| Jackie McLean | ||||
|---|---|---|---|---|
| Algemene informatie | ||||
| Volledige naam | John Lenwood McLean | |||
| Geboortedatum | New York, 17 mei 1931 | |||
| Geboorteplaats | New York | |||
| Overlijdensdatum | Hartford, 31 maart 2006 | |||
| Overlijdensplaats | Hartford | |||
| Land | ||||
| Land(en) van nationaliteit | Verenigde Staten | |||
| Werk | ||||
| Genre(s) | jazz | |||
| Beroep | muzikant | |||
| Instrument(en) | altsaxofoon | |||
| Label(s) | Blue Note | |||
| Prijzen en erkenningen | NEA Jazz Masters | |||
| Officiële website (en)AllMusic-profiel (en)Discogs-profiel (en)IMDb-profiel (en)MusicBrainz-profiel | ||||
| ||||
Jackie McLean, geboren alsJohn Lenwood McLean (New York,17 mei1931 -Hartford,31 maart2006)[1][2][3][4][5], was eenAmerikaansejazzsaxofonist.
John Lenwood McLean groeide op inHarlem. Hij kreeg onderricht in jazz-harmonieleer van de virtuozebop-pianistBud Powell, die net alsThelonious Monk enSonny Rollins toentertijd woonde in McLeans nabuurschap. Zijn talent en het levendige jazzcircuit van de stad hielpen hem tijdens zijn jonge jaren aan bijbaantjes in de band van de pianist Thelonious Monk en aan invalbaantjes voor de altsaxofonist-gigantCharlie Parker. In McLeans eerste band speelden Sonny Rollins tenorsaxofoon,Kenny Drew sr. piano enPercy Heath bas.
In 1949 nam hij als beschermeling vanMiles Davis (bij wie hij speelde in 1951/1952,Miles Davis Volume 1) de lpDig op, waardoor zijn spel bij een groter publiek gehoord werd. Er volgden verdere opnamen onder zijn eigen naam bijBlue Note Records, die hem niet alleen presenteerden als getalenteerde improvisator, maar ook als een componist die het luisteren waard was. In 1955 werkte hij met zijn twee compositiesDr. Jackle enMinor March mee aan het albumMiles Davis and Milt Jackson Quintet/Sextet. In 1956 musiceerde de altsaxofonist tijdelijk inCharles Mingus jazzworkshop in 1956, waar hij betrokken was bij het albumPithecanthropus Erectus en vervolgens bijArt Blakey'sJazz Messengers (1956/1957). Mingus droeg aan hem het nummerProfile Of Jackie op.
Jackie McLean had te kampen met drugsproblemen, waardoor hij een tijd lang zijn vergunning tot optreden voor New York kwijtraakte. De voor hem daaruit voortkomende negatieve economische gevolgen compenseerde de muzikant door intensieve opname- en publicatiewerkzaamheden voor o.a.Prestige Records. Tijdens deze periode werkte hij als sideman mee aan talrijke opnamen vanGeorge Wallington,Gene Ammons,Hank Mobley,Art Farmer,Art Taylor,Ray Draper,Kenny Burrell enMal Waldron. Kort na elkaar ontstonden twee van zijn belangrijkste lp'sA Fickle Sonance (1961) enLet Freedom Ring (1962) bij Blue Note Records, waarvoor hij van 1959 tot 1967 21 albums opnam. Vooral in zijn formeel vrije compositiesQuadrangle enA Fickle Sonance loenste hij naar defreejazz-avant-garde van zijn tijd, zonder zich echter geheel los te breken van de harmonische basis van dehardbop.
Van 1959 tot 1961 speelde hij als muzikant en acteur in het stukThe Connection vanJack Gelber met hetLiving Theatre.
Na diverse blowing sessions (opnamesessiesad hoc bij elkaar gezette muzikanten) voor Blue Note Records, stelde hij vervolgens zijn eerste working band samen, bestaande uitGrachan Moncur III (trombone),Bobby Hutcherson (vibrafoon) enTony Williams (drums). Er volgden meerdere lp-opnamen, waaronderOne Step Beyond,Evolution enDestination… Out!.
Tegen eind jaren 1960 verminderde het commerciële succes van zijn plaatpublicaties. McLean begon derhalve meer te toeren en vanaf 1968 te werken als docent. In 1972 kreeg hij een leeropdracht aan de University of Hartford inConnecticut. Tijdens de jaren 1980 trad hij weer op, vaak met zijn zoon René, die eveneens saxofonist is.
Jackie McLean telt tot de wegbereiders van de hardbop en werkte o.a. met jazzgrootheden als Miles Davis,Gil Evans, Sonny Rollins, Charles Mingus enOrnette Coleman. Zijn volumineuze sound, die zich onderscheidde van het voor de toenmalige tijd typische geluid van de altsaxofoon en zijn expressieve, bluesgekleurde spel en een iets hoekige frasering waren zijn artistieke kenmerken.
In 2001 kreeg hij deJazz Masters Fellowship van de stichting NEA, de hoogste onderscheiding voor jazzmuzikanten in de Verenigde Staten.