Greifswald ligt in het noordoosten van Duitsland, slechts enkele kilometers ten zuiden van deOostzeekust. De stad heeft een haven, die voornamelijk voor de pleziervaart gebruikt wordt (o.a. zeegaande zeil- en motorjachten).
De belangrijkste verkeerswegen in en nabij Greifswald zijn deAutobahn A 20 en de, in een bocht zuidelijk om de stad heen lopende,BundesstraßenB105 enB109 (die op afrit 25, 9 km ten westen van de stad, de A20 kruist).
Greifswald beschikt ten zuidwesten van het centrum over een station aan despoorlijn Angermünde - Stralsund, en 2½ km verder zuidoostwaarts aan deze lijn nog over een halte (Greifswald Süd). Het treinstation werd tussen 2006 en 2010 ingrijpend gemoderniseerd. Een klein net van stadsbussen verbindt het centrum met de buitenwijken.
Door de stad loopt een riviertje met de van oorsprong Slavische naamRyck[2], waarvan 5 km bevaarbaar is.
Van groot belang voor de economie van Greifswald is de aanwezigheid van deuniversiteit, met een complex universitaire ziekenhuizen, waar alleen al meer dan 4.000 mensen werken. Met de universiteit verbonden is de stad ook zetel van het toonaangevende, onder de Duitse nationale overheid ressorterende, wetenschappelijke instituutFriedrich-Löffler-Institut[3], dat op het afgelegen, tot de stad behorende eiland[4]Riems ligt. Het instituut, dat het belangrijkste onderdeel is van hetBundesforschungsinstitut für Tiergesundheit, houdt zich bezig met onderzoek naar o.a. besmettelijke en gevaarlijke dierziekten, zoalsvogelgriep enmond-en-klauwzeer, en is om veiligheidsredenen moeilijk toegankelijk (Biosafety level 4).
Daarnaast herbergt Greifswald enige onderzoeksinstituten (o.a. het door hetMax-Planck-Instituut voor Plasmafysica geëxploiteerdekernfusielaboratoriumWendelstein 7-X) op het gebied van deplasmafysica, alsmede een groothandel in en een fabriek van geneesmiddelen. Deze laatste is een filiaal van het internationale concernEsteve, en is eveneens op het eiland Riems gevestigd.
Zeewaardigejachten worden te Greifswald gebouwd op descheepswerfHanseYachts.
Medigreif is een concern, dat in de wijde omgeving van Greifswald op commerciële basis ziekenhuizen en andere instellingen op het gebied van de gezondheidszorg (inclusief opleidingen) exploiteert. Het is gevestigd in een groot, voormalig militair hospitaal.
Greifswald is, vanwege haar gunstige ligging aan zee, een centrum van watersporttoerisme; ook de historische binnenstad trekt veel toeristen.
Dichtbij Greifswald komen twee aardgaspijplijnen vanNord Stream aan land. Met de levering van Russischaardgas werd op 8 november 2011 begonnen. De pijplijnen liggen op de bodem van deOostzee en beginnen bij de Russische plaatsVyborg (ten noordwesten vanSint-Petersburg).
Gottlieb Giese, begin 19e eeuw: Impressie van een gezicht op Greifswald anno1552[5]
Merian-prent (1652) van Greifswald
Caspar David Friedrich:De haven van Greifswald, plm. 1819[6]
Marktplein te Greifswald, prent, ca. 1840
Marktplein te Greifswald, foto uit 2013
In1199 werd aan het riviertjeHilda, hetzelfde als de huidigeRyck, een monnikenklooster gesticht van decisterciënzers. Al spoedig ontdekte men bij het kloosterzouthoudende bronnen; zout was in die tijd zeer begeerd als conserveermiddel, en dus waardevol. De naam van het klooster[7] werd later verbasterd totEldena. Greifswald ontstond dichtbij dit klooster in de 12de eeuw en ontwikkelde zich tot een centrum vanzoutziederijen en havenplaats. Het werd doorWartislaw III uit hetHuis Greifen, hertog van Pommeren van het klooster in leen verkregen, en ontving van deze hertog in1250stadsrechten.
In 1278 werd de stad voor het eerst vermeld in een oorkonde als lid van deHanze. In1359 en1361 vonden erHanzedagen plaats. Greifswald lag tot1618 in hetHertogdom Pommeren. Dit hertogdom werd in de middeleeuwen geregeerd door hetHuis Greifen. Dit geslacht had eengriffioen (Duits:Greif) in hetfamiliewapen. Mede om deze reden voert Greifswald, waarvan de naam ookgriffioen-woud betekent, dit fabeldier ook in het stadswapen.
De haven verloor aan belang in de 14de en 15de eeuw doordat deze verzandde en Greifswald nu iets verder van de zee kwam te liggen. In1452 verleende hertogWartislaw IX van Pommeren aan vier steden, waaronder Greifswald, extra handelsprivileges, het zogenaamdeGoldene Privileg, wat de economie van de stad weer ten goede kwam.
In1531 kwam een lutherse prediker,Johannes Knipstro, naar Greifswald en voerde er deReformatie door. Sedertdien zijn verreweg de meeste christenen in Greifswald evangelisch-luthers. In1561 werd het voormalige franciscanenklooster als luthersegelehrte Schule in gebruik genomen.
Na veel oorlogsleed in deDertigjarige Oorlog (1618-1648) te hebben doorstaan, waaronder een verovering, moord- en plunderpartij in1627 door keizerlijke soldaten vanAlbrecht von Wallenstein, eenpestepidemie en een gewelddadige verovering doorZweedse troepen in1631, kwam de verarmde en deels ontvolkte stad voor lange tijd onder Zweeds bewind (zie:Zweeds-Pommeren). In de18e eeuw werd Greifswald nog door enkele rampen getroffen: stadsbranden in1713 en1736, oorlogsgeweld in 1712-1713 (zie:Grote Noordse Oorlog), en de ontploffing van eenkruitmagazijn in1758.
Na een voor de stad nadelige bezetting (1807-1810 en 1812-1813) doorFrankrijk en de val vanNapoleon, kwamPommeren, waar de stad deel van uitmaakte, in 1815 onderPruisische heerschappij. In de19e eeuw bereikte deindustriële revolutie Greifswald. Met name na de aanleg van een straatweg naarBerlijn in1836 en een spoorlijn in1863 (met reparatiewerkplaats voor spoorwegmaterieel, die tot1926 bestond) ontstonden er fabrieken, rederijen en scheepswerven voor grote zeilschepen, terwijl ook hettoerisme naar de nabijgelegenbadplaatsen aan deOostzeekust op gang kwam. In1872 werd de laatste zoutziederij van Greifswald gesloten. In 1939 werden Wieck en Eldena stadsdelen van Greifswald. Hierdoor kwam de stad weer aan de zee te liggen en de stad telde nu 37.000 inwoners.
De kleine,Joodse gemeente, die in1871 ontstond, werd reeds vanaf1933 geplaagd doorantisemitisme. Onder andere de studentenverenigingen van de Universiteit Greifswald waren op dit punt berucht. De joden werden, voor zover zij niet hadden weten te emigreren, door denazi's vanaf deKristalnacht van november1938 tot 1945 ten dode toevervolgd, en een joodse gemeenschap bestaat sinds 1945 in Greifswald niet meer. Op 30 april1945 besloot de plaatselijke militaire commandant,Rudolf Petershagen, die deSlag om Stalingrad zwaargewond had overleefd, tot onvoorwaardelijke overgave aan het oprukkendeRode Leger van deSovjet-Unie.
De stad kwam hierdoor ongeschonden uit deTweede Wereldoorlog maar verloor toch de helft van de historische gebouwen tijdens deDDR-tijd toen veel van deze gebouwen afgebroken werden en vervangen werden doorPlattenbau. Vanaf1956 werd de stad door verscheidene nieuwbouwwijken ten zuiden en oosten van de binnenstad uitgebreid. Tegen het einde van de DDR-periode, in1988, had Greifswald circa 68.500 inwoners.
De daling van het aantal inwoners, die bijvoorbeeld inNeubrandenburg tussen 1989 en 2020 30% bedroeg, werd in Greifswald deels tenietgedaan, doordat de universiteit na deDuitse hereniging gemoderniseerd en uitgebreid werd, en belangrijke wetenschappelijke instituten naar de stad trokken. Ook hettoerisme als bron van werkgelegenheid deed mensen naar Greifswald trekken.
De historische binnenstad is, ondanks de nodige afbraak in de periode 1950 tot 1980, vrij goed bewaard gebleven. Onder andere deMarktplatz, het marktplein, vertoont een fraai historisch stadsbeeld. Ook de middeleeuwse stadsmuur is ten dele bewaard gebleven.
In de binnenstad staan enige middeleeuwse kerkgebouwen, waarvan deMariakerk , deJacobikerk en deDom van Greifswald de belangrijkste zijn. Door rampen en de Franse bezetting onder Napoleon is van de kerkinterieurs in al deze bedehuizen van vóór 1815 maar weinig bewaard gebleven.
Greifswald koestert de herinnering aan zijn grootste zoon, de kunstenaarCaspar David Friedrich. Onder andere hetPommersche Landesmuseum bezit werk van zijn hand. Dit museum is echter ook bezienswaardig vanwege andere onderdelen van zijn collectie, waaronder schilderijen van andere beroemde meesters en enkele 16e-eeuwse wandtapijten.
HetCaspar-David-Friedrich-Zentrum aan deLange Straße houdt zich bezig met de bevordering en verspreiding van, en het onderzoek naar Friedrichs soms moeilijk te interpreteren werk. Er is een bescheiden galerie en bezoekerscentrum aanwezig.
Er is een 18 km lange wandelrouteCaspar-David-Friedrich-Bildweg uitgezet, die 15 markante punten aandoet, die met Friedrich en zijn oeuvre verband houden.
Niet ver van de stad bevindt zich de schilderachtige kloosterruïne Eldena, die door Friedrich en andere kunstenaars diverse malen werd geschilderd. Friedrich beeldde deze zelfs af tegen de achtergrond van een geheel ander landschap.
Greifswald bezit eenmuseumhaven, waar o.a. talrijke historische zeilschepen voor anker liggen. Grote zeiljachten worden in de stad nog steeds gebouwd.
De omgeving van de stad is rijk aan natuurgebieden, o.a. langs de kust van deOostzee. Greifswald ligt halverwege de toeristisch aantrekkelijke eilandenRügen enUsedom.
Vanaf de16e tot en met het begin van de19e eeuw bracht Greifswald talrijke regionaal belangrijke juristen voort.
Heinrich Rubenow (* circa 1400; † 31 december 1462 in Greifswald), evenals eerder zijn grootvader, burgemeester van Greifswald, en volgens de meeste deskundigen in1456 de stichter van deUniversiteit Greifswald; te zijner ere staat vóór de universiteitsgebouwen een in1856 opgericht monument.
Mite Kremnitz, geborenMarie Charlotte Bardeleben (pseudoniemen: „George Allan“, „Dito und Idem“) (* 4 januari 1852; † 18 juli 1916 te Berlijn), Duits schrijfster en dichteres. Zij werd bekend, omdat zij vanaf1881 bevriend was met de koningin vanRoemenië,Elisabeth zu Wied (1843-1916) en samen met haar enige werken schreef onder het pseudoniemDito und Idem; belangrijk is haar vertaling in het Duits van een deel van het oeuvre van de beroemde Roemeense dichterMihai Eminescu.
Johannes Bugenhagen (Wollin, 24 juni 1485 - Wittenberg, 20 april 1558), theoloog en luthers kerkhervormer, studeerde te Greifswald
Thomas Thorild (* 18 april 1759 in Svarteborg, Bohuslän; † 1 oktober 1808 in Greifswald), Zweeds schrijver en dichter
Ernst Moritz Arndt (Rügen, 26 december 1769 – Bonn, 29 januari 1860), schrijver, historicus en vrijheidsstrijder; was aan de Universiteit Greifswald enige jaren hoogleraar in de geschiedenis
Manfred Stolpe (Stettin, 16 mei 1936 – Potsdam, 29 december 2019) SPD-politicus, bracht zijn jeugd door te Greifswald
↑In de meesteSlavische talen isreka ofrjeka het woord voor: rivier.
↑Friedrich Loeffler (1852–1915), professor in dehygiëne aan de Universiteit Greifswald, beschreef in1898 als eerste Duitse geleerde de verwekker van de beruchte dierziektemond-en-klauwzeer. In1910 begon hij op het eiland Riems een, in de eerste tijd nog vrij primitief, onderzoeksinstituut op het gebied vanvirussen, die veeziektes veroorzaken.
↑Riems is niet helemaal een eiland. Een brug verbindt het met het plaatsjeRiemserort, ten westen van Riems, enKalkvitz, gemeenteMesekenhagen.
↑Vermoedelijk naar een oude prent. Collectie: Pommersches Landesmuseum te Greifswald.
↑Het klooster werd omstreeks1554, ten gevolge van dereformatie, geseculariseerd. De buiten gebruik geraakte gebouwen raakten in verval; de stenen werden weggebroken en voor andere gebouwen gerecycled. Toen in de periode van deRomantiek, omstreeks1800, de belangstelling voor de middeleeuwen herleefde, bezochten kunstenaars onder wieCaspar David Friedrich de ruïnes; Friedrich legde die vast op enkele van zijn later bekendste schilderijen. Mede op zijn initiatief werden de ruïnes in de toestand van plm. 1800 geconserveerd, en de overblijfselen staan er nog steeds zo bij.
↑Vanaf de 19e eeuw o.a. als sterrenwacht en openbaar herentoilet in gebruik geweest. Detinnen aan de bovenzijde zijn 20e-eeuwse bouwsels. De toren is gerestaureerd, en dient de havenmeester van deMuseumshafen tot kantoor.
↑Op de voorgrond, in het midden, het uit 1856 daterende Heinrich-Rubenow-Monument.
↑Voormalig pakhuis, gebouwd omstreeks 1600, en in de 19e eeuw 3x ingrijpend verbouwd.