Eenhoutwal ofboomwal is een aarden wal begroeid met bomen en struiken, die een lijnvormig element in een landschap vormt.Ook een houtril oftakkenwal vandood hout wordt soms een houtwal genoemd. Een rij met bomen zonderondergroei wordt eenhoutsingel, boomsingel of kortweg singel genoemd, vooral in Noord-Nederland.
De ouderdom van deze landschapselementen varieert sterk. Ze zijn vaak bij eenontginning aangelegd, in zeldzame gevallen zijn het overblijfselen vangrenswallen uit de middeleeuwen.
De basisfunctie van de wallen was het afbakenen van bezit. Alserfafscheiding duidden ze de grenzen aan van percelen, weilanden, akkers oflandgoederen. Tegelijkertijd dienden ze om het wild buiten de landbouwpercelen te houden (wildwal) en om het vee binnen te houden. Vanwege hun rol als natuurlijk prikkeldraad werden vaak struiken met doornen aangeplant, zoals demeidoorn. Veel wallen hadden ook een functie als houtleverancier voorgeriefhout en brandhout. Er zijn ook houtwallen die aangelegd werden als bescherming tegen wind en omzandverstuivingen tegen te gaan.
Houtwallen en houtsingels zijn landschappelijk en ecologisch van bijzondere betekenis en herbergen een grote verscheidenheid aan planten- en diersoorten. De helling biedt variatie in nat/droog en warm/koud. De zonkant is dan vooral interessant voorinsecten,amfibieën enreptielen, de schaduwkant voor varens en mossen. De vegetatie onder de bomen wordt vaak gekenmerkt door soorten die buiten de houtsingels niet of nauwelijks in het gebied voorkomen, zoalskamperfoelie,maagdenpalm,bosandoorn,dauwnetel.