| Jan Olieslagers | ||||
|---|---|---|---|---|
Jan Olieslagers in 1909. | ||||
| Persoonlijke informatie | ||||
| Naam | Jan Olieslagers | |||
| Geboortedatum | 14 mei1883 | |||
| Geboorteplaats | Antwerpen | |||
| Overlijdensdatum | 23 maart1942 | |||
| Overlijdensplaats | Berchem | |||
| Nationaliteit | ||||
| Sportieve informatie | ||||
| Discipline | ||||
| ||||
Jan Olieslagers (Antwerpen,14 mei1883 -Berchem,23 maart1942) was een Belgischemotor- enwielrenner, luchtvaartpionier enluchtaas in deEerste Wereldoorlog. Hij was ook wel bekend als "den Antwerpschen Duivel".

Olieslagers werd geboren als tweede zoon in een gezin met nog drie broers en twee zussen. Zijn vader Leonard Olieslagers, afkomstig uit Zundert, was werkzaam bij een bedrijf dat de kades van de Schelde moest rechttrekken, zijn moeder Joanna Catharina Coppens groeide op in Stabroek. Op elfjarige leeftijd verloor Olieslagers zijn vader en ging hijzelf werken op de werf. In zijn vrije uurtjes en weekenden werkte hij bij eenfietsenmaker. Daar leerde hij stiekem fietsen in de kelder en onderweg als hij de fiets moest afleveren bij klanten. Toen hij betrapt werd door zijn baas kreeg hij een eigen fiets als "straf". Nadat hij een fiets van een klant in de prak reed kwam hij uiteindelijk terecht bij de Belgische fietsfabriekMinerva. Daar begon hij met het rijden van wielerwedstrijden onder de vlag van deAntwerpse Bicycle Club en deUnion Cycliste Internationale.
Vanaf 1900 verwierf Olieslagers zelf het recht om Minerva motoren te verkopen. Hij werd lid van deAntwerp Motor Club, won een gouden medaille bij de eerste kampioenschap voor motoren inZurenborg. In 1901 vestigde hij eenwereldsnelheidsrecord van 80 km/u.[bron?] Het was in deze periode dat hij de bijnaam "den Antwerpschen Duivel" verwierf. Volgens de overlevering was Olieslagers ook degene die (in 1900) de eerste Minerva motorfiets (feitelijk een fiets met eenZürcher & Lühti-clip-on motor) aan het lopen kreeg. Zeer tegen de zin van de directeur van Minerva deed Olieslagers in 1904 mee aan de motorrace Parijs-Bordeaux-Parijs. Deze race wist hij te winnen en leverde hem internationale roem op en eenbekeuring van de Franse politie voor het rijden zonder rijbewijs, maar zo'nrijbewijs bestond simpelweg nog niet in België.
Tijdens een schietoefening in 1907 wordt hij geraakt door eenverdwaalde kogel. Deze kogel kon niet worden verwijderd. Op de eerstvolgende wedstrijd na vervolgde hij echter zijn succes. InNeuilly-sur-Seine reed hij een nieuw record op de baan en in 1908 vestigde hij een nieuw wereldrecord door op de baan 5kilometer af te leggen binnen 2 minuten en 52 seconden. Ook zou hij als eerste sneller dan 100 km/u gereden hebben. Hij werd een vermogend man.

Tijdens zijn verblijf inLevallois-Perret kwam hij in contact metLouis Blériot, die een vliegschool dreef bijIssy-les-Moulineaux. Hij legde zijn motorcarrière neer en begon met vliegen. Hij kocht eenBlériot XI en maakte zijn eerste vlucht onder toeziend oog van Blériot zelf te Issy-les-Moulineaux. Na een geslaagde vlucht crasht Olieslagers tweemaal achter elkaar. Dit weerhoudt hem er niet van toch mee te doen aan de Antwerpse Vliegweek (23 oktober - 2 november 1909), alwaar hij op de derde dag een geslaagde vlucht maakt. Op 31 maart ontving hijvliegbrevet nr. 5 van de "Aéro-club Royal de Belgique". Hierna vertrekt hij naar Algerije waar hij de eerste vlucht bovenAlgerije maakte boven de stadOran. Vervolgens vertrok hij naar Frankrijk tePau. Aldaar ontmoette hij vriend voor het levenJules Tyck. Hij neemt deel aan velevliegshows. Eerst teSevilla met een Spaans toestel, dan naarNice (15 tot 25 apr. 1910),Barcelona,Genua enBologna, waar hij een prijs van 10.000lire in de wacht sleepte. Daarna volgde de beroemde"La Grande Semaine de la Champagne" inReims waar hij meerdere wereldrecords voor langste vlucht neerzette. Na de felicitaties van onder anderekoning Albert I vliegt hij alweer teStockel (23 juli - 4 augustus 1910), tijdens deze vliegweek overlijdtNicolas Kinet. Na Stokkel vertrok hij naar Nederland om daar grote roem te vergaren tijdens vliegshows inGroningen (augustus 1910),Utrecht (augustus 1910),Zwolle (september 1910),Amsterdam,Leeuwarden,Rotterdam,Enschede (september - oktober 1910),Nijmegen,Den Haag, met nog een tussentijds uitstapje inHamburg. Uit deze tijd stamt ook het liedje:
In Groningen verbeterde hij zijn duurrecord naar bijna 45 minuten en te Zwolle haalt hij 52 minuten. Op een gegeven moment zag hij een demonstratie van de FransmanAdolphe Pégoud die eenlooping maakte. In overleg met Louis Blériot maakte ook Olieslagers zijn eerste loopings boven Parijs tijdens de eerste luchtvaartsalon. Hij keerde nog enkele malen terug naar Nederland, waaronder tijdens deEntos in 1913. De Eerste Wereldoorlog maakte een eind aan het pionierstijdperk.
Bij het uitbreken van deEerste Wereldoorlog boden Olieslagers en zijn broers Max (1889 - 1961), Jules en Albert zich vrijwillig met zijn vliegtuigen, materiaal en personeel aan bij de militaire overheid, waaronder drie Blériots XI. Zij werden in eerste instantie ondergebracht bij het vrijwilligersregimentEscadrille Monoplane en stonden onder leiding vanHenri Crombez. In maart 1915 stortte Jan met zijn Blériot neer en lag hij twintig dagen in het ziekenhuis. Hij kreeg hij als eerste onderofficier - hij was inmiddels sergeant - het Ridderkruis in de Orde van Leopold II. Hij vervolgde zijn oorlog in het 2me Escadrille, waar hij op 12 september 1915 zijn eerste officiële overwinning behaalde. In een Nieuport 10 haalde hij boven Oudstuyvekenskerke een Duitse Aviatik C neer. Er zouden tot aan het einde van de oorlog nog vijf geregistreerde overwinningen volgen. Maar waarschijnlijk had hij veel meer overwinningen op zijn naam staan aangezien hij 491 vluchten maakte en verwikkeld raakte in 92 luchtgevechten.
Op 3 augustus 1919 werd Olieslagers gedemobiliseerd en ging hij zich richten op de ontwikkeling van de luchtvaart in Antwerpen. Hij weet de Belgische regering te overtuigen tot het creëren van een internationale luchthaven nabij Antwerpen, inDeurne, de huidigeInternationale Luchthaven Antwerpen. In 1923 vond de officiële opening plaats, waarbij de toegangsweg gedoopt werd tot Jan Olieslagersstraat. In 1927 stichtte hij ook deAAC (Antwerp Aviation Club, later de RAAC) en werd de eerste voorzitter. In 1934 was hij vaandeldrager bij de begrafenis van Koning Albert I en zijn laatste wapenfeit was de oprichting van de luchtvaartveteranen-vereniging "Vieille Tiges" in 1937, waarvan hij tot aan zijn dood in 1942 voorzitter was. Bij zijn overlijden werd in de kerk, tegen alle verboden van de Duitse bezetter in, het volkslied de “Brabançonne” ten gehore gebracht.
Als motorrenner
Als piloot
