintervlinders en vlinders in de winter door H.E. van Leyden (pag. 69-71) en vier illustraties: maretakken, klimop, winterjasmijn en kerstroos bij een artikelWinterplanten door R.v.d. Veen (pag.78-79). In 1929 maakte hij een ontwerp voor deWereldkaart Puzzle, voor kinderen van 10 tot 14 jaar, bijlage bijOns Eigen Tijdschrift.
Ook van zijn hand verschenen in het huisorgaanVerf en Kleur van Talens & Zn inApeldoorn tussen 1928 en 1934 (precieze jaren onbekend) tientallen artikelen, verlucht met zijn tekeningen.
Briedé wasboekbandontwerper voorNijgh & Van Ditmar,Sijthoff, A.G. Schoonderbeek en deWereldbibliotheek in Amsterdam. Hij verzorgde ook vele opdrachten voor gemeentelijke diensten in Amsterdam.
Johan Briedé was lid van de Federatie van Verenigingen van Beroeps Beeldende Kunstenaars in Amsterdam en was docent aan de School voor Beeldende Kunsten inRoermond van 1912 tot 1913 en aan deAcademie in Rotterdam enDen Haag, de Kunstnijverheidsschool in Haarlem en hetInstituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam.
Zijn werk was het onderwerp van de tentoonstellingJohan Briedé (1885-1980), in het Gemeentemuseum van Weesp, 20 juni-19 september 1992, met een geïllustreerde brochure van vier pagina’s over het leven en werk van Briedé van de hand van Ton Stork.
Werk en schetsen van Briedé zijn onder andere aanwezig in:
Een aantal originele ontwerpen, schetsboekjes en briefwisseling van Johan Briedé met zijn opdrachtgevers en zijn vriendH.G. Wells zijn aanwezig in de Bibliotheek van de Vereeniging ter bevordering van de belangen van de Boekhandel, gevestigd in deUniversiteitsbibliotheek van Amsterdam en bij het Gemeentearchief van Amsterdam, daar is ook de uitgebreide correspondentie aanwezig met het Bureau Kunstzaken van de Gemeente Amsterdam.
Een aardige bijzonderheid is dat Johan Briedé reeds vroeg interesse had in het doen en laten vanVincent van Gogh, vooral over de inrichting van zijn atelier inNuenen, getuige het onderstaande antwoord van Vincents vriendAnton Kerssemakers uitEindhoven van 23 juni 1914:
Dan volgt een beschrijving van het atelier van Vincent bij de koster in Nuenen met een tekening van het vooraanzicht en een plattegrond, De voorkant van deze brief (afgebeeld in het boek Vincent van Gogh doorM.E. Tralbaut, London, MacMillan 1969) eindigt met de woorden: