Bioscoopjournaal uit 1964 over de herfst in de natuur vanZuid-Limburg (Nederland)Herfst inBelgiëHerfstkleurenGevallen herfstbladerenEen boom in herfsttooi
In de herfst wordt het over het algemeen flink kouder dan in dezomer. Periodes met warmte kunnen desondanks ook in de herfst optreden, dit wordt dannazomer genoemd.
Het woord herfst is afgeleid van hetOudnederlandseheruist ([ɦɛrvɪst]), dat uiteindelijk uit het gereconstrueerdeProto-Germaanse*harbusta is ontstaan. Daarmee is het Engelse woordharvest ("oogst") eencognaat. De exacte oorspronkelijke betekenis van*harbusta is niet bekend, wel is dankzij cognaatvergelijkingen met verwante Indo-Europese talen duidelijk dat het verband houdt met "plukken, snijden en snoeien".[1]
Demeteorologische herfst begint eerder, op 1 september op het noordelijk halfrond en op 1 maart op het zuidelijk halfrond. Deze duurt dan tot en met respectievelijk 30 november en 31 mei.
"Herfst" wordt wel beschouwd als een van de moeilijkste rijmwoorden in de Nederlandse taal.[4] Onder andere de dichterDrs. P heeft een poging gedaan met de zin: "De buren waren grimmig, zijn ouders diep gegriefd. En onder zijn collega's was hij ook al niet geliefd. De oude juffrouw Zomer, baas Voorjaar, meester Herfst. Ze riepen driewerf schande, juffrouw Zomer het driewerfst."[5] Oorspronkelijk vanMarcel Verreck, maar later geclaimd door Drs. P., en vaak toegeschreven aanIvo de Wijs enPieter Nieuwint is verder de dichtregel: "In de winter en de herfst, Zijn bejaarden op hun sterfst."