Pinter werd geboren in hetLondense East End. Na een korte studie aan de beroemdste toneelschool van Engeland, deRoyal Academy of Dramatic Art, sloot hij zich aan bij een rondtrekkend toneelgezelschap. Tot 1957 werkte hij onder hetpseudoniem David Baron als acteur bij verschillende groepen en bij de radio. Tussen de engagementen door verdiende hij de kost als kelner, bordenwasser en verkoper, terwijl hij tegelijk zijn acteursopleiding voortzette aan deCentral School of Speech and Drama.
Voordat Pinter in1957 zijn eerste stuk,The Room, schreef, had hij al vele korte prozastukjes en gedichten geproduceerd. In hetzelfde jaar voltooide hij zijn eerste avondvullende stuk,The Birthday Party, waarvan de première geen succes werd, en de eenakterThe Dumb Waiter. Pinters echte doorbraak als toneelschrijver kwam in1960 met het avondvullende stukThe Caretaker, dat werd bekroond met deEvening Standard Award. Het is in1963 verfilmd doorClive Donner en won dat jaar op hetfilmfestival van Berlijn deZilveren Beer. Het volgende jaar kwam een ander stuk van hem uit dat grote faam heeft verworven,The Homecoming (1964).
In het vroege werk van Pinter was een aantal opvallende kenmerken te bespeuren. De handeling speelt zich steeds af in een gesloten ruimte, meestal een kamer, en de personen worden in hun veiligheid bedreigd door onverklaarbare vijandigheden van een buitenstaander. Dreiging is altijd een belangrijk motief in Pinters werk gebleven, zij het dat in zijn latere stukken de dreiging minder expliciet vanuit de buitenwereld afkomstig is, maar meer uit een geheimzinnige interactie tussen de personages ontstaat. Deze verschuiving gaat gepaard met een verandering in hetsociale milieu waartoe zijn karakters behoren. Hun dialogen dragen de kenmerken van alledaags taalgebruik. De situatie lijkt aanvankelijk heel normaal. Allengs ontstaat door het binnendringen van een buitenstaander een spanning die kan uitlopen op gewelddadigheid.
InThe Room tast de komst van een blinde zwarte man het veilige bestaan van een middelbaar echtpaar aan. Een onzichtbare dreiging beheerstThe dumb waiter, waarin twee beroepsmoordenaars in een smerig vertrek wachten op hun volgende opdracht, terwijl inThe birthday party een kostganger door twee indringers wordt vernederd en weggevoerd.
Pinter wist door middel van tegenstrijdige beweringen en oncontroleerbare uitspraken vragen op te roepen die niet te beantwoorden zijn. Juist dat maakt zijn stukken zo fascinerend. InThe caretaker, waarin een zwerver tijdelijk onderdak krijgt in het huis van twee broers, maakt Pinter subtiel gebruik van dit middel. In de opvatting van de auteur bestaat tussen waarheid en onwaarheid geen duidelijk verschil, evenmin als tussen werkelijkheid en onwerkelijkheid. Niets is te verifiëren, en dit leidt tot een effect van raadselachtige onwezenlijkheid.
Seksuele verwarring speelt een rol in eenakters alsThe collection enThe lover. In het eerste stuk worden een heteroseksueel en een homoseksueel met elkaar geconfronteerd. Gefingeerd overspel is het thema vanThe lover. Beide stukken werden als televisiespel geschreven.
Pinter won in 2005 deNobelprijs voor Literatuur. De toekenning aan hem, hoewel niet omstreden, kwam onverwacht. Doordat enkele dagen voor de bekendmaking in 2005 duidelijk werd dat er in 2004 onenigheid in het Nobelprijscomité was geweest over de prijs voorElfriede Jelinek, rees het vermoeden dat ditmaal Pinter als compromiskandidaat de prijs kreeg.
Op 7 december 2005 aanvaardde Pinter de prijs met een lezing getiteldArt, Truth & Politics ("kunst, waarheid en politiek"). Ongeveer een kwart van die lezing was gewijd aan Pinters eigen werk, en aan de vraag wat artistieke waarheid is. Maar waarheid in de politiek, vervolgt hij, is iets geheel anders: iedereen weet van de verschrikkingen van het voormaligOostblok, maar er is veel minder aandacht voor de wandaden van deVerenigde Staten en haar bondgenoten. Om dat recht te zetten geeft hij een uitgebreide beschrijving van de "interventie" inNicaragua, en noemt en passant nog een reeks andere landen waar vele honderdduizenden stierven, mede als gevolg van de Amerikaanse politiek. Alleen, dat weet niemand:
“Het is nooit gebeurd. Niets is er ooit gebeurd. Zelfs terwijl het gebeurde, gebeurde het niet. Het deed niet ter zake. Het was van geen belang. De misdaden van de Verenigde Staten zijn systematisch, niet-aflatend, kwaadaardig, meedogenloos, maar slechts zeer weinigen spreken erover. Dat moet je Amerika nageven. Het oefent over de hele wereld een zeer klinische machtsmanipulatie uit en doet zich daarbij voor als een kracht die allen ten goede komt.”
Het nieuwste voorbeeld is de inval inIrak, "een overduidelijke daad van staatsterrorisme". En hoewel ook vele Amerikanen walgen van de VS-politiek, weet Pinter "dat president Bush vele uiterst vaardige speechschrijvers heeft": met taal (Pinter komt op zijn uitgangspunt terug) sust de politiek mensen in slaap.
Hier moet ook hetVerenigd Koninkrijk onder de loep genomen worden: premierTony Blair loopt als een schoothondje achter presidentGeorge W. Bush aan. Bush en Blair zouden voor hetInternationaal Strafhof moeten worden gedaagd. De VS erkent het Strafhof niet, dus hoeft Bush daar ook geen verantwoording af te leggen; anders is het met Blair, zegt Pinter, en we hébben zijn adres.