Jodenpoort | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Detail stadspanorama (ca. 1570) met St-Servaasbrug, 'overhangende' Augustijnenkerk en Jodenpoort (38) | ||||
Locatie | ||||
Locatie | Maastricht,Jodenstraat -Bokstraat | |||
Coördinaten | 50° 51′ NB, 5° 41′ OL | |||
Status en tijdlijn | ||||
Oorspr. functie | stadspoort, | |||
Start bouw | 13e eeuw? | |||
Afgebroken | 1894 | |||
![]() | ||||
|
DeJodenpoort, vroeger ook welAugustijnenpoort,Kool- ofLage Kolenpoort,Box-,Bakker- ofLuchterpoort genoemd,[1] was eenmiddeleeuwsestadspoort in deNederlandse stadMaastricht. De poort was onderdeel van deeerste stadsmuur van Maastricht en was gelegen aan de oostzijde van deJodenstraat langs deMaas. De oorspronkelijke poort dateerde waarschijnlijk uit de 13e eeuw, maar werd in de loop der eeuwen diverse malen vernieuwd. De poort werd in 1894 afgebroken.
Over de bouwgeschiedenis van de oudste middeleeuwse stadsmuur van Maastricht bestaat geen duidelijkheid. In 1229 gaf dehertog van Brabant toestemming om een stenen muur om de stad te bouwen. Eerder was er al een aardenwal opgeworpen met daaroppalissaden, maar deze was door debisschop van Luik, medeheer van hettweeherige Maastricht, verwoest tijdens hetBeleg van Maastricht (1204). Waarschijnlijk werd in 1229 begonnen met de bouw van stenenstadspoorten enwaltorens, met elkaar verbonden door aarden wallen die in de loop van de 13e eeuw geleidelijk versteend werden. De nieuwe muur op de linker Maasoever bestond uitkolenzandsteen, strekte zich uit over een lengte van ongeveer 2,4 kilometer, was 6 à 8 meter hoog en had in totaal dertien stadspoorten, tweewaterpoorten en een onbekend aantal muurtorens. Van de grotere poorten is alleen deHelpoort overgebleven.[2]
De Jodenpoort werd misschien al omstreeks 1230 gebouwd, maar wordt pas voor het eerst genoemd in 1309 (alsBoxpoort) in eenschepenbrief van hetkapittel van Sint-Servaas. De poort was onderdeel van deeerste middeleeuwse stadsmuur, die zich aan deze kant van de stad naar het noorden toe langs de Maas uitstrekte in de richting van deMolenpoort en deVeerlinxpoort en naar het zuiden toe in de richting van deSchuttenpoort en deSint-Servaasbrug. Als secundaire stadspoort gaf de Jodenpoort vanaf de Jodenstraat toegang tot deMaaskade. De stadszijde van de poort lag enkele tientallen meters ten oosten van de Bokstraat (de huidigeKesselskade), naast hetrefugiehuis van deabdij van Val-Dieu.[1]
Na de ingebruikname van detweede stadsomsluiting in 1380 fungeerde de eerste muur nog enkele eeuwen als reserveverdedigingslinie. Voor de Jodenpoort veranderde er in feite weinig, aangezien de oude stadsmuur langs de Maas, inclusief de bestaande poorten, onderdeel werd van de nieuweenceinte (omsluiting). In 1442 werd de muur tussen de Jodenpoort en de Molenpoort hersteld, waarbij de kosten voor rekening van de achter de muur wonenden waren.[3] In 1452 werd een poort in de Bokstraat, waarschijnlijk de Jodenpoort, versmald met het oog op de veiligheid.[4] In 1633 werd de poort, die blijkbaar in verband met hetbeleg van 1632 was dichtgemetseld, weer opengebroken.[5]
Over het uiterlijk van de Jodenpoort kan weinig met zekerheid gezegd worden. Op het stadspanorama van Simon de Bellomonte uit omstreeks 1570 is de Jodenpoort van de Maaszijde te zien als een eenvoudige poortopening in een zeer hoge muur, die ter plekke overbouwd is. De poort bevindt zich bijna op het niveau van het Maaswater, enkele meters onder het straatniveau, en zal waarschijnlijk via een inwendige trappartij vanuit de Bokstraat toegankelijk zijn geweest (vergelijkbaar met deWycker Waterpoort). Op de plattegrond van Maastricht in deAtlas van Loon uit 1652, gebaseerd op oudere kaarten vanBraun en Hogenberg, is de Jodenpoort ('Koolpoort') ingetekend als een ronde toren met eenkegeldak, maar dat is vrijwel zeker incorrect.
Buiten de Jodenpoort bevond zich een loskade (Bat ofBattjen), waar schepen konden aanleggen. In de 18e eeuw werd vanaf deze kade een geregelde verbinding over de Maas metRoermond onderhouden. De naam Kool- of Kolenpoort is waarschijnlijk ontleend aan desteenkool die hier vanuit hetLuikerland werd aangevoerd. Op het stadspanorama van Bellomonte wordt de naamPorta Carbonaria inferior (Lage Kolenpoort) vermeld, ter onderscheiding van deOnze-Lieve-Vrouwepoort, dePorta Carbonaria superior. Bij die poort lag ook het Koolbat.[1] Enigszins verwarrend werd ook deWycker Waterpoort Koolpoort genoemd.
In het midden van de 17e eeuw luidde de afbraak van deLeugenpoort en deGevangenpoort op de Houtmarkt (voor de bouw van hetStadhuis van Maastricht) de teloorgang van de eerste stadsmuur in. Al eerder was deVeerlinxpoort wegens bouwvalligheid gesloopt. In de loop van de 18e eeuw verdwenen ook de meeste andere poorten van de eerste stadsomsluiting: in 1734 deTweebergenpoort, deLenculenpoort en deMinderbroederspoort, in 1772 deLooierspoort.[1][6]
Door de aanleg van hetKanaal Luik-Maastricht in 1845-1850 verdwenen grote delen van de stadsmuur langs de Maas, inclusief deBatpoort en deMolenpoort. De Jodenpoort bleef aanvankelijk gespaard, maar kwam door de aanleg van het kanaal geïsoleerd te liggen, waardoor ze in feite geen functie meer had en op den duur gedoemd was te verdwijnen.
Na de opheffing van de vestingstatus van Maastricht in 1867 werd de vesting in opdracht van hetMinisterie van Oorlog ontmanteld, waarna de gronden werden overgedragen aan de Dienst der Registratie en Domeinen voor verdere sloop en herbestemming. De overgebleven stadspoorten van Maastricht, die onder de zeggenschap van het gemeentebestuur vielen, werden tussen 1867 en 1870 als eerste afgebroken.[7] De afbraak van de stadsmuren ging nog door tot begin 20e eeuw. Door toedoen vanVictor de Stuers en anderen bleven hier en daar delen van de eerste en tweede omsluiting gespaard, zoals deHelpoort. In 1894 werd de muur langs de Maas tussen hetBassin en de Sint-Servaasbrug afgebroken, waarbij ook de Jodenpoort onder de slopershamer viel.[8] De afbraak van de poort is niet gedocumenteerd.
Van de Jodenpoort is niets meer over. Er bestaat geen enkele nauwkeurige tekening van de poort die op deze plek zes eeuwen lang het stadsgezicht bepaalde. Ondanks het feit dat dit de laatst gesloopte poort in Maastricht was, hebben bij de afbraak omstreeks 1895 geen opgravingen of opmetingen plaatsgevonden. Ook de stadsmuur langs de Maas is in dit gedeelte van de stad geheel verdwenen. Bij werkzaamheden voor de ondertunneling van deMaasboulevard omstreeks 2002 werden restanten van hetMariapoortje, eenpoterne aan het einde van deMariastraat, gevonden en verwijderd.[9] In de omgeving bevinden zich nog enige restanten van de stadsmuur achter de huizen aan deKleine Gracht en, verder naar het zuiden, langs deOnze Lieve Vrouwewal.