Eengolfbaan is een perceel waarop de sportgolf wordt gespeeld. De baan bestaat uit een reeksholes. Iedere hole bestaat in de regel uit de volgende onderdelen:tee of afslagplaats,fairway,rough, fringe / apron, hindernissen,green, en ten slotte het putje dat ook hole (soms cup) wordt genoemd.
Een volledige golfbaan heeft 18 holes. Vaak zijn er 9 holes, die men dan, voor een volledige wedstrijd, twee keer moet rondspelen. Ook andere aantallen komen voor.
Er zijn verschillende soorten golfbanen afhankelijk van de locatie waar zij zich bevinden:
Detee (ook wel tee-box genoemd) is de afslagplaats aan het begin van een hole. De exacte plaats op de tee waar men moet beginnen wordt aangegeven door een tee-marker, waarvan er meerdere kunnen zijn. Aan de kleur van de markers is te zien waar de dames en heren moeten afslaan. Voor professionals is er een aparte tee.
De bal wordt voor de afslag op een kunststof staafje gelegd, gelijkend op een spijker, zodat men met de stok goed onder de bal kan komen. Dat staafje wordt ook tee genoemd.
Tussen de green en de tee-box ligt defairway. De fairway is meestal tussen de 15 en 45 meter breed, begint vaak 50 tot 200 meter na de tee-box en eindigt bij de green of fringe. De fairway is vaak de gunstigste route over de hole, omdat het gras hier korter is, wat zorgt voor een betere ligging van de bal.
Buiten de fairway, greens en tee-boxen vindt men derough. De rough bestaat uit langer gras, planten of struiken, hetgeen het bespelen van de bal lastiger maakt. Bomen staan meestal in de rough, maar kunnen ook op de fairway staan en soms staat er zelfs een boom op de green.
Degreen is het kortgemaaide gedeelte gras rondom de hole. Het is gebruikelijk maar niet verplicht om op de green eenputter te gebruiken, waardoor de bal mooi zal rollen zonder van de grond te komen.
Het gras op de green wordt zeer kort gemaaid zodat de bal goed kan rollen. De richting waarin het gras groeit beïnvloedt de rol van de bal en wordt ook wel degrain of the green genoemd. Niveauverschil op de green beïnvloedt ook de richting waarin en de snelheid waarmee een golfbal rolt. De manier waarop een golfbal daardoor van richting verandert wordt ook wel de 'break' genoemd.
Om de green is het gras net iets langer dan op de green. Het stuk tussen de fairway en de green wordt de 'fringe', 'apron' of 'voorgreen' genoemd.
De hole ligt binnen de green (minimaal 3 meter van de rand) en heeft een diameter van 10,8 cm en een diepte van minimaal 10 cm. In de cup staat een vlaggenstok (ook wel 'pin' genoemd) met aan de top een vlag zodat men van grote afstand kan zien waar de hole is.
De meeste holes op een golfbaan hebben hindernissen. Dit kunnen zogenoemdebunkers zijn of waterpartijen. Ze kunnen zich zowel in of langs de fairway bevinden.
Voor het lidmaatschap van deKoninklijke Nederlandse Golf Federatie gelden een aantal criteria. De vereniging die op een golfbaan speelt, vraagt aan de federatie om een beoordeling te geven over bijvoorbeeld de kwaliteit van hun baan. Objectieve maatstaven zijn door de federatie opgesteld.
Het beoordelen van golfbanen vindt uitsluitend plaats vanaf 1 mei tot 15 oktober. Gedurende de rest van het jaar zijn de klimatologische omstandigheden in het algemeen de oorzaak van een achteruitgang van de conditie van golfbanen, zodat een juiste beoordeling niet mogelijk is.
De criteria voor A- en B-banen zijn gelijk ; het enige verschil is de lengte van de baan.
De meeste golfbanen hebben alléén holes met par 3, 4 of 5. Par 6-holes zijn vrij uitzonderlijk. De par van een hole is afhankelijk van de lengte van een hole. De par wordt bepaald door het aantal slagen waarmee een gemiddelde professional, qua afstand, de green zou moeten kunnen halen, te vermeerderen met twee slagen. Dit komt in de praktijk op het volgende neer:
Heren:
| Dames:
|
Veelal bestaan golfbanen uit tien par 4 holes, vier par 3 holes en vier par 5 holes waardoor de par van een 18 holes baan vaak 72 is. Deze kan echter ook hoger of lager zijn.
In het bestuur van een golfclub zit een baancommissaris, die voorzitter is van de baancommissie, maar het onderhoud wordt gedaan door de greenkeepers die daarvoor een speciale opleiding kregen.
Tegenwoordig wordt het onderhoud bijna overal op een milieuvriendelijke manier gedaan, veel clubs hebben al het certificaat vanCommitted to Green. Bij steeds meer bos- en heidebanen wordt een deel van het onderhoud gedaan door schapen die door de rough worden gestuurd. De meeste schapen zijn bijna geheel wit, alleen deSchoonebekers hebben een meerkleurig-gevlekte kop.
Baan | Aantal | Schapenras |
---|---|---|
Lochemse | < 30 | Schoonebeekers, Drents en/of Veluws |
Sluispolder | < 30 | Texelaar |
Molenslag | < 30 | Swifters |
Gelpenberg | < 30 | Drents en/of Veluws |
De Hoge Kleij | 30 > | ? |
Het Woold | 30 > | Schoonebekers |
Naarderbos | 30 > | ? |
De Schoot | 30 > | Texelaar |
Havelte | 30 > | Drents en/of Veluws |
Emmeloord | 30 > | Texelaar |
De Pan | 100 > | Drents en/of Veluws |
Stippelberg | 200 > | Twentse heideschapen |
Domburgse | 200 > | Drents en/of Veluws |
Hilversumsche | 200 > | Kempisch heideschaap |
Haagsche | 200 > | Schoonebekers |
De Edese | 200 > | Drents en/of Veluws |
Nunspeet | 200 > | Schoonebekers |
Hoewel een golfbaan meestal 18 holes heeft, wordt vaak gesproken over de 19e hole. Hiermee wordt de bar in het clubhuis bedoeld.