Deislam (Arabisch:اسلام (islām) ofالإسلام (al-islām),Nederlands:onderwerping ofovergave [aan God]) is eenmonotheïstischegodsdienst en een van de drie groteabrahamitische religies. HetArabische woordislam betekent letterlijkovergave ofonderwerping[1][2] en wijst op het fundamentele, religieuze principe dat een aanhanger van de islam (moslim) zich overgeeft aan de wil en wetten vanGod. De tekst van deKoran (een van deIslamitische heilige boeken) is volgens de islam doorgegeven aanMohammed alsprofeet enboodschapper via deaartsengelDjibriel (Gabriël). Naast de Koran is desoenna van Mohammed, waarin de levenswijze, de gezegden en de standpunten van de profeet worden beschreven, ook een belangrijke bron voor de (soennitische) islamitischedoctrine. Tevens geldt ook nog deHadith als een collectie van geschreven en verzamelde bronnen in de Islam.
Afvalligheid in de islam
Binnen het soennitische recht (fiqh) kennen de vier klassieke rechtsscholen (Hanafi, Maliki, Shafi‘i en Hanbali) bepalingen over afvalligheid (ridda). In de Maliki- en Hanbali-school wordt de doodstraf voor afvalligheid in principe voorgeschreven, gebaseerd op overleveringen zoals de hadith:"Wie zijn religie verlaat, doodt hem" (Sahih al-Bukhari, Boek 88, Hadith 5).[3] De Hanafi-school kent een lichtere toepassing, bijvoorbeeld uitstel of mogelijkheid tot terugkeer naar de islam.[4] In de moderne tijd pleiten sommige soennitische geleerden voor een herinterpretatie, maar in diverse landen (waaronder Saudi-Arabië, Iran, Mauritanië en Qatar) is de doodstraf voor afvalligheid nog steeds wettelijk vastgelegd.[5][6]
Ook binnen de sjiitische traditie geldt traditioneel dat afvalligheid een zware overtreding is die met de dood kan worden bestraft. Sjiitische juristen maken vaak onderscheid tussen “natuurlijke” afvalligheid (iemand geboren als moslim die het geloof verlaat) en “apostasie na bekering” (iemand die zich eerst tot de islam bekeerde en later afviel). Beide vormen worden in de klassieke sjiitische jurisprudentie zwaar bestraft, hoewel er ook hedendaagse sjiitische stemmen zijn die oproepen tot afschaffing van wereldlijke straffen.[7]
Takfir
Het begriptakfīr verwijst naar het verklaren van iemand als ongelovige (kāfir), en wordt in orthodoxe islamitische context toegepast op wie bewust fundamentele geloofsartikelen verwerpt. In de praktijk istakfīr ook gebruikt door extremistische groeperingen die andere moslims tot afvallige verklaren en daarmee legitimiteit claimen voor geweld.[8] Veel islamitische geleerden waarschuwen tegen het misbruik vantakfīr, omdat dit kan leiden tot verdeeldheid en interne conflicten.[9]
Terminologie en theologische claims
Volgens islamitische theologie betekentmoslim in brede zin iemand die zich overgeeft aan God. In deze betekenis worden ook Adam, Abraham (Ibrāhīm) en Jezus (ʿĪsā) door de islam als moslims beschouwd. De Koran noemt henḥanīf (Soera al-Baqara 2:135-136).[10] Dit is echter een islamitische interpretatie en wijkt af van de joodse en christelijke tradities, waarin Abraham en Jezus een andere plaats innemen en Jezus in het christendom als Zoon van God wordt beleden.[11]
Mohammed ontvangt eenOpenbaring; Mohammed wordt volgens soennitische opvattingen doorgaans niet afgebeeld.
Volgens de islamitische traditie wordt Mohammed (570-632) gezien als de laatste in een reeks vanprofeten. Tijdens de laatste tweeëntwintig jaar van zijn leven, vanaf zijn veertigste, zou Mohammed openbaringen hebben gekregen van God die aan hem werden doorgegeven door de aartsengelDjibriel waarin hij werd opgeroepen hetgeloof vanAdam enAbraham opnieuw te introduceren. Voor moslims is de islam dan ook de oorspronkelijke religie zoals geopenbaard aan Abraham,Musa (Mozes), Isa (Jezus) en andere islamitischeprofeten. De boodschappen in deze openbaringen, bekend als de Koran, werden gememoriseerd en opgeschreven door zijn volgelingen. In totaal noemt de Koran 25 profeten, maar Mohammed wordt in de islam doorgaans beschouwd als de laatste profeet, "Zegel der Profeten", die de geschiedenis van de doorlopendeopenbaring van Gods wil heeft afgesloten. De islam is voor moslims de vervolmaking van demonotheïstische religie van God.
Gedurende de periode dat Mohammed inMekka predikte, drong hij er hen op aan om te stoppen met hun polytheïsme en slechts één God te aanbidden. Hoewel sommigen zich bekeerden tot de islam, werden Mohammed en zijn volgelingen vervolgd door het stadsbestuur. Na twaalf jaar van vervolging van de moslims onder Mohammed door de Mekkanen vertrokken de eersten naar de stadMedina (de zogenaamdeHidjra), waar ze een islamitisch bestuur vestigden. Daar werd de eerste islamitischeoemma (gemeenschap) opgericht door Mohammed. Die gemeenschap was niet alleen religieus maar ook politiek. De Mekkanen blijven echter in conflict met de moslims en deze situatie eindigt pas wanneer Mohammed in629 of630 Mekka gewapenderhand verovert. Wanneer hij in 632 op tweeënzestigjarige leeftijd sterft, heeft hij de Arabische stammen van Arabië zowel politiek als religieus verenigd.
Historisch-wetenschappelijke visie
De moderne wetenschappelijke geschiedschrijving probeert het verleden te reconstrueren door gebruik te maken van op betrouwbaarheid getoetste archeologische vondsten entekstkritisch getoetste schriftelijke bronnen. Hoewel een meerderheid van historici aanneemt dat Mohammed een historische persoon is geweest, kan door het ontbreken vanbetrouwbare bronnen uit de eerste hand, dehistoriciteit van Mohammed niet worden vastgesteld.
De vroegst bekende biografie van Mohammed, werd honderdtwintig jaar na de dood van Mohammed geschreven doorIbn Ishaak. Deze biografie ('Het leven van Gods boodschapper') is niet overgeleverd en enkel bewaard in een bewerkte versie door een latere auteur genaamdIbn Hisham en dateert uit de9e eeuw.
De traditionele overlevering, waarbij de Koran door Mohammed werd ontvangen en door hem en zijn naaste metgezellen werd gememoriseerd om kort na Mohammeds dood schriftelijk te worden vastgelegd, kan eveneens niet door een wetenschappelijke benadering bevestigd worden.
De oudst bekende fragmenten van de Koran (of een voorloper) zijn in 1972 ontdekt inJemen. Door middel vankoolstofdatering wordt de oorsprong van de oudste van deze tekstfragmenten tussen645 en690 geschat. Echter, omdat bij koolstofdatering wordt uitgegaan van het jaar waarin een organisme is gestorven (dat in het geval vanperkament niet hoeft overeen te komen met de opgeschreven tekst) gaan wetenschappers op basis van dekalligrafie uit van een werkelijke datering van tussen710-715.[12] De oudste bekende volledige Koran, de zogenaamdeSamarkand Koran, stamt naar alle waarschijnlijkheid uit het einde van de8e tot het begin van de9e eeuw.[13]
De Koran verwijst veelvuldig naar thema's en verhalen over personen die eerder in deThora/Oude Testament en hetNieuwe Testament zijn beschreven. Dit betreft onder anderenMozes,Maria enJezus. Niet alle verhalen over deze figuren in de Koran komen overeen met deze eerder genoemde geschriften. Zo spreekt de Koran tegen dat Jezus aan een kruis stierf en opstond, en was volgens de Hadith nietIsaak de "zoon van de belofte", maar juistIsmaël, de stamvader van de Arabieren. Desalniettemin zijn de overeenkomsten dusdanig dat dewetenschappelijke consensus is dat de Koran veel aan deze eerdere teksten heeft ontleend. De traditioneel islamitische verklaring voor deze overeenkomsten is dat zowel de geschriften van dechristenen enjoden onvolledige en verstoorde versies van de islam zijn.
Naast joods-christelijke elementen zijn waarschijnlijk ook verscheideneheidense tradities uit voorislamitischeanimistische religies in de islam geïntegreerd, zoals hetheiligdom deKaäba en de rondgangen die daaromheen gemaakt worden tijdens deoemra en dehadj (tawaaf), elementen die volgens de islamitische traditie op Abraham teruggevoerd moeten worden.[14][15]
Grondslag van de islam
Een ArabischeKoranKinderen in eenmadrassa die de Arabische Koran uit het hoofd leren tereciterenMohammed in demoskee
Koran
ZieKoran voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
DeKoran (ook wel Qur'an genoemd) spreekt tevens met respect over deislamitische heilige boeken, deThora (Tawrat), dePsalmen (Zaboer) en hetBijbelseEvangelie (Indjil), waardoor volgens de islam God in vroeger tijden eveneens tot de mensen heeft gesproken. Men gelooft echter dat de Koran de laatste en beslissende openbaringen van God bevat en dat de andere heilige boeken veranderd en vervalst zijn.Joden enchristenen worden deMensen van het Boek genoemd en daar de Koran fragmentarisch is opgebouwd, geeft de Koran het advies om bij twijfel de Mensen van het Boek te raadplegen.
Er zijn verschillende alternatieve namen voor de Koran waaronder,Foerqaan (openbaring),Kitaab (boek) enMoeshaf (boek, dat wil zeggen bladzijden in een kaft). In traditionele zin betekentKoran letterlijk 'oplezing', wat erop duidt dat het niet alleen een tekst is die bestudeerd moet worden, maar vooral moet wordengereciteerd. Koranrecitatie wordt dan ook als een bijzondere vorm van kunst gezien en wordt onderwezen inmadrassa's. Pas door een kundige recitatie komt depoëtische kwaliteit van de tekst tot uitdrukking. Overigens is het Arabisch een taal die zich bij uitstek leent voorpoëzie en de dichtkunst staat in Arabisch sprekende landen op een hoog niveau. Grote dichters worden er als helden vereerd.Soennitische moslims organiseren poëzie-bijeenkomsten (Mehfil-e-Naat) waar men Arabische gedichten en poëzie voordraagt.
Moslims geloven dat de inhoud van de Koran in hetArabisch geopenbaard werd en die taal is voor de islam dan ook de taal van dehemel (lughat al-sama). Men gelooft dat het Arabisch van God komt en dat deze hemelse taal niet goed genoeg in een aardse taal kan worden omgezet. Vertalingen van de Koran worden dan ook door moslims gezien als minderwaardig en onbetrouwbaar. Een probleem is dat tegenwoordig verreweg de meeste moslims geenArabieren zijn en niet het Arabisch alsmoedertaal hebben, al is het wel zo dat ook veel niet-Arabische moslims Arabisch leren. Daarom wordt in de praktijk toch vaak een vertaling van de Koran gebruikt. Deze vertaling wordt beschouwd als de interpretatie van de betekenissen van de koran en heeft dus niet de heilige status die de Arabische Koran heeft.
Hadith
ZieHadith voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Naast de Koran wordt door veel moslims aan deHadith (dat zijn deoverleveringen van Mohammed en zijn volgelingen) veel gezag toegekend. Pas in733, een eeuw na de dood van de profeet in632, verscheen de eerste biografie van Mohammed verzameld en samengesteld doorMohammad Ibn Ishaq.
In grote verzamelingen overleveringen staat beschreven wat Mohammed (of zijn naaste volgelingen) zei en deed, desoenna ofwel 'de weg' geheten. Men kent ook aan zijn algemene spreken en handelen het gezag van een goddelijke openbaring toe.Islamitische wetgeleerden entheologen hebben de eerste drie eeuwen veel gediscussieerd over de vraag welke van de overgeleverde tradities, die elkaar op sommige punten tegenspreken,authentiek zijn en welke later verzonnen zijn.
Een uitlegger en 'redacteur' van de Hadith uit de negende eeuw wasAl-Bukhari, eensoennitisch geleerde. Samen metMuslim, een andere Hadith-geleerde, legde hij collecties aan van 'zeer betrouwbare' Hadith. Zij hebben daarmee grote invloed gehad op de ontwikkeling van deislamitische jurisprudentie. De Koran en de Hadith vormen met elkaar de basis voor het leven en de leer van demoslims.
Uit de Koran en de Hadith werden later de islamitische wetten samengesteld, desharia. In ongeveer de helft van deislamitische landen wordt de sharia in een gemengd rechtssysteem gebruikt, naast een wetgeving volgens westers model.
De Hadith-collecties verschillen per stroming (soennieten, sjiieten, etc.) en worden door aanhangers van hetKoranisme als onnodig beschouwd omdat de Koran er negatief over zou zijn.[16]
De leer
Mohammed wordt ontvangen door de vieraartsengelen. Afbeelding uit 1436; in tegenstelling tot de soennitische gewoonte, tonen de sjiitische Perzische afbeeldingen wel het gezicht van Mohammed
God wordt door moslims aanbeden alsschepper van alles. Hij is (ver boven de mens) verheven,soeverein,barmhartig,almachtig enalwetend. De islam kent aan God99 eigenschappen toe. Volgens moslimsopenbaart God niet zichzelf; Zijn tekenen van bestaan zijn wel te herkennen in de pracht van deschepping. Niets van God is door de mens te kennen, behalve Zijn wil, die via Mohammed aan de mens geopenbaard is. Moslims spreken de grootheid van God vaak uit door middel van de uitdrukkingAllahoe akbar (God is groter/de grootste - het Arabisch kent geen overtreffende trap). Centraal staat ook het begriptawhied, dat letterlijk 'Het ontkennen van een gelijke aan God in al Zijn eigenschappen, namen en daden' betekent. Het staat voor het principe dat God de enige is die er werkelijk toe doet.Tawhied is daarom tegen descheiding van geloof en staat en staat aan de basis van hetislamisme, oftewel de politieke islam.
Moslims geloven (evenals veelchristenen enjoden) in het bestaan van door God geschapenengelen, dienaren van God. De islam kent vieraartsengelen en miljoenenbeschermengelen. Ook geloven moslims traditioneel dat naast elk mens twee engelen zitten: één aan de rechterkant die zijn goede daden en woorden noteert, de ander aan de linkerkant om zijnzonden op te schrijven. Verder kent de islam, vergelijkbaar metanimistische religies, mannelijke en vrouwelijke geesten of geestelijke wezens, dedjinns. Deze wezens spelen een grote rol in het dagelijks leven van aanhangers van de z.g.volksislam. Hierin spelenbijgeloof,magie zoals hetboze oog een belangrijke rol. De Koran leert ook dat deduivel,Iblis ofShaitan, eendjinn is.[17] In tegenstelling tot de andere engelen buigt hij niet voorAdam[18]
Hoewel djinns andere wezens zijn dan mensen zitten ze volgens de islam in dezelfde positie als de mensen. Ze hebben de keus om God al of niet te volgen. Onder hen bestaan daarom dus ookmoslims enniet-moslims. Net als in het christendom en jodendom geleerd wordt zijn degeestelijke wezens die God niet willen volgen bekend als kwade geesten ofdemonen.
De islam kent de concepten van vergeving en verlossing vanzonden niet; ieder mens blijft zélf altijd verantwoordelijk voor zijn eigen daden en moet de gevolgen daarvan dragen bij het eindoordeel. Dateindoordeel is afhankelijk van de eindbalans tussen zonden en goede daden. De islam is geenKerk en heeft in principe geen kerkelijkehiërarchie. Iedere moslim is vrij om eeninterpretatie van een geestelijke voorganger te kiezen.
De islam leert dat alle levende wezens op aarde op dedag van de wederopstanding door Godgeoordeeld zullen worden en wel op basis van hun daden. In tegenstelling tot het christendom leert de islam geenerfzonde, maar wel de neiging van ieder mens om van het goede pad af te dwalen. De islam kent vergelijkbaar met christenen wel een islamitische opvatting van deHeilige Geest, genaamdRoeh Al-Qoedoes, maar wijst deheilige drie-eenheid resoluut af.
Adam wordt in de Koran net zo goed alsEva (die niet bij naam wordt genoemd) verantwoordelijk gesteld voor dezondeval. Hij had zijn partner immers moeten afhouden van het overtreden van Gods gebod. 'Zonde' is voor de moslim het begaan van fouten door slechte invloed van buitenaf of van de eigenziel.Gedragsproblemen komen gedeeltelijk van binnenuit (nafs) en gedeeltelijk van buitenaf (invloed vriendenkring, mensen met een slechte invloed, beïnvloeding door deconsumptiemaatschappij, invloed vanShaitan). Slechte daden kunnen gedeeltelijk worden gecompenseerd door het vervullen vanFard (religieuze plichten), onderwerping aan de wil van God en het doen van goede daden. Ieders goede en slechte daden zullen tegen elkaar afgewogen worden op de 'dag van deopstanding', ook wel 'het uur' of 'de dag van het oordeel' genoemd. Door devergevingsgezindheid van God (Rahim) kunnen mensen dehemel bereiken. Soms voorafgegaan door een tijdelijke straf in dehel. Een positieve balans resulteert altijd in rechtstreekse toelating tot hetparadijs. Eeuwige straf krijgen ook moslims dieridda hebben begaan, oftewel Gods bestaan hebben ontkend en daarmee getornd hebben aan de inhoud van degeloofsbelijdenis.
Algemeen aanvaard is het geloof in de komst van eenmessiaanse figuur,al Mahdi ('de door God geleide'), die de wereldgerechtigheid zal brengen en terug zal voeren naar deware islam. Maar omdat de Koran daarover zwijgt en sommige van Mohammeds uitspraken daarover, zoals opgetekend in deHadith, onbetrouwbaar worden gevonden, blijft de identiteit van dit figuur onderwerp van discussie binnen de islam. Zo zou het kunnen gaan om de profeet Isa alsmessias, maar zou het ook kunnen gaan om de profeet Isa die de messias op deze Dag zal komen brengen. Op dit punt hebben desjiieten ensoennieten heel afwijkende opvattingen.
Hetparadijs (djannah) wordt in de Koran beschreven als een plaats waar geen moeite, verdriet of vermoeidheid is en waar de rechtvaardigen het aangezicht van de Godheid mogen zien. De paradijsbewoners mogen liggen opzijden rustbanken aan de oevers van stromende rivieren, terwijl zij genieten van hemelsespijzen en dranken, die hen door jongelingen worden aangereikt. Donkerogigemaagden (hoeri's) staan voortdurend tot hun beschikking. Veel gelovigen vatten deze beschrijving letterlijk op. Moslimgeleerden benadrukken daarnaast hetallegorische karakter ervan. Zo zouden de bomen de goede daden symboliseren en de rivieren het geloof van de rechtvaardigen. Omdat de goede vrouwen van de rechtvaardigen ook in het paradijs komen, moeten dehoeri's, net als de spijzen en dranken, symbool staan voor geestelijke zegeningen. Overigens komt het begriphoeri's slechts viermaal voor in verzen die in de vroegere periode (inMekka) zijn geopenbaard. Veel vaker komt het neutralezawjd voor, dat met partner vertaald kan worden. Vooral voor eenfeministische uitleg van de Koran is dit van belang. Ook met betrekking totislam en homoseksualiteit lijken in dezeayaat mogelijkerwijs een aantal verwijzingen te staan.
Kufr betekent in het Arabisch 'ongeloof, ontrouw',kafara betekent 'bedekken, verbergen; ongelovig zijn'. In de Koran wordt het woord kafr gebruikt om te refereren aan mensen die de realiteit van Gods heerschappij en autoriteit ontkennen of verbergen. In de islam worden er verschillende gradaties van kafr onderscheiden met verschillende onderliggende redenen, variërend van arrogantie en koppigheid tothypocrisie.[19]
Eenongelovige wordt in de Koran eenkāfir genoemd. Eenkāfir verwijst naar iemand die ondankbaar is jegens God.[20] OokShaitan wordt in de Koran een kafir genoemd, terwijl hij zojuist nog met God gesproken had.[21] Doorgaans wordt met kafir iemand bedoeld die het bestaan van God ontkent, ook welshirk genaamd.Mensen van het Boek vallen hier niet onder, ondanks de voor moslims onaanvaardbaredrie-eenheid.Jezus (Isa) wordt door de islam wel als belangrijke profeet erkend, maar niet alszoon van God.
Veel moslims kennen een sterke afhankelijkheid vanhet lot zoals God dat beschikt (Insha'Allah, zoals God het wil), zowelgoed als kwaad. De islam leert hen echter alles te doen wat in hun vermogen ligt om het kwade af te wenden, en pas daarna op God te vertrouwen. Het gebruik vanmedicijnen ten tijde van ziekte is voor een moslim dan ook verplicht en hij moet niet op hetlot vertrouwen zonder verder iets te ondernemen.
Moslims zien 'heil' en 'redding' als een zaak van de hele wereldgemeenschap, de universele islam. Velen zeggen dan ook te streven (ook wel uiterlijkejihad genoemd) naar het realiseren van één wereldomvattendeislamitische staat. Leven in één moslimgemeenschap, deoemma, geleid door moslims die kennis hebben van Gods wil, zou alle mensen helpen de wil van God op te volgen.
De praktijk van het islamitisch geloof steunt op een stelsel vanriten en plichten, defiqh, waarvan de 'Vijf zuilen van de islam' de belangrijkste zijn, namelijk degetuigenis (desjahada), het verrichten van de vijfmaal daagse verplichte gebeden (desalat), het geven van aalmoezen (dezakat), het overdagvasten in de maandramadan en het maken van een bedevaart naarMekka (dehadj). Elke moslim is traditioneel verplicht zich, indien maar enigszins mogelijk, aan deze vijf verrichtingen te houden. Hiermee worden de persoonlijke discipline van elke gelovige zowel als de onderlinge gemeenschap en de gehoorzame dienst aan God uitgedrukt.
De Koran geeft ook voorschriften omtrent het gebruik van voedsel. Voedsel kanhalal (toegestaan) ofharam (niet toegestaan) zijn. Veel van deze voorschriften komen overeen met deThora, de boeken vanMozes. Zo is het eten van vlees afkomstig vanvarkenachtigen (bijvoorbeeldvarkensvlees) verboden, behalve in tijd van nood. Ook wordt volgens de meestetafsir in de Koran het drinken vanalcoholische dranken verboden.
Moslims houden hun gezamenlijke erediensten meestal in demoskee, maar op zich kan op iedere reine plek hetverplichte gebed worden verricht.Bidden kan alleen geschieden in staat van rituele reinheid (woedoe) en bestaat uit een serie buigingen en teraardewerpingen, waarbij onder meer uit de Koran wordtgereciteerd. Het gebed wordt afgesloten met een korte draaiing van het hoofd naar rechts en naar links onder het uitspreken vanas salaamoe `alaykoem wa rahmatullah (vrede zij met u en de genade van God) om de engelen te groeten die de goede en slechte daden van de gelovige bijhouden of om het contact met de wereld om zich heen te herstellen. Tijdens het gebed richt men zich zo mogelijk naar deKaäba inMekka. In het begin van Mohammeds profeetschap verrichtten de moslims hun gebeden in de richting vanJeruzalem, maar deqibla werd later tijdens zijn profeetschap veranderd naar Mekka.
Het hoogtepunt van de week ligt voor moslims op vrijdagmiddag, vergelijkbaar met desjabbat voor joden en de zondag voor dechristenen. Er wordt voorafgaand aan hetdhuhr-gebed dan een preek (khutbah) gehouden, gevolgd door het gezamenlijke gebed, dat dan twee rakaat omvat in plaats van vier. Het betreft echter geenrustdag; er mag gewerkt worden op deze dag.
De islam kent geenpriesterschap, maar wel geestelijke zowel als politieke leiders,theologen en rechtsgeleerden. Bij soennitische moslims wordt geestelijk en politiek leiderschap niet gecombineerd, bijsjiieten wel. Een voorganger in de moskee (voor soennitische moslims) wordtimam (van het Arabischeamma, 'vooraan lopen') genoemd, bij sjiieten wordt de term ook gebruikt voor een belangrijk geestelijk leider. Andere religieuze titels zijn:sjeich (soefileider; dit kan bij zowel soefi's als bij soennieten gebruikt worden),alim (meervoudoelema) 'jurist/theoloog',ayatollah (sjiisme),moefti (juridisch adviseur) enkalief (hoofd van hetkalifaat). Verder wordt een vernieuwer van het geloof eenmujaddid genoemd en een strijder voor het geloof eenmujahed. Eenqadi ten slotte is een islamitisch rechter.
Van plaats tot plaats wordt de islam anders beleden, vaak binnen de culturele kaders van het volk dat de islam aanhangt of heeft aangenomen. Vaak zijn de initiële (religieuze) gebruiken van een volk of groepering verweven met die van de islamitische (Arabische) uitgangspunten. In deze context spreekt men ook wel vanvolksislam. VanKoranische moslims spreekt men in het geval van moslims die alleen de Koran accepteren en de Hadith verwerpen.
Binnen de islam zijn er verschillendestromingen. De twee grootste stromingen zijn ontstaan ten gevolge van een conflict over de opvolging van Mohammed. De islam kent hierdoor geen centraal leergezag en er is ook geen religieus-spiritueel leider, zoals depaus in deRooms-Katholieke Kerk, wiens gezag door rooms-katholieke christenen algemeen erkend wordt.
Hetopvolgingsconflict ontstond doordatMohammed, ondanks het feit dat hij negen vrouwen had, geen levende mannelijke afstammeling had verwekt (zijn enige zoon was jong overleden). Tot ongenoegen van enkele moslims werd na de dood van Mohammed diens vriendAboe Bakr als opvolger aanvaard en nietAli, een neef (en schoonzoon) van Mohammed. Ali werd uiteindelijk de vierdekalief, maar hij werd in 661 vermoord. Zijn zoonHoessein volgde hem op, maar deze werd in 680 eveneens gedood door het leger van deOmajjaden. Na een kleine dertig jaar resulteerde dit tot het ontstaan van twee hoofdstromingen: hetsjiisme en hetsoennisme. Waar de soennieten in de vier kaliefen geloven (Aboe Bakr,Omar,Oethman, Ali), geloven de sjiieten inde Twaalf Imams, die wél als mannelijke afstammelingen van Mohammed worden gezien via zijn dochterFatima Zahra.
Het soennisme en het sjiisme verschillen niet zozeer op het gebied van elementairegeloofsleer en religieuze verplichtingen, maar wel op het gebied van niet-verplichte feesten, tradities en praktijken. Er worden verschillende versies van deHadith gehanteerd.
Naast soennisme en sjiisme bestaat er binnen beide stromingen eenmystieke substroom, hetsoefisme.
Soennisme
ZieSoennisme voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De naam voor deze stroming is afgeleid van het Arabische woordsoenna, 'gewoonte'. Soennieten vormen de grootste groep binnen de islam. Kenmerk: soennieten geloven dat de moslim Mohammed zo getrouw mogelijk moet navolgen in onder meer eet- en leefgewoonten enethisch gedrag. Dit maakt voor soennieten de betrouwbareHadith, die de leefgewoonten van Mohammed beschrijven, erg belangrijk. Het leiderschap van de gemeenschap werd overgenomen doorkaliefen, waarvan er vier door soennitische moslims alsrechtgeleid worden beschouwd. De overgrote meerderheid (ca. 85%) van de moslims is soenniet. Het soennisme kent vierrechtsscholen (richtingen) ook welmadhhab (مذّهب) genoemd:
De soennieten krijgen vaak kritiek van andere stromingen omdat hun leer,hadith-keuze en praktisering te veel 'beïnvloed' zou zijn door deOmajjaden.
Substromingen:
salafisme - puriteinse stroming binnen het soennisme gebaseerd op dehanbali-madhhab, die terug wenst te keren naar een originele islam. Salafisten streven ernaar omas-Salaf as-Saalihien (de vrome voorgangers, namelijk Mohammed, zijnmetgezellen en de generatie daarna) na te volgen.
Sjiisme
ZieSjiisme voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Sjiieten stellen dat het leiderschap na de dood van Mohammed overgenomen moest worden door een lid van zijn familie en zij gaven de voorkeur aan zijn schoonzoonAli. Dit baseren zij opHadith waarin Mohammed Ali als zijn directe opvolger aanwijst. Sjiieten leven vooral inAzerbeidzjan,Bahrein,Irak enIran, waar ze de meerderheid vormen. Ze vormen een minderheid inAfghanistan,Jemen,Koeweit,Libanon,Pakistan,Saoedi-Arabië,Syrië enTurkije. Kenmerkend voor sjiieten is het gezag dat zij aan deimam toekennen. De belangrijkste groep sjiieten, deTwaalvers, erkennen dat erTwaalf Imams zijn geweest die de ware opvolgers waren van de profeet Mohammed. De twaalfde imam, deMahdi, verdween mysterieus en zijn gehoopte terugkeer is een belangrijk kenmerk van het sjiisme. Ook het sjiisme heeft verschillende rechtsscholen, zoals deJafari.
Substromingen:
alawieten - een stroming binnen het sjiisme (niet verwarren met dealevieten, zie beneden). Erkennende Twaalf Imams als de ware opvolgers van de profeet Mohammed. Qua praktisering heeft deze stroming veel gemeen met de sjiieten. Komt voor in het westen van Syrië, het uiterste zuiden van Turkije en het noorden van Libanon.
alevitisme - deze mystieke stroming wordt ook wel vaak omschreven als een spiritueel religieus-humanistische stroming binnen het sjiisme, gebaseerd op de leer van de 13e-eeuwse soefi-meesterHadji Bektasj Veli. Geloven ook inde Twaalf Imams. De praktisering komt overeen met het soefisme (voornamelijk deBektashi-orde). Komt vooral voor in Turkije.
assassijnen - een stroming binnen het isma'ilisme.
druzen - een uit het sjiisme voortgekomen mystieke sekte. Druzen worden door andere moslims niet altijd als islamitisch gezien. Druzen wonen van vroeger uit in Libanon,Syrië,Israël (inclusief de Palestijnse gebieden) enJordanië, en tegenwoordig ook in deVerenigde Staten enAustralië.
isma'ilisme of Zeveners - mystieke stroming binnen het sjiisme, die in de terugkeer van de zevende Imam gelooft. Komt voor in Syrië en Libanon.
ithna ashri of twaalvers - De grootste en belangrijkste stroming binnen het sjiisme. Erkennende Twaalf Imams als de ware opvolgers van de profeet Mohammed.
zaidieten of vijvers - stroming binnen het sjiisme die slechts de eerste vijf imams erkennen. Komt vooral voor in Jemen en het zuidwesten van Saoedi-Arabië.
Soefisme
ZieSoefisme voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Enkelesoefi's die buiten ronddraaien als vorm van aanbidding.
Het soefisme is eenmystieke,spirituele beweging binnen zowel het soennisme als het sjiisme. Het soefisme wordt ook aangeduid als de volksislam. Het wordt ook weltasawwoef genoemd en beschreven als het hart van de islam.Soefisme vormt een innerlijke,mystieke of de psycho-spirituele dimensie binnen de islam. Het voeren van eeninnerlijke strijd en het ontwikkelen van zelfdiscipline zijn belangrijke kenmerken van een soefistische levenshouding. Door het doen van spirituele,meditatieve oefeningen, meestal onder leiding van een spirituele meester, hoopt men 'dichter bij God' te komen.De meningen vanislamitische geleerden over het ontstaan van het woord soefisme zijn verdeeld. Sommigen zien een relatie met het Griekse woord 'sophia', watlevenswijsheid betekent, anderen zeggen dat het verwijst naar arme moslims die naast de moskee van de Profeet inMedina op een bank (soefa) zaten. Ook bestaat de opvatting dat de benaming afkomstig is van hetPerzische woord voor wol, aangezien veel soefi's eenvoudige wollen kleding droegen die paste bij hun soberelevensstijl.
Koranisme
ZieKoranisme voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
HetKoranisme is de groeiende overtuiging die de religieuze autoriteit van deHadith-verzamelingen geheel of gedeeltelijk afwijst en beschouwt de Koran als meest (of enige) gezaghebbende tekst in de islam. De Koran zou ervoor waarschuwen dat ongegronde Hadith doen dwalen van het ware pad van God. Koranisten zijn van mening dat veel hadith door deomajjaden zijn gefabriceerd en dat ook de praktisering van de orthodoxe meerderheid hierdoor en door pre-islamitische rituelen en gebruiken is beïnvloed.
Al in de tijd van de geleerdeAl-Schāfiʿī (767-820) waren de eerste critici van de hadith-tradities; hun argumenten vonden echter niet veel bijval onder moslims. Vanaf de 19e eeuw begonnen reformistische denkers als Sayyid Ahmad Khan, Abdullah Chakralawi en later Ghulam Ahmad Parwez in India systematisch de hadith en de islamitische traditie in twijfel te trekken.[22] Tegelijkertijd was er een langdurige discussie over het exclusieve gezag van de Koran in Egypte, op gang gebracht door een artikel van Muhammad Tawfīq Sidqī genaamd "Islam is de koran alleen" (al-Islām huwa l-Qurʾān waḥda-hū) in het tijdschrift al-Manar.[23][24] Het koranisme kreeg in de 20e eeuw ook een politieke dimensie toenMuammar al-Gaddafi de koran tot de grondwet van Libië verklaarde.[25] In Amerika richtte Rashad Khalifa, een Egyptisch-Amerikaanse biochemicus en ontdekker van deKorancode (Code 19), een hypothetische wiskundige code in de Koran, de organisatie "United Submitters International" op.[26]
Khawarij
ZieKharidjieten voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Dekhawarij is een oorspronkelijk zeer radicale, latertoleranter gewordenstroming binnen de islam die zich onderscheidt van zowel soennisme als sjiisme. Belangrijke kenmerken in de leer zijn de nadruk op daden in plaats vandogma's, en het hebben van een goede inborst als geloofsrechtvaardiging. Zij verwerpenritualisme encorrupt leiderschap, wat in het verre verleden leidde tot meerdere opstanden tegen het heersende gezag.
Substromingen:
ibadieten - de staatsgodsdienst vanOman. De meest tolerante vorm van islam op het Arabisch Schiereiland. Ook groepenKabylen zoals demozabieten inAlgerije zijn aanhangers van deze stroming.
asharisme - een sekte die in de 9e eeuw gesticht is als reactie tegen het moetazilisme.
moetazilisme - een liberale, rationalistische stroming binnen de islam.
qadarisme - een van de eerste sekten die zijn ontstaan binnen de islam; deze sekte legt de nadruk op het lot van de mens die een vrije wil heeft los van Allah.
volksislam - de islam gemengd met pre-islamitische rituelen.
Islam Nusantara - een gematigde Indonesische stroming in de islam sinds de 16e eeuw, die gepropageerd werd doorAbdurrahman Wahid, islamgeleerde en president van Indonesië tussen 1999 en 2001 en door de latere Indonesische regeringen als tegenwicht voor het radicaliserendesalafisme vanuit Saoedi-Arabië.[27]
De westerse invloed die tegen het einde van de19e eeuw de islamitische wereld bereikte, als gevolg van hetkolonialisme, heeft ook de beleving van de islam in veel landen veranderd.
In hoofdlijnen kan de manier van reageren door moslims op de moderne,seculiere wereld, verdeeld worden in eenfundamentalistische dan wel een meerliberale reactie. Met namemoslimfundamentalisten waren tegenstanders van deze westerse waarden terwijl seculiere moslims voorstanders waren. In eerste instantie probeerden de meesten de islam te verzoenen met dewesterse waarden en argumenteerden bijvoorbeeld dat de islam altijd een sterk democratisch karakter had gehad. Anderen waren teleurgesteld over het feit dat sommige islamitische landen door westerse mogendheden overheerst werden. De westerse idealen bleken helemaal niet zo vanzelfsprekend omdat achterstelling van moslims in het bestuur van de landen toen nog algemeen voorkwam.
Indonesië is het land met de grootste moslimpopulatie in de wereld.[28]
Hetmoslimfundamentalisme wordt door analisten alsKaren Armstrong als een in wezen moderne stroming beschouwd. Zij stelt dat ditfundamentalisme, net als hetchristenfundamentalisme, gezien moet worden als een tegenreactie op het dwingende karakter van desecularisering. De gelovigen die zich tot het fundamentalisme keren zijn vaak teleurgesteld in het moderne experiment. Ook zijn zij bang dat de secularisatie tot beperkingen van hun mogelijkheden tot uitoefening van hun religie zullen leiden. In hetMidden-Oosten waren in dejaren 60 en70 van de twintigste eeuw diverse seculiere leiders aan de macht (waaronderNasser in Egypte en deSjah in Iran) die depolitiek-fundamentalistische stromingen soms hardhandig onderdrukten, terwijl zij de maatschappij naarwesters model trachtten te hervormen.
De Franse islamkennerOlivier Roy stelt dat de inwesterse landen wonendemoslimextremisten – vaakimmigranten van de tweede generatie – zichzelf eenidentiteit aanmeten met een fundamentalistische vorm van de islam. Roy spreekt in dit geval wel vanborn again moslims.
Er zijn diverseliberale bewegingen binnen de islam en deze bewegingen zoeken naar manieren om de islam te verzoenen met demoderne wereld. Het karakter van de vroegesharia was volgens hen flexibeler dan de tegenwoordige, en sommige hedendaagse moslims vinden dat de huidige regels ook flexibeler moeten worden toegepast. Daarvoor moet een nieuwefiqh (islamitischejurisprudentie) worden ontwikkeld, toepasbaar in de moderne wereld. Deze stromingen betwisten niet de fundamenten van de islam, maar men wil de vroegere status van hetKalifaat als een centrum van vrijheid en reflectie (vooral in de eerste eeuwen van de islam, van ca. 700 tot ca. 1100) weer terugbrengen. Dit willen zij onder meer door de "poorten van deidjtihad (weer) te openen".
De stelling dat alleenliberalisering van desharia zal leiden tot een onderscheid tussen detraditionele vorm en de 'echte' islam wordt door vele moslims weerlegd door te zeggen dat hetfundamentalisme culturele interventie verwerpt.Moslimfundamentalisten stellen bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen door God gegeven rechten en plichten hebben die geen mens mag overtreden of betwisten. Discussie over dedogma's is in deze visie dan weer uit den boze.
Vanaf 1960 vonden er interessante ontwikkelingen plaats op het gebied van herinterpretatie van de Koran en vernieuwing vanislamitische theologie, deels door klassiek geschoolde 'dissidente' islamgeleerden in deislamitische wereld, maar ook door islamitische geleerden die aan westerse universiteiten verbonden zijn. De belangrijkste vernieuwers van het islamitisch denken op dit moment zijn:
Ziemoslimfeminisme voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Vooral in het westersefeminisme bestaat de opvatting datvrouwenemancipatie slechts mogelijk is door dereligie aan de kant te schuiven. Voor veel moslima's is het afstand doen van de islam (ridda) echter geen optie, omdat zij dan de kans lopen gedood te worden, naar de vaste islamitische straffen (hadd). Aan het eind van de19e eeuw stond er onder meer in Egypte een emancipatiebeweging op die de in de Koran genoemde gelijke rechten voor vrouwen opeiste.
Meerdere geleerden, zowel mannen als vrouwen, hebben de stellingen op diverse manieren uitgewerkt en allen komen tot de conclusie dat de islam in wezen bijdraagt aan deze gelijkwaardigheid. Voorwaarde hierbij is, dat het emancipatoire karakter van deopenbaring herkend wordt, en dat de Koraninterpretatie (tafsir) ontdaan wordt vanpatriarchale gewoonten, die veelal te maken hebben metpre-islamitische gebruiken en traditionele opvattingen die op een Korantekst wordengeprojecteerd. Een voorbeeld hiervan is dat de getuigenis van een vrouw in hetislamitische rechtssysteem slechts de helft waard zou zijn van dat van een man. Hierover zijn echter de meningen sterk verdeeld:Abu Hanifa van dehanafitische rechtsschool was bijvoorbeeld van mening dat vrouwen ook alsrechter konden optreden.[29]
Islamgeleerden zijn het erover eens dat voor God de vrouw 'gelijkwaardig' is aan de man.[bron?] Daarnaast hebben vrouwen de mogelijkheid zowel politiek, sociaal als economisch deel te nemen aan desamenleving. Zij mag zelf een echtgenoot kiezen, maar ook deelnemen aan het opstellen van haar huwelijkscontract. De vrouw heeft binnen het huwelijk de vrijheid om thuis te blijven of te gaan werken. De man kan hier niets eisen van de vrouw; hij moet in principe de financiële zorg op zich nemen. Wat de vrouw zelf verdient of erft is voor haarzelf, zij is niet verplicht dit te gebruiken voor de zorg van het gezin. De vrouw wordt als moeder en echtgenote binnen de islam hoog gewaardeerd. In de praktijk echter, staan veel moslima's in minder aanzien dan hun broers en worden ze vaak op heel jonge leeftijduitgehuwelijkt. Na een uithuwelijking moeten ze vaak, als gevolg van depatriarchale familiestructuur, een ondergeschikte positie aan hun man of zijn familie innemen.
De vaak uit de Koran aangehaalde 'corrigerende tik' (met een soort stokje waarmee tanden worden gepoetst) na veelvuldig ongehoorzaam aan haar echtgenoot te zijn geweest, is geen vrijbrief voor gebruik van fysiekgeweld tegen haar. Daarnaast heeft anderetafsir van dezeaya (Koran-passage) tot de conclusie geleid dat het niet gaat om 'slaan', maar om het 'weggaan' bij de vrouw door de man.
Ondanks deze inzichten is de praktijk in veel islamitische landen dat de vrouwen niet de rechten krijgen die de Koran hen volgens deze feministische interpretatie toekent. Daarnaast blijken in de praktijk veel moslima's het slachtoffer te worden vanhuiselijk geweld enseksisme.
Reza Aslan:Geen god dan God. Oorsprong, ontwikkeling en toekomst van de islam (oorspronkelijke titel:No god but God, the Origins, Evolution and Future of Islam), 2005,ISBN 90-234-1753-4.
Karen Armstrong:Islam, geschiedenis van een wereldgodsdienst (oorspronkelijke titel:Islam, A Short History), 2001,ISBN 90-234-1096-3
↑De Koran, in de vertaling van prof. dr. J.H. Kramer, bewerkt door drs. A. Jaber en dr. J.J.G Jansen, uitgeverij de Arbeiderspers, 2003, blz. 5,ISBN 90 295 2550 9