Hertog, vrouwelijkhertogin, is een hogeadellijke titel, maar kan soms ook een (lagere)vorstelijke titel zijn, maar niet noodzakelijk met groot territoriaal belang.
Oorspronkelijk was een hertog (Lat.dux) eenGermaanse legeraanvoerder (het woord komt vanheir (modern Nederlands:heer),Oudgermaansharja = 'leger' +tugan = 'trekken', modern Nederlands:tijgen[1]) die (tijdelijk) werd aangeduid om de koninklijkeheerban aan te voeren. Ook in deFrankische tijd komen we deze titel tegen. Een hertog is van dan af de militaire bestuurder, die als taak heeft de beveiliging en de integriteit van een bepaald gebied te verzorgen. Geleidelijk aan werden deze territorialehertogdommen een ambtsleen (beneficium), waarbij koninklijke hoedanigheden werden gedelegeerd aan de titeldrager. Vanaf de 10e eeuw begint de titel erfelijkheidskenmerken te vertonen, onder meer doordat het ambt vaak binnen één stamgeslacht verankerd bleef. Het eindbeslissingsrecht bij de toekenning berustte steeds bij deDuitse koning.
Vanaf de 16e eeuw werd de titel hertog ten persoonlijke titel ook gegund aan veldheren en hoge dignitarissen. Hoewel de titel steeds gekoppeld was aan een geheel van heerlijkheden en grondbezit, was hij toen al ontdaan van vrijwel alle territoriale en juridische gezag. De traditioneel gezaghebbende hertogtitels (Brabant,Luxemburg,Gelre, ...) bleven in hetHabsburgse rijk bovendien aan de kroon.
InBelgië wordt de troonopvolger zo het de koning behaagt de dynastieke titel van hertog van Brabant toegewezen. De titel wordt ook nog gevoerd in een zestal hertogelijke huizen: zieBelgische adel.
Verenigd Koninkrijk
In hetVerenigd Koninkrijk hebben de graafschappen een omvang vergelijkbaar met de continentale hertogdommen. De titel van hertog (Duke) bestaat er nochtans, en heeft nog steeds veel aanzien. Bekende bestaande erfelijke hertogdommen zijn die van Argyll, Wellington, Westminster, Marlborough en Montrose. Daarnaast voert het huis Windsor een aantal dynastieke titels zoals hertog van Cambridge en hertog van York.
Frankrijk
Frankrijk telt een groot aantal hertogelijke families. De hertogen hebben voorrang op de, oorspronkelijk niet Franse, titel van deprinsen. Tijdens deFranse Revolutie werden vele hertogelijke families verdreven uit hun kastelen en verschillende hertogen werden vermoord.
Na afscheiding van België komt de hertogtitel in de Nederlandse adel niet meer voor. Uitzondering is echter de titel "hertog van Limburg", die het staatshoofd tot 1948 nog voerde. Zie ookhertogdom Limburg (1839-1866).
Spanje
In Spanje zijn er verschillende oude hertogelijke huizen, zie:Spaanse Grandeza.
Bij besluit van koningWillem I der Nederlanden in1817 werd derangkroon die hertogen boven hunfamiliewapen mochten plaatsen, beschreven als een muts van scharlaken fluweel, met een gouden bol op de top, waaruit een vlam van hetzelfde metaal oprijst. Deze muts rust op een gouden ring met edelstenen, die twee parels op gouden punten en drie bladeren of zogenaamdefleurons draagt. In Nederland en België zijn wapens met daarboven een dergelijke kroon dus te herkennen als die van een hertog. Adellijkeprinsen bedienen zich verder van eenzelfde kroon als de hertogen, doch de ring heeft vijf bladeren en geen parels.