Jevgeni Aleksandrovitsj Mravinski (Russisch: Евгений Александрович Мравинский) (Sint-Petersburg,4 juni(22 meijuliaanse kalender)1903 – aldaar,19 januari1988) was eenRussischdirigent.
Toen Mravinski vijftien jaar oud was kwam zijn vader te overlijden en nam hij een baan aan achter de schermen in hetMariinskitheater. Voor hij naar hetKonservatorija im. N.V.Rimskogo-Korsakova ging om muziek te studeren, studeerde hijbiologie aan de universiteit van Leningrad. Hij kreeg lessen vanVladimir Sjtsjerbachov (compositie) en dirigeren vanNikolaj Malko enAleksandr Gaoek. Hij wasballetrepetitor van 1923 tot 1931. Zijn eerste optreden als dirigent was in 1929. In de jaren dertig was hij dirigent bij hetKirov Ballet en deBolsjoj Opera. In september1938 won hij de prestigieuze Sovjet Nationale Dirigeerwedstrijd inMoskou.
In oktober 1938 kreeg Mravinski de functie die hij tot1988 zou houden: eerste dirigent van hetLeningrads Filharmonisch Orkest.[1] Het Leningrads Filharmonisch verwierf vooral in Rusland een niet te evenaren reputatie, in het bijzonder voor het uitvoeren van Russische muziek (Tsjaikovski enSjostakovitsj). Gedurende deTweede Wereldoorlog werd Mravinski samen met het orkest geëvacueerd naarSiberië.
Zoals vele Russische dirigenten bij premières had Mravinski de gewoonte departituur boven zijn hoofd te zwaaien tijdens het slotapplaus. Mravinski verzorgde de wereldpremière van zes symfonieën van Dmitri Sjostakovitsj, namelijk de nummers5,6,8 (die Sjostakovitsj aan hem opdroeg),9,10 en12. Verder verzorgde hij de première vanSergej Prokofjevszesde symfonie, in Leningrad, 1947.
Mravinski maakte van 1938 tot 1961 plaatopnamen. Daarna maakte hij nog vijf live-opnamen. Zijn opnamen met hetLeningrads Filharmonisch Orkest van de symfonieën 4, 5 en 6 van Tsjaikovski zijn legendarisch. Zijn laatste opname was de live-opname van Sjostakovitsj' symfonie nr.12.
Zijn laatste concert gaf hij op 6 maart 1987 (deachtste symfonie vanSchubert, en devierde symfonie vanBrahms). Mravinski is begraven op deBogoslovskoje-begraafplaats.
Mravinski was een enthousiast dirigent die het tempo zo vaak mogelijk wisselde om het effect wat hij wilde bereiken te verhogen. Hij had ook veel controle over de dynamiek. Overgebleven beeldmateriaal laat zien dat hij een sobere stijl van dirigeren had,[2] en simpele en duidelijke gebaren maakte, vaak zonder baton. De criticus David Fanning schreef eens over een van zijn uitvoeringen van Tsjaikovski: