Hans Christian Andersen werd geboren en groeide op inOdense, in grootte de derde stad van Denemarken. Zijn vader wasschoenmaker en overleed toen Hans Christian 11 jaar oud was. In zijn vroege jeugd speelde hij graag met zijn poppenkast. Hij wilde graag acteur worden, maar werd niet aangenomen bij de koninklijke theaterschool (1819). Zijn opleiding kreeg hij aan een school voor armen, totdat hij op 17-jarige leeftijd via vrienden een beurs kreeg voor een goede school. Op deze laatste school werd hij veel gepest door leraren en leerlingen. Andersen stond bekend als een verlegen en stil persoon, niet goed in de omgang met anderen. Daarom wordt gezegd datHet lelijke eendje een autobiografisch sprookje is; hierin wordt een lelijk eendje een mooie zwaan, zo ook in het echte leven van Andersen: de 'zwakkeling' wordt een beroemd schrijver.
Zijn debuut was in 1827 met het gedichtDet døende Barn (Het stervende kind) dat hem zeer onder de aandacht bracht. In 1835 werd deromanImprovisatoren (De improvisator) uitgebracht na een studiereis door Europa. Deze roman was zowel een pittoreske beschrijving van Italië als eenautobiografie. In 1835 werd ook zijn eerste verzamelingEventyr, fortalt for Børn (Sprookjes, aan kinderen verteld) uitgegeven. Dit waren hervertellingen van veelal traditionele sprookjes. Het was geschreven in een verfijnde vorm, vaak met een dubbele bodem, die voor kinderen te begrijpen was, terwijl de bundel op volwassenen geënt was. Zijn latere sprookjesbundels, vol eigen sprookjes met een grote spanwijdte, weken verder en verder van kinderliteratuur af. Ze vallen in meerdere categorieën uiteen, vanaf de poëtisch-filosofische mythe tot aan realistischer korte verhalen. Gemeenschappelijk is echter het humoristische inzicht van Andersen.
Andersen schreef meerdere autobiografieën, maar het in 1855 gepubliceerdeMit Livs Eventyr (het sprookje van mijn leven) geldt als de belangrijkste.
Ook was hij een graag geziene maar bovenal gehoorde gast aan het hof van koninginVictoria.
Gedicht in handschrift van Andersen bij zijn bezoek aan Nederland in 1847
Andersen hield een uitgebreid dagboek bij. Uit dit dagboek weten we dat Andersen drie bezoeken heeft gebracht aanAmsterdam in 1847, 1866 en 1868.[7] Hij logeerde aldaar bij koopman Brandt die woonde in de grootste van de vier Cromhouthuizen aan deHerengracht 368.[8] Andersen zou er ook aan een sprookje hebben gewerkt, maar het is niet bekend welk. In 1866 bracht Andersen ook een bezoek aanDen Haag,Leiden enKatwijk, waar hij samen met schrijverJohannes Kneppelhout ('Klikspaan') de sluizen bezocht waardoor deOude Rijn in zee stroomt.
H.C. Andersen ervoer gedurende zijn leven hevige verliefdheden en gevoelens voor zowel mannen als vrouwen.[9] Toch is het niet onwaarschijnlijk dat Andersen alsmaagd stierf en nooit een relatie heeft gehad. Hoewel hij regelmatig naarprostituees ging, had hij getuige zijn dagboek ook met hen nooitgemeenschap.[10] Andersens verliefdheid opEdvard Collin, de zoon van een van Andersensmecenassen, inspireerdeDe kleine zeemeermin. Collin ging niet op Andersens avances in, trouwde met een vrouw en waarschuwde de opdringerige Hans Christiaan Andersen afstand te nemen. In de originele versie van het sprookje sterft de kleine zeemeermin nadat de prins voor een ander heeft gekozen, een situatie duidelijk door het leven van de schrijver geïnspireerd. Dat de zeemeermin haar stem afstaat in ruil voor benen, kan ook gezien worden als een verwijzing naar zijn verliefdheid, een verliefdheid die hij door de mores van die tijd niet kon uitspreken.[11][12]
In het voorjaar van 1872 viel Andersen uit zijn bed en raakte hij ernstig gewond. Hij herstelde niet meer volledig maar leefde nog tot 4 augustus 1875. Hij leefde van 1871 tot aan zijn dood op huisnummer 67 inNyhavn. Zijn lichaam werd bijgezet opAssistens Kirkegård in Kopenhagen.
Sprookjesboek uit 1910Engelse vertaling van de sprookjes van Hans Christian Andersen, 1914Een bordje bijDe rode schoentjes in hetSprookjesbos in deEfteling ter gelegenheid van hetHans Christian Andersen jaar 2005
Hans Christian Andersen in 1869Hans Christian Andersen in 1874
Andersen werkte in zijn leven samen met verschillende componisten en was een groot muziekliefhebber. Hij volgde de ontwikkelingen in de muziek met grote interesse. Gedurende zijn reizen ontmoette hijMendelssohn,Robert Schumann enRichard Wagner. Als ‘theaterman’ had hij met name grote interesse inopera. Hij beschreef Wagners muziek voordat het Deense publiek met diens muziek had kennisgemaakt. Ook na Andersens dood bleef zijn werk vele componisten inspireren; er verschenen diverse balletten en opera's naar zijn sprookjes en liederen naar zijn gedichten en dat gebeurt ook nu nog.In de jaren 1830 werkte Andersen samen met de bekende Deense componistChristoph Ernst Friedrich Weyse aan het romantisch zangspelFesten pø Kenilworth, dat in 1836 in het Koninklijk Theater vanKopenhagen werd opgevoerd. Een andere componist met wie Andersen samenwerkte was zijn leeftijdgenootJohan Peter Emilius Hartmann. Deze samenwerking duurde lang en was intensief. Hun eerste werk was de operaRavnen, eller Broderprøven, een ambitieus werk in drie akten dat in 1832 zijn première beleefde. Andersen baseerde dit werk op een toneelstuk vanCarlo Gozzi. Ook de operaLiden Kirsten uit 1844-46 was een resultaat van hun samenwerking.[13] Andersen schreef ook een aantallibretto's voor opera's:
Bruden fra Lammermoor (een bewerking vanThe Bride of Lammermoor vanWalter Scott) voor de componist I.F. Brendal, 1832;
Ravnen, eller Broderprøven voor J.P.E. Hartmann, 1832;
Festen på Kenilworth voor C.E.F. Weyse, een romantisch zangspel, 1836;
Brylluppet ved Como-Søen (de bruiloft aan het Comomeer) voor de Duitse componistFranz Gläser, 1849;
Nøkken (de watergeest) ook voor de componist Gläser, 1853;
Liden Kirsten, op. 44, een opera van J.P.E. Hartmann uit 1846.
Paul von Klenau:Klein Idas Blumen (ballet naar:Lille Idas blomster) (1916)(symfonisch gedicht /ballet, beide gebaseerd opNattergalen) [arrangement van Solovey] (1917)
In Odense is hetHans Christian Andersen museum te vinden, waarin zijn leven is te volgen. Het huis waarin hij opgroeide is daar ook te bezichtigen.
Tob de Bordes maakte over zijn bezoeken een NCRV-televisieproductie 'Andersen in Amsterdam' in 1975.[7]
In 2005 opende pretpark DeEfteling zijn vijfentwintigste sprookje in hetSprookjesbos:Het meisje met de zwavelstokjes. Eerder waren alDe Chinese Nachtegaal,De kleine zeemeermin enDe rode schoentjes van Andersen in het sprookjespark te bezichtigen. Sinds 8 november 2012 is ook het sprookjeDe nieuwe kleren van de keizer te zien.
Andersen was ook te zien inNightcap, de 27e aflevering van de Japanse animatieserieFlint the Time Detective.