Han Yu (Nanyang,768 -Chang'an,824) is de voorloper en richtinggever van het neo-confucianisme en een belangrijkessayist enpoëet in deTang-dynastie. Zijn invloed op de Chinese literaire traditie wordt omschreven als van een vergelijkbare betekenis alsDante,Shakespeare ofGoethe.[1] Han Yu stond gekend als conservatief, voorstander van een sterk centraal bestuur in de politiek en orthodoxie in de cultuur. Hij zou in zijn proza enkelSima Qian als zijn meerdere moeten erkennen, zou behoren tot deAcht grote meesters van Tang en Song in een lijst samengesteld door de geleerde Mao Kun (茅坤) uit deMing-dynastie en wordt door de dichter Su Shi uit deSong-dynastie geprezen dat zijn proza"de literaire normen na 8 dynastieën van literaire tekortkomingen verhoogde".
In 792, bij zijn vierde poging, slaagde hij in hetjinshi keizerlijk ambtenarenexamen. In zijn carrière in het Chinees ambtenarenapparaat wist hij zich meermaals op te werken tot machtige posities in het centrale bestuur, maar werd ook meermaals na conflicten verbannen naar buitenposten. Onder meer onder keizerTang Xianzong werd hij verbannen, na zijn kritiek op de machtspositie van hetboeddhisme in China, en de moeite die het hof nam om een vingerkootje van Boeddha naar China te halen. Han Yu schreef als reactie hieropOver de relieken van de beenderen van de Boeddha.[2]
Het was een vlijmscherpe aanval op een religie, die volgens Han Yu gesticht was door een barbaar en de machtspositie die het nog steeds in China innam. Het riep de keizer op om als hij dan niet in staat is het boeddhisme te onderdrukken in ieder geval verdere beperkende maatregelen daartegen te nemen. De keizer beval aanvankelijk zijn executie, maar kon ervan overtuigd worden het vonnis om te zetten in een demotie en verbanning naarChaozhou. Na de dood van de keizer en de opvolging door zijn zoon, keizerMuzong, werd hij terug aan het hof toegelaten.
Tot zijn meesterwerken rekent men zijn polemieken tegen het boeddhisme en hettaoïsme en zijn steun voor het confucianisme, zijn werk over de oorsprong vanTao en zijn "Tekst voor de Krokodillen" (鱷魚文), waarin hij pleit voor de formele verbanning van krokodillen uit Chaozhou.