Horik I | ||
---|---|---|
Koning van Denemarken | ||
![]() | ||
Regeerperiode | (814),827 -854 | |
Sterfdatum | 854 | |
Voorganger | Hemming | |
Opvolger | Horik II |
Horik I (ook: Hárekr, Erik de Oude) (-854) was enig koning van Denemarken van 827 tot zijn gewelddadige dood in 854. Zijn regering staat bekend om de vele invallen in het Frankische Rijk vanLodewijk de Vrome, met name in wat toenFrisia genoemd werd en nu Nederland.
Horiks vader was koningGudfred, eveneens bekend van zijn succesvolle invallen en oorlogen tegen het rijk van Karel de Grote en het gebied van deAbodriten. In 810, werd Godfred door iemand in zijn eigen hofhouding vermoord en zijn neefje en opvolger koningHemming sloot vrede met Karel de Grote.
Hemming hield niet lang stand. Horik en een andere zoon van Gudfred namen in811 de macht over, en verjoegen later een rivaalHarald Klak genaamd, die zijn toevlucht nam aan het hof van de zoon van Karel de GroteLodewijk de Vrome. In 819 dwong Lodewijk de zonen van Godfred om Harald als medekoning te aanvaarden. Harald bekeerde zich in 826 tot hetchristendom met Lodewijk als zijnpeetoom, maar hij werd een jaar later opnieuw en ditmaal voorgoed uit Denemarken verdreven. Tegen die tijd was Horik de enige zoon van Godfred die nog in leven was en dat maakte hem enig koning der Denen.
In Frisia gingen de aanvallen echter door. DeFranken hadden geen vloot van betekenis en de Denen konden daardoor ongestraft aanval op aanval plegen. Zij vielenDorestad, bekend om zijn zilvermunt regelmatig aan (834, 835, 836) en ze plunderdenWalcheren in837.
Koning Horik schijnt deze invallen niet altijd goedgekeurd te hebben. Wanneer eenVikingleider te succesvol werd betekende dat namelijk voor hem een nieuwe rivaal. Daarom bestrafte hij soms de onruststokers. In836 stuurde hij een gezantschap naar Lodewijk met de boodschap dat hij niets met de voortdurende invallen in Frisia te maken had en de schuldigen zelfs ter dood had laten brengen. In838 volgde nog zo'n gezantschap maar deze keer vroeg Horik wel om de overdracht van de gebieden van deFriezen en deObodriten. Lodewijk ging er niet op in. In 839 klaagde Horik zelfs bij Lodewijk over de schade die door Friese plunderaars werd aangericht in zijn gebieden.
Horik weigerde tot het christendom over te gaan. Hij beschouwde het de religie van zijn vijanden en dwarsboomde pogingen van aartsbisschopAnskar vanHamburg-Bremen om zijn volk te bekeren. In 845 viel Horiks leger Hamburg aan en verwoestte de kathedraal. Dit was de laatste grote oorlog in het tegenwoordigeDuitsland. Horik trachtte gebruik te maken van de opstand van deSlaven waar de Franken mee kampten. Hij stuurde een grote vloot deElbe op maar deSaksen wisten hem een nederlaag toe te brengen. Lodewijk stuurde graafCobbo de Oudere, de broer van AbtWarin van Corvey om herstelbetalingen te eisen. Horik besloot om vrede te sluiten en toonde zich bereid om gevangenen vrij te laten en buit terug te geven. Dit bracht ook de Slaven ertoe ook vrede te sluiten en gijzelaars naar het Frankische hof te sturen ter verzekering van hun trouw.[1]In latere jaren veranderde zijn opstelling tegenover het christendom en werden de betrekkingen metAnskar wat beter. Anskar kreeg zelfs toestemming kerken te bouwen inSchleswig enRibe op land dat door de koning ter beschikking werd gesteld. Hij mocht ook het zendingswerk inZweden hervatten.[2]
In 850 dwongen een aantal familieleden ('nepotes') hem om hen als medeheersers te erkennen. Een ander 'neefje' van hem die hij in ballingschap gedwongen had, was in 854 inmiddels een succesvol Vikingleider geworden. Hij kwam terug en ontketende een burgeroorlog waarin Horik gedood werd.
Horik I werd opgevolgd doorHorik II, de jongere.