Haploïde organismen hebben, in tegenstelling totdiploïde organismen, slechts één exemplaar van iederchromosoom. Dit wordt weergegeven metn of1n. Hetsomatische aantal chromosomen bij dieren wordt weergegeven met 2n.Voortplantingscellen (gameten) zijn haploïde.
Voor allediplonten betekent dit dat de haploïde cel (geslachtscel) slechts één set chromosomen bevat (n =x), maar voor andere ligt dat niet altijd zo. Metx wordt het kleinste aantal chromosomen in een gameet binnen de taxonomische groep aangeduid. Verondersteld wordt datx chromosomen overeenkomt met ééngenoom. Voorpolyploïde organismen, bijvoorbeeldhexaploïden met 6 sets chromosomen (2n = 6x), geldt dat de haploïde toestand 3 sets chromosomen bevat (n = 3x).
Voor de situatie waarbij de cel slechts één set chromosomen bevat (n =x, zoals in de gameten) is de termmonoploïde geëigend,[1] maar nauwelijks gebruikt.
De term haploïde wordt veelvuldig gebruikt alssynoniem van monoploïde. Het woord heeft dus twee betekenissen en meestal blijkt slechts uit de context welke bedoeld wordt. Niet zelden wordt het woord in beide betekenissen binnen een tekst gebruikt.
Daarnaast, maar minder vaak gebruikt, bestaat de reeks monohaploïde (n=x), dihaploïde (n=2x), polyhaploïde (n > x).[2]
In het geslachteikvaren met grondtalx=37 zijn per soort de volgende termen van toepassing:
soort | somatisch (2n) | gametisch (n) |
---|---|---|
Zuidelijke eikvaren | 2n=2x=74
| 'n'=37
|
Gewone eikvaren | 2n=4x=148
| 'n'=74
|
Brede eikvaren | 2n=6x=222
| 'n'=111
|