Groot-Brittannië (Engels:Great Britain) is eeneiland inEuropa, ten noordwesten van het vasteland en daarvan gescheiden doorhet Kanaal.Met een oppervlakte van 209.331km² is het het grootste eiland van Europa en het op acht nagrootste eiland ter wereld. Groot-Brittannië vormt samen metNoord-Ierland en een deel van de kleinereBritse Eilanden hetVerenigd Koninkrijk.
De naamBrittannië werd voor het eerst gebruikt door deRomeinen, die het eilandBritannia noemden. Het voorvoegsel 'groot' wordt gebruikt om het vanBretagne te onderscheiden, dat oorspronkelijk klein Britannia genoemd werd ("Greater Britain", in hetFrans:Grande Bretagne; versus "Lesser Brittany", in het Frans:Petite Bretagne). Het eerste ontstaan van de naam moet echter worden toegeschreven aan de Griekse ontdekkingsreizigerPytheas, omstreeks325 v.Chr. De Keltische bewoners van het gebied beschilderden zichzelf met een groenblauwe kleurstof van dewedeplant wanneer ze ten strijde trokken. Daarom noemde hij het land in het Grieks: "prettaniké", wat betekent: "land van de beschilderde mensen". In het Latijn werd dit "Pretannia" en later "Britannia".[3]
Groot-Brittannië is het grootste eiland en het hoofdgebied van hetVerenigd Koninkrijk. Staatkundig wordt Groot-Brittannië gezien als de combinatie vanEngeland,Schotland enWales, met inbegrip van de kleinere eilanden eromheen zoalsWight,Anglesey, deScilly-eilanden, deHebriden, deOrkney-eilanden en deShetlandeilanden. Het eilandMan en deKanaaleilanden horen daar niet bij, aangezien die geen onderdeel van het Verenigd Koninkrijk zijn.[4]
De naam Groot-Brittannië wordt gebruikt sinds1707, toen het Engelse parlement deAct of Union goedkeurde. Door deze wet werden de koninkrijkenSchotland enEngeland officieel verenigd onder één kroon. SindsJacobus I (1603) stonden deze twee koninkrijken al onder eenpersonele unie. De nieuwe eilandnatie wordt meestal het "Koninkrijk Groot-Brittannië" (Kingdom of Great Britain) genoemd, totdat in1801 het "Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland" werd gevormd. Na de Ierse onafhankelijkheid is de naam sinds1927Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Vooral buiten het Verenigd Koninkrijk wordt de naam Groot-Brittannië gebruikt alspars pro toto voor het Verenigd Koninkrijk, net zoals de naam Engeland gebruikt wordt als pars pro toto voor Groot-Brittannië of het hele Verenigd Koninkrijk. Dat is ook in het Nederlands het geval.[5][6]
Groot-Brittannië ligt ten noordwesten vanFrankrijk en ten oosten vanIerland. Het omvat het grootste deel van hetterritorium van hetVerenigd Koninkrijk. Het wordt omringd door ongeveer 1000 kleinere eilanden. De oppervlakte van het hoofdeiland is 209.331km².[7]
Groot-Brittannië bestaat uit drie landsdelen: Engeland, Wales en Schotland, die elk een karakteristiek landschap hebben. In Engeland bevindt zich voornamelijk laagland met glooiende heuvels. Wales en Schotland kennen een ruiger landschap met rotsen en bergen.
- Engeland
Engeland omvat ongeveer twee derde van het eiland Groot-Brittannië. Het landschap bestaat voornamelijk uit lage heuvels en velden, maar er liggen ook gebieden die hoger zijn.Nationaal park Lake District ligt in het noordwesten en heeft een ruig landschap. Hier ligt ook het hoogste punt van Engeland,Scafell Pike (978 meter). In hetNationaal park North York Moors en in het zuidwesten zijn er uitgestrekteheidevelden, zoals in de nationale parkenDartmoor enExmoor. Het noorden van Engeland wordt door hetPenninisch Gebergte in een westelijk en een oostelijk deel opgesplitst. Het gebergte staat ook bekend als de ruggengraat van Engeland.
- Wales
Wales ligt in het westen van Groot-Brittannië. Het is een bergachtig landsdeel. Ongeveer een kwart ervan ligt boven de 305 meter. De hoogste berg ligt in het noorden:Snowdon (1.085 meter). DeCambrische Bergen lopen van noord naar zuid. In het zuiden liggen de Brecon Beacons met platte, met gras begroeide toppen en de steile South Wales Valleys. De kust varieert vanestuaria tot beschutte baaien, hoge kliffen, schiereilanden enwad.
- Schotland
Schotland ligt in het noorden van Groot-Brittannië. DeScottish Borders en deSchotse Laaglanden zijn gebieden met voornamelijk glooiende heuvels en houtland. Dit in tegenstelling tot de zeer ruige landschappen van deHooglanden in het noorden. Een kenmerkend gebied is deGreat Glen, eengeologische breuk die vanafFort William aan de westkust totInverness aan de noordoostkust dwars door het midden van de Hooglanden snijdt. Tussen de steile bergen en beboste heuvels bevinden zich een reeks van diepe meren, delochs, met inbegrip vanLoch Lomond, het grootste meer van Groot-Brittannië. DeBen Nevis is met een hoogte van 1.343 meter het hoogste punt van Groot-Brittannië. Schotland telt ongeveer 790 eilanden, waarvan er 130 worden bewoond.
De naamBrittannië stamt af vanGriekse enLatijnse woorden, die op hun beurt weer afstammen vanKeltische originelen. Hoewel deKelten relatief laat op de Britse Eilanden arriveerden, begint de overlevering van de geschiedenis van Groot-Brittannië bij deze bevolkingsgroep. De termKeltisch wordt vaak gebruikt om de vroege bewoners van de Britse Eilanden te onderscheiden van de latere Angelsaksische veroveraars. Na twee expedities vanJulius Caesar, in 55 en 54 en v.Chr., groeide het contact tussen Brittannië en de Romeinse wereld. In 43 n.Chr. veroverden de Romeinen delen van het eiland. De bezetting door de Romeinen begon in het zuidwesten en breidde zich uit naar het huidige Wales en voor een korte periode ook naar de laaglanden van Schotland. De bezetting duurde tot ongeveer 409.
Na het vertrek van de Romeinen werd het eiland binnengevallen doorAngelen,Saksen enJuten; stammen uit het noordwesten van het huidige Duitsland. De naamEngeland is afkomstig van de Angelen. De Angelsaksische koninkrijkjes die in Engeland ontstonden waren klein en talrijk. In de loop der tijd ontstonden er minder, maar wel grotere gecontroleerde gebieden. Hetkoninkrijk Wessex in het zuiden werd dominant, hoofdzakelijk door de weerstand die het in de negende eeuw bood aan de invasies van deVikingen. KoningÆthelstan (regeerperiode 924-939) gebruikte de titel 'Koning van heel Brittannië'. Uiteindelijk ontstond er in 954 éénKoninkrijk Engeland.
De één na laatste succesvolle invasie van Engeland had plaats in 1066. HertogWillem van Normandië versloeg de Engelsen tijdens deslag bij Hastings en werd daarna koning Willem I van Engeland, ook bekend als 'Willem de Veroveraar'. Inwoners vanNormandië en andere gebieden in Frankrijk vestigden zich in Engeland. Het Frans werd gedurende drie eeuwen de taal die door de heersende klasse werd gesproken. Ook het rechtssysteem en de sociale structuren in Engeland werden beïnvloed.
ToenHendrik II koning was (1154-1189), strekte zijn rijk uit van de rivierTweed op de Schotse grens tot aan een groot deel van Frankrijk en de Pyreneeën. DeEngelse Kroon raakte in de late middeleeuwen (ca. 1300-1400) een groot deel van het gebied in Frankrijk kwijt.
In 1215 eiste een groep baronnen een handvest waarin bepaalde vrijheden moesten worden vastgelegd. Dit om zich te beschermen tegen de invloed van koningJan zonder Land. De rebellen veroverden Londen en de koning ging uiteindelijk overstag. Het resultaat was deMagna Carta, waarin grotere politieke vrijheden gegarandeerd werden. Het legde het constitutionele principe vast dat de macht van de koning kon worden ingeperkt.
In 1337 begon deHonderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk, die resulteerde in een periode van hoge belastingen. Een in 1381 ingevoerdhoofdgeld zorgde voor een opstand van boeren. Deze opstand wordt gezien als de meest significantevolksopstand in de Engelse geschiedenis. De boeren marcheerden naar Londen en executeerden ministers. Er werden concessies gedaan door de regering. Zo zou de lijfeigenschap van boeren worden afgeschaft. Toen de boeren zich hadden terugtrokken schoof koningRichard II de concessies weer van tafel.
In 1485 versloeg HendrikTudor koningRichard III tijdens deslag bij Bosworth en werd daarmee koningHendrik VII. Zijn zoonHendrik VIII brak met deRooms-Katholieke Kerk en stichtte deChurch of England. Tijdens zijn regeerperiode werden Engeland en Wales verenigd. De laatste Tudor,Elizabeth I, bleef kinderloos. Zij weesJames VI van Schotland aan als haar opvolger. Hierdoor werden de monarchieën van Schotland, Engeland en Wales verenigd. Elizabeth overleed in 1603.
In 1642 brak deEngelse Burgeroorlog uit. De executie vanKarel I in 1649 verstoorde de balans tussen de monarchie en het parlement. Een prominente parlementariër tijdens de Engelse Burgeroorlog wasOliver Cromwell. In 1649 riep Cromwell de republiek uit. De monarchie werd in 1660 hersteld, toenKarel II de troon besteeg. De laatste succesvolle invasie van Engeland vond plaats toenWillem III van Oranje met een groot invasieleger Engeland binnenviel op 5 november 1688 in een vanuit het Engelse parlement ondersteunde actie die uiteindelijk koningJacobus II afzette en de kronen van Engeland, Schotland en Ierland voor hem won in 1689. De invasie staat bekend als de Glorious Revolution. DeActs of Union uit 1707 verenigde de Engelse en de Schotse parlementen. DeAct of Union uit 1800 verenigde Groot-Brittannië en Ierland.
Vanaf 1689 regeerde hij ook alskoning Willem III overEngeland (waartoe ookWales behoorde) enIerland. Toevallig was zijn regeringsnummer (III) hetzelfde voor zowel Oranje als Engeland. Hij was ook koning vanSchotland, daar stond hij bekend alsWillem II. Kortom, hij was koning van het gebied van het huidige VK en de huidige republiek Ierland, of anders gezegd, van de eilanden Groot-Brittannië enIerland. Hij staat informeel bekend alsKing Billy in Ierland enSchotland.
Wales was een Keltische vesting, geregeerd door soevereine vorsten die onder invloed stonden van Engeland sinds de Romeinen in 409 waren vertrokken. In 1282 brachtEduard I Wales onder Engels bewind. De kastelen die hij in het noorden liet bouwen, behoren tot de best bewaarde kastelen in Groot-Brittannië. De oudste zoon van Eduard I, die laterEduard II werd, werd in 1284 inCaernarfon geboren. In 1301 werd hij hiermee de eerste EngelsePrins van Wales. De oudste zoon van de regerende monarch in Groot-Brittannië draagt nog steeds deze titel. Sinds 2022 wordt deze titel gedragen door prinsWilliam.
Aan het begin van de vijftiende eeuw groeide de weerstand van de Welsh tegen de Engelse wetten en regels. Een nationale leider stond op:Owain Glyndŵr. Hij voerde een onsuccesvolle revolte tegen de Engelsen. De Tudor-dynastie, die een Welshe oorsprong hadden, regeerden Engeland van 1485 tot 1603. Tijdens deze periode werden door deLaws in Wales Acts (1535–1542) Engeland en Wales administratief, politiek en juridisch met elkaar verenigd.
Al in omstreeks 3000 v.Chr. woonden er mensen in Schotland. Ten tijde van de Romeinse invasie van Brittannië werd het huidige Schotland bewoond door verschillende stammen. Ondanks meerdere Romeinse pogingen werd Schotland nooit volledig veroverd. Rond de vijfde eeuw n.Chr. arriveerden deSchotten, een Keltisch volk uitIerland, in het noordwesten van Groot-Brittannië. Een eeuw later werd hetkoninkrijk Dalriada gesticht. De politieke connectie met Ierland bleef in stand tot deslag bij Moira (ook bekend als de slag bij Mag Rath) in 637. Het koninkrijk Dalriada bleef bestaan tot de negende eeuw toenKenneth MacAlpin de heerschappij overnam over de Schotten en dePicten. MacAlpin veroverde ook de onafhankelijke territoria. Tijdens de negende en tiende eeuw werd hiermee hetkoninkrijk Schotland gevormd.
De koninkrijken Engeland en Schotland voerden tijdens de middeleeuwen meerdere oorlogen met elkaar. Toen Eduard I in 1296 probeerde om Schotland onder Engelse heerschappij te brengen, brak er een onafhankelijkheidsstrijd uit. Deze eindigde in 1328 toenEduard III Robert the Bruce erkende als koningRobert I van Schotland.
De Engelse en Schotse kronen werden in 1603 met elkaar verenigd toen James VI van Schotland Koningin Elizabeth I opvolgde. James werd de eerste koning uit hethuis Stuart. In 1745 poogdeKarel Eduard Stuart (ook bekend alsBonnie Prince Charlie) de troon, die in 1714 was overgenomen door hethuis Hannover, terug te eisen voor de Stuarts. Hij werd in 1746 verslagen tijdens deslag bij Culloden in het noordoosten van Inverness.
Engeland en Schotland bleven tijdens de 17e eeuw politiek gescheiden, met uitzondering van een korte periode van eenheid opgedrongen door Oliver Cromwell in de jaren 1650. In 1707 stemden de Engelse en de Schotse parlementen in om één gezamenlijk parlement te vormen voor heel Groot-Brittannië. Het parlement zou zetelen inWestminster in Londen. Bijna 300 jaar later, in juli 1999, zorgde devolutie ervoor dat het nieuw gevormde Schotse parlement bevoegdheden kreeg over Schotse zaken.
Bronnen, noten en/of referenties