Hugo Ball | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Hugo Ball. Afkomstig uitDe Stijl, 8e jaargang, nummer 85/86 (1928): p. 98. | ||||
Persoonsgegevens | ||||
Geboren | 22 februari1886 | |||
Overleden | 14 september1927 | |||
Geboorteland | Duitsland | |||
Beroep(en) | dichter | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Stijl(en) | dadaïsme | |||
RKD-profiel | ||||
|
Hugo Ball (Pirmasens (Duitsland),22 februari1886 –Montagnola (Zwitserland),14 september1927) was eenZürichsdadaïst en initiatiefnemer vanCabaret Voltaire.
Ball werd geboren in eenkatholiek gezin in het zuiden van Duitsland. Hij studeerdefilosofie aan deUniversiteit van München waar hij kennis maakte met de filosofie van Nietzsche en met de Russischeanarchisten. Vanaf 1909 werkte hij aan zijn doctoraalscriptie over Nietzsche, maar in 1910 verliet hij plotseling de universiteit zonder zijn studies af te maken. Tijdens zijn studies was hij ook zijn katholiek geloof verloren. In 1914 vluchtte hij met zijn latere vrouwEmmy Hennings naar het neutraleZwitserland.
Ball was aanvankelijk een expressionist.[1] In het oorlogsjaar 1916 opende hij met Emmy HenningsCabaret Voltaire, een klein zaaltje in Zürich, dat ruimte bood aan hooguit 35 tot 50 mensen. Elke avond voerden Ball en zijn dadaïstische vrienden een programma op waarin ze de burger opschrikten met nonsensicale teksten, simultane gedichten. Gedesillusioneerd door deEerste Wereldoorlog wilde Ball met zijn voorstellingen het burgerlijke – en in zijn ogen wellicht[bron?] hypocriete – publiek een spiegel voorhouden. Dat hij zijn rol hierin uiterst serieus nam blijkt uit het volgende dagboekfragment uit 14 april 1916: "Ons Cabaret is een gebaar. Ieder woord dat hier gesproken en gezongen wordt, gewaagt tenminste van dat ene, dat het deze vernederende tijd niet gelukt is ons respect af te dwingen. Wat zou er ook respectabel en imponerend aan kunnen zijn? De kanonnen? Onze grote trom overstemt ze. Het idealisme? Dat is allang een lachertje geworden, in zijn populaire en zijn academische uitgave. De grandioze slachtpartijen en kannibalistische heldendaden? Onze vrijwillige zotheid, onze geestdrift voor de illusie zal ze te schande maken".[2]
Hij maakte veelalklankgedichten. Het eerste, uit 1917, had als titelKarawane[3] en bestaat uitsluitend uit niet-bestaande woorden. Het werk, zonder narratief of boodschap, belichaamt de dada-principes van absurditeit, provocatie en afwijzing van traditionele betekenis en logica. De voordracht van dit gedicht schijnt geleken te hebben op een religieus ritueel en Ball zou tijdens hetdeclameren van dit loze gedicht ineens hebben moeten terugdenken aan zijn katholieke jeugd en aan delamentaties bij eenrequiem.[bron?]
Ball maakte een evolutie door van dadaïst naarmysticus en bekeerde zich omstreeks 1920 tot hetkatholicisme. Zijn oude kunstenaarsvrienden beschouwden zijn bekering als verraad aan de avant-gardistische zaak. Hij schreef ook de romanTenderenda de Fantast (die dadaïstischehymnen enlitanieën bevat) en blikte terug op zijn geestelijke ontwikkeling in zijn dagboekDie Flucht aus der Zeit (1927).
Ball overleed op 41-jarige leeftijd aan kanker, in het bijzijn van zijn vrouw en stiefdochter.