| Hertogdom Gelre | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| Land binnen hetHeilige Roomse Rijk (1339-1648) Deel vanGulik-Kleef-Berg (1538-1543) Gewest van deHabsburgse Nederlanden (1543-1648) Eén derZeven Verenigde Nederlanden (1648-1795) | |||||
| |||||
| |||||
| Kaart | |||||
| Het Hertogdom Gelre en het Graafschap Zutphen rond 1350. | |||||
| Algemene gegevens | |||||
| Hoofdstad | Geldern (1096-1347) Nijmegen (1347-1543) Arnhem (1543-1795) | ||||
| Regering | |||||
| Regeringsvorm | hertogdom | ||||
| Dynastie | Huis Gelre (1339-1371) Huis Gulik (1383-1423) Huis Egmont (1423-1473) Huis Valois-Bourgondië (1473-1493) Huis Egmont (1493-1538) Huis van der Mark (1538-1543) Huis Habsburg (1543-1648) geen (1648-1747) Huis Oranje-Nassau (1747-1795) | ||||
| Staatshoofd | hertog | ||||
| Plv. staatshoofd | stadhouder | ||||
Hethertogdom Gelre, meer volledig ook alshertogdom Gelre en graafschap Zutphen omschreven,[1] is een voormalighertogdom in het oosten van Nederland (provincie Gelderland), alsmede in Nederlands oostelijkNoord-Brabant,Noord- enMidden-Limburg en het daaraan grenzende noordwesten van de DuitseNederrijn. Vanaf begin 12e eeuw vielen deleenheren van Gelre onder hetKeurvorstendom Keulen, Utrecht en Münster, in 1339 verwierf de graaf van Gelre de titel van hertog. In 1543 voegdekeizer Karel V met geweld het hertogdom toe aan zijn Nederlandse bezittingen (Traktaat van Venlo).
Gelre was in de middeleeuwen een van de belangrijkste vorstendommen in deLage Landen en bestond destijds uit dekwartieren Zutphen, Veluwe, Nijmegen en het Overkwartier (Noord- en Midden-Limburg en een deel van de huidige deelstaat Nordrhein-Westfalen).
De eerste vermelding van de plaatsnaamGelre in een oorkonde is uit het jaar rond 900[2]. De schrijfwijze vertoonde diverse varianten:Gelre, Gielra, Gellero, Gelera en dergelijke. De naamsvarianten met een ingevoegde /-d-/ zijn jonger dan die vanGel(le)re. Het wordt soms Gelder genoemd, ten gevolge van de "d"-epenthese (het inlassen van een letter, hier de "d"; vandaar ook de woordafleidingen "Gelders" en "Gelderland").[3] In de 17e en 18e eeuw werd de naam van het hertogdom (en het voorgaande graafschap) steeds vaker gespeld alsGelder in plaats vanGelre, terwijl het gebied steeds vaker werd beschreven alsGelderland: het land vanGelder.
Het hertogdom Gelre en het latere Gelderland hebben hun naam te danken aan het sinds 1713 Pruisisch en vervolgens Duitse stadjeGeldern aan deNiers, in het Nederlands Gelre (Gelder, Gelderen) geheten, de oorspronkelijke hoofdstad van het hertogdom.Gellere (997),Gellera (1104/1105),Geldren (1167) stond oorspronkelijk wellicht voor een verhoogd gelegen nederzetting aan het drassige riviertje deNiers, of anders zouGellera een aftakking van de Niers geweest kunnen zijn.
Het historische hertogdom omvatte in het huidige NederlandGelderland en een groot gedeelte vanNoord- enMidden-Limburg, alsmede een klein gedeelte vanNoord-Brabant. Het strekte zich ook uit over een klein deel van het noorden van de tegenwoordige bondsstaat Noordrijn-Westfalen, met hierin onder andere de stedenGelder enViersen aan de rivierNiers.
Gelre was verdeeld in vier kwartieren, samen vormden zij deStaten van de Kwartieren:
Opper-Gelre, de bakermat van het hertogdom, omvatte het noordelijk deel van de huidige Nederlandse provincieLimburg, inclusiefVenlo enRoermond, en het aangrenzende gebied in Duitsland rond het eerdergenoemde stadjeGeldern of in het NederlandsGelre (Gelder, Gelderen). De laatste drie kwartieren waren gelegen in de huidige provincie Gelderland.

In demiddeleeuwen was Gelre een belangrijkhertogdom dat bestond uit een lappendeken van leengebieden, grote delen waren in leen van hetKeurvorstendom Keulen. In 1543 ging het over in handen vankeizer Karel V. De noordelijke kwartieren (Neder-Gelre) aan de ene kant en het zuidelijke Opper-Gelre aan de andere kant vormden geografisch geen aaneengesloten geheel. Hethertogdom Kleef vormde een wig tussen de noordelijke en de zuidelijke gebiedsdelen. Ook politiek gingen beide gewesten een gescheiden weg. Tijdens deRepubliek der Zeven Verenigde Nederlanden vormde het noordelijke deel een van de zevengewesten. Opper-Gelre was daarentegen deel van deZuidelijke Nederlanden.
Het hertogdom en het daarmee verbondengraafschap Zutphen omvatte enerzijds het gebied van de huidige provincie Gelderland en anderzijds het noorden vanLimburg (met onder meerVenlo,Venray enRoermond), evenals het aangrenzende zuidelijk deel van de DuitsekreisKleef.In dit tweede landsdeel, en wel aan de huidige Duitse kant, lag ook het stamoordGeldern. Ook in het huidigeNoord-Brabant heeft Gelre bezittingen gehad, zoals het dorpGeldrop.
Het oorspronkelijke zuidelijke gebied lag gescheiden van het later verworven noordelijke, dat de huidige provincie Gelderland omvatte samen metKleef enEmmerik. Het zuidelijke, dat nu inLimburg enNoordrijn-Westfalen ligt, werd sindsdienOpper-Gelre ofOverkwartier genoemd. De andere gebieden zouden bijgevolg alsNeder-Gelre aangeduid kunnen worden, maar die term is nooit in gebruik geweest.


Nadat Gelre in 1339 een hertogdom was geworden en haar gebied was vergroot met gebieden die aan de westzijde van de Maas lagen, bloeide de economie op. Rond 1340 werd bijvoorbeeld de polder Hattem verbeterd en werden de gronden in en rond Hattemerbroek tot bruikbaar landbouwgebied omgevormd. Hertog Willem schonk in 1401 de 300 hectare grote Hoenwaard aan burgers die binnen de stadsmuren woonden, om gemeenschappelijk hun vee te houden en stenen te bakken uit rivierklei. De nabijheid van steden als Zwolle en Kampen en de makkelijke bereikbaarheid van Holland via de Zuiderzee, droegen bij tot de agrarische ontwikkeling in en rond Hattem.
Vervaardiging van lakenstoffen vond op bescheiden schaal plaats, Zutphen werd een draaipunt van internationale lakenhandel. Voor een groot deel van de bevolking Van Gelre was de samenwerking in Hanzeverband van belang, het hertogdom telde achttienHanzesteden, waaronder Nijmegen, Arnhem, Roermond, Zutphen, Harderwijk, Doetinchem, Venlo, Geldern en Goch. Harderwijk en Zutphen waren vanaf circa 1370 aangesloten bij hetHanzeverbond alsprincipaalsteden. Ze namen actief deel aan deHanzeatische oorlogen. Verschillende steden namen tot na 1600 deel aan de jaarlijkse beleidsbijeenkomsten inLübeck.
De heren voerden strijd met andere herenfamilies.Reinald III wakkerde ruzie en gevechten aan met deVan Heeckerens, gesteund door Reinald, en deBronckhorsten, gesteund door Reinalds broerEduard. Bij een veldslag van 1361 werd Reinald gevangengenomen en Eduard hertog. Tien jaar later werd Eduard vermoord en Reinald in ere hersteld, maar hij stierf nog hetzelfde jaar. Het Huis Gelre was daarmee uitgestorven.
Voor Reinalds dochterMaria werd een huwelijksverdrag gesloten met de hertog vanGulik. Toen hertogReinald III in 1371 stierf zonder mannelijke erfgenaam, volgde deEerste Gelderse Successieoorlog. Deze leidde er in 1383 toe dat Maria's zoonWillem III van Gulik hertog werd. Vanaf 1393 was hij tevens hertog van Gulik. In 1402 stierf hij kinderloos en kwam Gelre in handen van zijn broerReinald IV. Nadat ook deze kinderloos was gestorven in 1423, werden Gelre en Gulik weer gescheiden.
Edelen en steden erkenden een achterneef van Reinald,Arnold van Egmond als opvolger (1423-1465). Deze raakte verwikkeld in een strijd met zijn zoonAdolf. Hij werd op zijn slot inGrave overrompeld en inBuren gevangengezet. Adolf nam het bewind over.
In 1473 kwam Gelre in handen van deBourgondische hertogKarel de Stoute, die met geweld had ingegrepen in de Gelderse opvolgingsstrijd. Nadat hertog Karel in 1477 was overleden werd hij opgevolgd door zijn enige dochter,Maria van Bourgondië. Deze huwde in hetzelfde jaar metMaximiliaan I van Oostenrijk. Hun zoonFilips de Schone kreeg door onderlinge afspraken in 1482 Gelre in handen.
Tegen deze 'buitenlandse' heer bleef verzet bestaan en in 1493 kreeg Gelre weer een heer uit de eigen landstreek. OnderKarel van Gelre verzette het hertogdom zich succesvol tegen deHabsburgse hegemonie in deLage Landen. Tussen 1450 en 1530 beleefde Gelre een culturele en politieke ‘Gouden Eeuw’.[7] In de loop van de 15de eeuw ontwikkelde zich in Nijmegen door de lucratieve rivierhandel een rijk en invloedrijk schippersgilde en in de jaren 1550 werden uit Gelre Hanze-commissies naar het Engelse hof gestuurd om problemen rond de handel op te lossen en bepaalde ingetrokken Hanze-privileges voor de handelsactiviteiten in Engeland te herstellen.[8]
In 1502 raakte Gelre opnieuw verzeild in een conflict met hethertogdom Bourgondië (dat later Habsburgs werd). De Bourgondische legers verhinderden verdere gebiedsuitbreiding door Karel van Gelre en veroverden stukje bij beetje het Gelderse hertogdom. Na overlijden van Karel van Gelre werd hertogWillem vanKleef enGulik tevens hertog van Gelre. Ook hij verzette zich tegen de Habsburgse heerserKarel V, maar moest bij hetTraktaat van Venlo in 1543 Gelre afstaan aan Karel V. Vanaf dat moment maakte Gelre deel uit van deHabsburgse Nederlanden
Vanaf de Bourgondische tijd werdenstadhouders aangesteld die namens de landsheer het hertogdom bestuurden:
Onder de Bourgondiërs:
Onder de Habsburgers:
Ten tijde van de Staten-Generaal:
Als gevolg van deTachtigjarige Oorlog werd Gelre gesplitst. De drie noordelijke kwartieren namen deel aan deUnie van Utrecht (1579) en gingen later alsGelderland deel uitmaken van deRepubliek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Het Overkwartier ofOpper-Gelre bleef inSpaanse handen maar na deVrede van Utrecht in 1713 werd ook dit gebied verder gesplitst:
Bij hetVerdrag van Wenen van 1815 kwam het westelijk deel vanPruisisch Opper-Gelre weer bij hetVerenigd Koninkrijk der Nederlanden, evenals Staats-Opper-Gelre (Venlo) en Oostenrijks Gelder (Roermond). Al deze delen van het vroegere Overkwartier gingen toen op in de grote provincieLimburg. De noordelijke kwartieren werden opnieuw de provincie Gelderland.
Het Gelderse wapen is in de loop van de geschiedenis enkele malen veranderd.[9]