Het eiland werd rond 650 in bezit genomen door deTaínos enArowakken uitZuid-Amerika die het eilandXaymaca noemden: Land van hout en water. Rond 1400 kwamen deCariben, een kannibalistische stam uit Zuid-Amerika, het vredige bestaan van de Arawakken verstoren.
In1494 werd het eilandontdekt doorChristoffel Columbus, tijdens zijn tweede reis, die het eiland als privébezit toegewezen kreeg. In1509 kwamen de eersteSpaanse kolonisten die het eiland Santiago noemden en er vanaf1517 Afrikaanse slaven lieten komen. De Arawakken werden uitgeroeid door een combinatie van besmettelijkeziektes,slavernij enoorlog. Slechts een klein deel zou in de bergen weten te overleven. In de Spaanse tijd woonden er niet meer dan ongeveer tweeduizend mensen op het eiland, waarvan de helft Spanjaarden. Deze hielden zich voornamelijk bezig met landbouw en veeteelt voor export naar Spanje en de eveneens Spaanse kolonieCuba. De Spanjaarden bouwden twee steden, Sevilla la Nueva en Villa de la Vega (laterSpanish Town) dat de hoofdplaats zou worden.
ZieKolonie Jamaica voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Jamaica zou de eerste Britse kolonie in staatshanden worden. Voor die tijd waren er al Engelse koloniën gesticht, in de Caraïben en in Noord-Amerika maar deze waren in private handen. Oliver Cromwell had een visie voor een Britse kolonie en stuurde een eigen vloot op pad. Oorspronkelijk viel de keus opHispaniola maar toen de hoofdplaats te zwaar verdedigd bleek besloot men dan maar een ander gebied op de Spanjaarden te veroveren. Daarbij viel de keus op het naburige, zwak verdedigbare eiland Jamaica dat in1655 door de Britten werd ingenomen. Veel Spanjaarden die er woonden vluchtten naar Cuba. Ze lieten hierbij hun slaven achter met het oog op hun hulp bij een eventuele herovering van het eiland. Deze slaven zijn echter de bergen ingetrokken en bouwden daar een nieuw bestaan op. Ze staan bekend als demarrons en ze zouden nog langguerrilla-aanvallen op de Engelsen blijven doen. In 1658 probeerden de Spanjaarden tevergeefs het eiland weer in te nemen. In 1670 werd Jamaica formeel aan Engeland overgedragen. Jamaica zou aan de basis komen te staan van het steeds verder uitbreidendeBritse Koloniale Rijk.
De eilandkolonie bleek economisch moeilijk rendabel te maken. Daarnaast was Engeland doorlopend in oorlog met Spanje en men was bang dat het makkelijk ingenomen Jamaica ook weer makkelijk terugveroverd zou worden. Aangezien de Britse vloot nog niet veel voorstelde en de kolonie een inkomstenbron nodig had besloot men van de havenstadPort Royal een vrijhaven voor kapers te maken die van daaruit Spaanse schepen en steden konden plunderen.[4] Deze kapers kregen een kaperbrief, wat inhield dat ze hun gang mochten gaan mits ze een groot deel van de buit maar afgaven aan de koloniale regering. O.a.Henry Morgan,Edward Mansveldt enChristopher Myngs organiseerden hun plundertochten vanuit Port Royal. Deze stad werd ook de plek waar vele kapers hun geld verbrasten en waar van alles gebeurde wat God verboden had. Ook waren er kapers die met hun geld eenplantage oprichtten. Vanaf1687 was de suikerteelt veel belangrijker geworden en in1713 werd met deVrede van Utrecht de piraterij verboden. Vanaf dat moment was de stad een plek waar piraten werden vervolgd. Henry Morgan zou laterondergouverneur van Jamaica worden en tegen de Marron strijden.[5]
Spanish Town was in die tijd de hoofdstad maar Port Royal zou steeds meer bestuurlijke taken overnemen tot de stad in1692 getroffen werd door een aardbeving en tsunami waarna de stad grotendeels in zee zonk. Aan de overzijde van de baai werd een nieuwe stad opgebouwd, genaamdKingston.
Onder Brits bestuur werd Jamaica een belangrijk wingewest. Er kwamenplantages, waar vooralsuikerriet werd verbouwd. Op de plantages werden grote aantallen slaven uit West-Afrika tewerkgesteld. Voor de blanke elite was het goed zaken doen en de vele landhuizen die ze lieten bouwen (deGreat Houses) herinneren nog aan die tijd. De plantage-eigenaarSimon Taylor werd een van de rijkste mensen in het geheleBritse Rijk. De plantage-eigenaren maakten samen met de gouverneur de dienst uit in de politiek. Dit werd dePlantocratie genoemd.[5]Overigens stierven vele kolonisten aangele koorts enmalaria.[4]
Tussen de wereldmachten was destijds nogal wat strijd om de macht over de economisch belangrijke kolonies in het Caraïbisch gebied. Zo verwoestte een Franse vloot in 1694 meer dan vijftig suikerrietplantages.[bron?]
In haar geschiedenis heeft Jamaica diverse slavenopstanden meegemaakt. Van de plantages gevluchte slaven zochten vaak hun toevlucht bij de Marrons in het binnenland. Van daaruit voerden ze aanvallen uit op plantages. Dit leidde tot diverse strafexpedities van het koloniale leger. De eerste oorlog met de Marrons begon in1728, duurde meer dan tien jaar waarna de Engelsen in1739 een verdrag met hen sloten. Ze kregen zelfbestuur in de binnenlanden. Als tegenprestatie moesten ze helpen nieuwe opstanden te onderdrukken en gevluchte slaven opsporen. Er brak een nieuwe opstand uit in 1760,Tacky's War , en de Marrons hielpen om die te onderdrukken. In 1795 ontstond een opstand in het noorden en raakten de Marrons opnieuw in oorlog met de Engelsen. In1831 vond op het eiland een massale slavenopstand plaats dieBaptist War zou heten. In1833 werd de slavernij in alle Britse gebieden verboden. De handel in slaven was reeds eerder in1807 verboden. Veel voormalige slaven verlieten de plantages en zetten eigen boerderijen op. De bevolking kreeg nog ontberingen te verduren, zoals deMorant Bay rebellie in 1865 geleid doorGeorge William Gordon enPaul Bogle. Ook deze werd hardhandig onderdrukt.
Sinds 1872 is Kingston de hoofdstad. In detwintigste eeuw kwam een burgerrechtenbeweging op gang onder de zwarte bevolking o.a. doorMarcus Garvey. In dejaren dertig van de twintigste eeuw ontstond deRastafari, een levensbeschouwing die de Jamaicaanse identiteit koppelde aan de Afrikaanse wortels.
In1944 kreeg Jamaica volledig zelfbestuur en algemeen kiesrecht. Vanaf1958 maakte Jamaica deel uit van deWest-Indische Federatie, maar deze federatie bleek geen succes en viel in1962 uiteen. Op6 augustus1962 werd Jamaica onafhankelijk en deze datum is sindsdien een nationale feestdag.
Het land kent echter de nodige politieke instabiliteit met verschillende groeperingen die lijnrecht tegenover elkaar staan. In2010 vond een grote veldslag plaats in de hoofdstad tussen het leger en de onderwereld.
Door het noorden van het eiland loopt de oost-westEnriquillo-Plantain Garden-breuk.Ongeveer twee derde van het eiland, met name het westen en midden, wordt gedomineerd door een bergketen die grotendeels bestaat uitkalksteenformaties. Deze bergen bereiken een hoogte van max. 900 meter. Aan de noordzijde lopen de hellingen vrij steil af richting kust. Onder zeeniveau zetten deze steile hellingen zich voort tot op grote diepte tot aan deCaymantrog. In de bergen zijn fraaie tropischekarstverschijnselen gevormd. Kenmerkend zijn de grote aantallen ronde geïsoleerde restheuvels, met diverse gangen, spleten en holtes en onderaardse waterlopen. Een goed voorbeeld is deCockpit Country. Vanuit de lucht ziet dit gebied eruit als een grote, groen begroeide eierdoos. Aan de zuidzijde loopt deze bergrug geleidelijk af naar de kust. Hier vindt men laagvlaktes, moerassen en brede zandstranden.
Het oostelijk deel, met deBlue Mountains, is onderdeel van een bergketen die zich vanaf Hispaniola via Jamaica tot in Cuba uitstrekt. Delen van deze keten bevinden zich nu onder zeeniveau. De top van de Blue Mountains is deBlue Mountain Peak en ligt boven de 2200 meter. Dit gebergte heeft een veel complexere ontstaanswijze en bestaat uit diverse hardere gesteenteformaties. In het noorden van centraal Jamaica ligt ook nog het bergplateauDry Harbour Mountains: de kustvlaktes in het zuiden, bij Kingston en Spanish Town, bestaan uitmariene terrassen.
DeRastafari is een levensbeschouwing die in dejaren dertig op Jamaica ontstond. Ook al kent deze geen officiële doctrine het is wel een belangrijk onderdeel van de identiteit van een aanzienlijk deel van de bevolking. Omdat het land verschillende bevolkingsgroepen kent heeft het als motto: "Out of Many, One People."
Jamaica heeft een belangrijke invloed gehad op de muziek in de westerse wereld. In de19e eeuw ontstond dementomuziek. Deze volksmuziek zou later aan de wieg staan van nieuwe muziekgenre's. Zo ontstond in dejaren vijftigska, daarop volgendrocksteady en daaruit volgendreggae. Met nameBob Marley heeft ervoor gezorgd dat reggae ook buiten Jamaica populair werd. Sinds 2008 is dit muziekgenre doorUNESCO erkend alsimmaterieel cultureel erfgoed. Later zouden hier weer de genre'sdub,dancehall enragga uit voortkomen. Deze muziekstijlen zijn niet alleen in het westen doorgebroken maar hebben ook hun invloed gehad op de popmuziek.Toasten is een voorloper van hetrappen die op het eiland is ontstaan en die later in deVerenigde Staten populair werd. Andere genre's die een grote rol spelen zijnjazz encalypso. Naast Bob Marley isSean Paul ook een Jamaicaanse zanger met grote bekendheid in het buitenland.
Jerk is een manier van koken, waarbij een speciale kruidenmix (Jamaican jerk spice) op het vlees worden gewreven en dit vervolgens wordt gestoofd in een provisorische oven. Het gerecht vindt haar oorsprong bij deMarrons. Een van de duurstekoffiesoorten ter wereld is deJamaica Blue Mountain koffie. Een bekendbiermerk isRed Stripe.
Jamaica is bekend om haar witte stranden. Daarnaast is de watervalDunn's River Falls een belangrijke toeristische attractie. Deze waterval verandert door een geologisch proces langzaam van vorm.
Uit de koloniale tijd zijn de nodige plantagehuizen bewaard gebleven. Deze wordenGreat Houses genoemd en een deel is gebouwd ingeorgiaanse stijl. Bekende voorbeelden zijnRose Hall enGood Hope Estate. Net buiten Kingston staatDevon House, een villa in georgiaanse stijl. Dit is geen plantagehuis maar was het huis vanGeorge Stiebel, een zakenman en de eerste zwarte miljonair van Jamaica.
Jamaica doet het goed op het gebied vanatletiek,sprinten encricket. Een bekende sprinter isUsain Bolt die meerdere records heeft gevestigd.
In 1988 deed het land voor het eerst mee aan deOlympische Winterspelen, met een bobsleeteam, wat destijds opmerkelijk werd gevonden voor een land waar het nooit sneeuwt.
Omdat de bevolking uit verschillende groepen bestaat heeft het land als motto Out of many one people.
De meerderheid van de Jamaicaanse bevolking heeft Afrikaanse voorouders. De minderheid is van Britse, Indiase of Chinese afkomst. De Indiase Jamaicanen enChinese Jamaicanen werden door de Britten aangetrokken alscontractarbeiders die de Afrikanen moest vervangen, nadat deslavernij was afgeschaft. Van de oorspronkelijke bevolking, deYamaye is nog slechts een kleine groep over, die geschat wordt op een paar duizend.
Jamaica kent zo'n 2,7 miljoen inwoners. Er wonen echter ongeveer nog net zoveel Jamaicanen buiten Jamaica. Dit wordt de Jamaicaanse diaspora genoemd. Het grootste deel van hen woont in deVerenigde Staten,Canada en hetVerenigd Koninkrijk.
Devon House in de hoofdstadKingston, gebouwd in 1881, was het huis vanGeorge Stiebel Jamaica’s eerste zwarte miljonair.Koloniale architectuur inSpanish Town. Hier het stadhuis dat ooit het parlementsgebouw was.
De officiële taal van Jamaica isEngels. De meerderheid van de bevolking spreekt echter hetJamaicaanse Patois, eenCreoolse taal. Het Patois is ontstaan doordat mensen vanuit verschillende delen van de wereld met uiteenlopende moedertalen met elkaar moesten kunnen communiceren. Een gesimplificeerd Engels vormde de basis. Verder herbergt het Patois woorden en zinsbouw uit verschillende Afrikaanse talen, waaronder hetAkan enYoruba, uit andere Europese talen (Spaans enPortugees) en uit Aziatische talen (Hindi enHakka).[7] Dit ontwikkelde zich zo geleidelijk tot een taal, met eigen grammaticale regels, die voor de meeste Jamaicanen de dagelijks gebruikte taal is. HetBrits-Engels of het "Queen's English" wordt vooral gebruikt in meer officiële situaties, in onderwijs, bestuur en zakenwereld.
Circa 65,3% van de Jamaicaanse bevolking is christelijk. Hiervan behoort het grootste gedeelte tot deAnglicaanse kerk. Daarnaast kent het eiland veelprotestantse kerkgenootschappen en evangelische bewegingen. Het geloof wordt op Jamaica op een zeer intense, maar in het dagelijks leven vaak bijzonder vrijzinnige, wijze beleefd. De grootste niet-christelijke religie is derastafaribeweging. Ook andere religies zoalsbahai,boeddhisme enislam hebben op het eiland volgelingen.
Het eiland Jamaica is eenConstitutioneel Koninkrijk sinds de onafhankelijkheid van 1962 en heeft eenparlementaire democratie met een direct gekozen minister-president. DeBritseKoningin Elizabeth II werd automatisch gekroond tot 'Koningin van Jamaica' toen het land onafhankelijk ensoeverein werd van hetVerenigd Koninkrijk. Het land werd een zogenaamdCommonwealth realm. De huidige koning van Jamaica isCharles III. Op Jamaica worden alle constitutionele en ceremoniële taken die door het staatshoofd worden uitgevoerd gedaan door deGouverneur-generaal van Jamaica in afwezigheid van het staatshoofd. De taken betreffen het aanstellen, schorsen en ontslaan van ministers, het benoemen van parlementsleden, aanstellen minister-president en enkele ceremoniële functies in het Jamaicaanse leger. Het staatshoofd of diens vervanger heeft als individu officieel geen recht van spreken in de overheidszaken. De koning en de andere leden van de koninklijke familie zijn geen burgers van Jamaica, maar hebben alleen een relatie met de Natie. Op lokaal niveau is Jamaica bestuurlijk onderverdeeld in veertienparishes met een algemeen en dagelijks bestuur dat elke vier jaar gekozen wordt.
HetJamaicaanse wegennet is circa 21.000 km lang, waarvan ongeveer 15.000 km is verhard.[8] De hoofdwegen die de belangrijkste steden verbinden, zijn natuurlijk geasfalteerd. De wegen die afgelegen dorpen verbinden of de wegen in de bergen zijn (nog) niet verhard. Over het algemeen zijn alle wegen in een hele goede staat. De Jamaicaanse overheid werkt, samen met private partijen, sinds het einde van de jaren negentig van de twintigste eeuw aan diverse projecten ter verbetering van de infrastructuur. Het meest in het oog springende project isHighway 2000, dat tot doel heeft omautosnelwegen aan te leggen tussen de belangrijkste steden op het eiland. De eerste 33 kilometer van Kingston totOld Harbour is in gebruik gekomen tussen 2003 en 2005.[9]
De spoorwegen in Jamaica behoren tot de oudste spoorlijnen buiten Europa en Noord-Amerika. Van het nog aanwezige net van 272 km wordt nog slechts 57 km gebruikt, voorbauxiet transport. Het personenverkeer is sinds 1992 geheel stilgelegd nadat de Jamaicaanse overheid besloot deJamaica Railway Corporation (JRC) niet langer te subsidiëren. Van juli 2011 tot augustus 2012 hebben op een aantal lijnen weer personentreinen gereden. De JRC leed hierop verliezen en heeft zich weer geheel toegelegd op het transport van bauxiet.
Vanwege de ligging in deCaribische Zee op de scheepvaartroute naar hetPanamakanaal en de nabijheid van grote afzetmarkten in zowel Noord- als Zuid-Amerika, kent Jamaica veelcontainervervoer. Zowel in Kingston als in Montego Bay bevinden zich containerterminals.