Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Gisbertus Voetius

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gisbertus Voetius
Gisbertus Voetius, ets uit 1657 van A. Santvoort
Gisbertus Voetius, ets uit 1657 van A. Santvoort
Algemene informatie
Volledige naamGijsbert Voet
Pseudoniem(en)Theophilus Cosmopolita[1]Bewerken op Wikidata
Geboortedatum3 maart1589
GeboorteplaatsHeusden
Overlijdensdatum1 november1676
OverlijdensplaatsUtrecht
GeboortelandVlag van Nederland Nederland
Opleiding gevolgd aanUniversiteit Leiden
[2]Rijksuniversiteit GroningenBewerken op Wikidata
Beroeptheoloog,hoogleraar, enpredikant
Jaren actief1611 -1676
Werk
GenreReligie
Werken in collectieKB nationale bibliotheek van Nederland
Dbnl-profiel
Portaal Portaalicoon  Christendom

Gisbertus Voetius, oorspronkelijkGijsbert Voet (Heusden,3 maart1589Utrecht,1 november1676), was eenNederlandstheoloog,hoogleraar, wetenschapper inSemitische talen enpredikant vangereformeerden huize. Hij werd vooral bekend als hoogleraar theologie van deUniversiteit Utrecht, waar hij van 1641 tot 1645rector magnificus was. Voetius heeft grote invloed uitgeoefend door zijn vele leerlingen: een van zijn bekendste studenten wasJodocus van Lodenstein, terwijl ookAnna Maria van Schurman zijn colleges bijwoonde en met hem correspondeerde.

Voetius had een afkeer van veelvernieuwingen in defilosofie en denatuurwetenschappen, omdat deze volgens hem zouden leiden totatheïsme. Hij verwierp de leer vanCopernicus dat de aarde om de zon draait (hetheliocentrisme) en bestreedRené Descartes omdat deze dearistotelische natuurfilosofie verwierp. Hij bestreedBaruch Spinoza en zijn volgelingen om hun afwijkende godsbegrip (hetmonisme) en hun Bijbelkritiek.

Levensloop

[bewerken |brontekst bewerken]

De grootvader van Gisbertus, Nicolaas Dirksz. Voet, wasburgemeester van Oud-Heusden. Deze kwam al vroeg voor zijnprotestantse overtuiging uit en stierf onder verdachte omstandigheden in degevangenis van's-Hertogenbosch. De vader van Gisbertus, Paulus Voet, meldde zich aan bij hetleger van prinsMaurits en werd gestationeerd in dit strategisch gelegen stadje, op de grens van de provincies Holland en Gelderland metStaats-Brabant. Hij stierf tijdens hetBeleg van Bredevoort (1597).

Na de dood van zijn vader kreeg zijn veelbelovende zoon Gisbertus een studiebeurs van het stadsbestuur. Hij studeerde teLeiden, waar hij de invloed onderging van de prominentecontraremonstrantGomarus, maar behaalde zijndoctorsgraad inGroningen waar Gomarus doceerde. Gisbertus werd in1611 alspredikant benoemd inVlijmen enEngelen, en in1617 in zijn geboortestad Heusden, waar zijn broerrector van deLatijnse school was.

In Heusden raakte Gisbertus Voetius betrokken bij de twisten tussen deremonstranten en decontraremonstranten. Als een van de jongste leden nam hij deel aan deDordtse Synode en betoonde zich een krachtig bestrijder van de remonstranten. Voetius werkte alsveldprediker tijdens hetBeleg van 's-Hertogenbosch in1629 en hielp na de inneming bij de inrichting van de Gereformeerde kerk aldaar. In1634 volgde zijn benoeming tot hoogleraar in de oosterse talen en theologie aan deIllustere School teUtrecht en hield Voetius er zijn inaugurele redeDe Pietate cum Scientia Conjugenda (over de verbinding van vroomheid met wetenschap). Toen deze school in1636 verheven werd totuniversiteit, hield Voetius in de UtrechtseDomkerk een preek overLucas 2 getiteldSermoen van de nutticheydt der academien ende scholen. In 1636 maakte hij een reis naarEngeland. Op 12 maart 1637 werd Voetius daarnaast als stadspredikant bevestigd.

Aan de theologischefaculteit waar Voetius onder meerdogmatiek onderwees, doceerden ookMeinardus Schotanus enCarolus de Maets.[3] Door één geest geleid vormden zij een theologisch driemanschap dat Utrecht weldra tot een bolwerk van de gereformeerdeorthodoxie maakte. Voetius werd de spreekbuis van de zogehetenNadere Reformatie, een kerkelijke vroomheidsbeweging die verwant was met de Engelsepuriteinen.

In zijn theologisch onderwijs maakte Voetius gebruik van descholastieke methode. Hij probeerde een verbinding te bewerkstelligen tussen de theologie zoals die op de universiteit werd onderwezen en de praktijk van het geloof. Aan gevorderde studenten gaf hij colleges over deInstitutie vanJohannes Calvijn.[4] In 1639 organiseerde Voetius een aantal lezingen over het atheïsme, waarbij René Descartes als afschrikwekkend voorbeeld werd opgevoerd. Bij de begrafenis vanHendricus Reneri stelde de hoogleraarAntonius Aemilius Descartes centraal en het hek was van de dam.[5]Stadhouder Frederik Hendrik nam Descartes in bescherming en zorgde ervoor dat de zaken niet op de spits werden gedreven. Zoals alle hoogleraren destijds, verkreeg Voetius extra inkomsten door studenten in huis te nemen, waaronderJoan Huydecoper van Maarsseveen, een Amsterdamse burgemeesterszoon.

Voetius polemiseerde met deLeidse professor in de oosterse talenCoccejus over hetvierde gebod inzake dezondagsheiliging. De theologische strijd tussen de universiteiten van Utrecht en Leiden was bitter en langdurig.[6] In de Leidse collegezalen werd het zelfs verboden de naam Descartes te noemen, omdat de studenten elkaar bij voortduring in de haren vlogen.[7] Voetius bestreed de inLeuven docerendeCornelius Jansenius en het kerkelijk separatisme van de naar deRepubliek uitgeweken Franse theoloogJean de Labadie, hoewel hij met diens strenge levensopvatting sympathiseerde.

In hetRampjaar1672 werd in deDomkerk de eerstemis sinds ongeveer een eeuw opgedragen doorkardinaal De Bouillon, die met de Franse troepen was meegekomen. De kerk werd door de Fransen toegewezen aan dekatholieken, maar de gereformeerden behielden tijdens de Franse bezetting hungodsdienstvrijheid.[8] Toen de Fransen in november 1673 waren vertrokken, heeftstadhouder Willem III, die sterk beïnvloed was door de leer van Voetius, 120 leden van zowel deStaten van Utrecht als devroedschap afgezet.[9]

Tijdens zijn hoogleraarschap preekte Voetius als predikant in Utrecht. In november 1672 viel hij bewusteloos neer op de preekstoel van de Domkerk. Sinds die tijd preekte hij niet meer al gaf hij nog wel colleges. In 1676 stierf Voetius, hij is begraven in deCatharijnekerk. Ironisch genoeg zou uitgerekend die kerk in 1853 tot de aartsbisschoppelijkekathedraal van de Nederlandse katholiekekerkprovincie worden verkozen.

  • Kop en schotel met portretten van Gisbertus Voetius en Johannes Coccejus, tussen 1740 en 1759
    Kop en schotel met portretten van Gisbertus Voetius en Johannes Coccejus, tussen 1740 en 1759
  • Postuum portret door Christiaan van (II) Geelen, tussen 1815 en 1826
    Postuum portret door Christiaan van (II) Geelen, tussen 1815 en 1826
  • Postzegel 1936
    Postzegel 1936

Theologie

[bewerken |brontekst bewerken]

Als een van de jongste deelnemers, had Voetius deelgenomen aan deDordtse Synode van 1618-1619. Gedurende de rest van zijn leven was hij een krachtig bestrijder van deremonstranten,Rooms-Katholieken encoccejanen. Kenmerkend voor Voetius is zijn streven naar een eenheid van vroomheid en wetenschap. Reeds in zijninaugurele rede als hoogleraar tekent hij deze eenheid als zijn ideaal.

Al in devroegchristelijke periode werd demetafoor van hetboek van de natuur gehanteerd. Dit was een opvatting die de natuur ziet als een boek dat - naast de Bijbel - gelezen kan worden als een bron van godskennis. VanafAugustinus lag de nadruk op het belang dat op deze wijze ook ongeletterden tot die godskennis konden komen. Ook Voetius hanteerde deze metafoor. In een commentaar opPsalm 19 schreef Voetius datDavid ons leidt van het Boek der Natuur en de werken Gods naar kennis van onze Schepper en op deze wijze oproept tot vroomheid.

Volgens J.W. van Pelt ispietas een kernwoord bij Voetius, dat de sleutel vormt tot het hart van zijn theologie. Voetius beoogde de doorwerking van de Reformatie, niet alleen in het enkele mensenhart, maar ook in de breedte van het volksleven. Opmerkelijk is Voetius' leer aangaande deBijbel, hij gaat zover dat hij deHebreeuwseconsonanten,vocalen eninterpunctie van demasoretische tekst toeschrijft aan het werk van deHeilige Geest.[10]

Invloed

[bewerken |brontekst bewerken]

Voetius oefende een vérstrekkende invloed uit op leer en leven van de Gereformeerde Kerk en werd ook wel de "Utrechtse paus" genoemd. Voetius en zijn volgelingen hebben zich verzet tegen volledige afschaffing van vervolgingen wegenshekserij; de invloed van deduivel was voor hen een realiteit.[11] De Voetianen verkondigden dat defilosofie ondergeschikt moest blijven aan detheologie en denatuurwetenschappen in overeenstemming moesten blijven met deHeilige Schrift. Zij speelden een belangrijke rol bij de afzetting van predikantBalthasar Bekker, nadat deze in 1691 zijn geruchtmakende boekDe betoverde weereld had gepubliceerd. Hierin ontkende Bekker dathekserij mogelijk was en bestreed hij de vervolgingen op basis vanbijgeloof.[12]

Voetius was in 1655 ook de aanstichter vancensuur jegens het boek vanIsaac La Peyrère over depreadamieten. Hij bracht het boekPræadamitæ aan bij de burgemeester van Utrecht. Het boek bevatte volgens hemheterodoxe stellingen aangezien het uitging van een mogelijkepolygenese van de mens, de gedachte dat niet alle volkeren vanAdam en Eva zouden afstammen. Het boek werd eerst in Utrecht verboden en later op verzoek van deStaten van Utrecht ook landelijk door deStaten-Generaal.

In 1899 werd in Utrecht deGereformeerde Theologen Studentenvereniging Voetius opgericht, vernoemd naar deze hoogleraar. Ook bevindt zich daar deVoetiusstraat naast deDomkerk.

Werken

[bewerken |brontekst bewerken]

Primaire literatuur (werken van Voetius zelf)

[bewerken |brontekst bewerken]
  • Theologia practica
  • Vraegen over den Catechismus (Utrecht, C. Poudroyen 1640, 1650)
  • Selectae disputationes theologicae (vijf delen, Utrecht 1648-1669), een moraalleer der gereformeerde kerk
  • Politica ecclesiastica (1663-1667), over het kerkelijk gemeenschapsleven
  • Te askètika sive exercitia pietatis (1664), een handboek voor het godsdienstig-zedelijk leven. Heruitgegeven in 1996.[13]

Secundaire literatuur (werken over Voetius)

[bewerken |brontekst bewerken]
  • A. C. Duker,Gysbertus Voetius, I—III (1893-1914).
  • Reinhard Breymayer:Auktionskataloge deutscher Pietistenbibliotheken [...]. In:Bücherkataloge als buchgeschichtliche Quellen in der frühen Neuzeit. Hrsg. von Reinhard Wittmann. Wiesbaden (1985) (Wolfenbütteler Schriften zur Geschichte des Buchwesens, Bd. 10), S. 113-208; hier S. 150-154 zur Privatbibliothek des orthodoxen Theologen G. Voetius.
  • Andreas J. Beck:Zur RezeptionMelanchthons bei Gisbertus Voetius (1589-1676), namentlich in seiner Gotteslehre. In: Günter Frank,Herman Selderhuis (Hrsg.):Melanchthon und der Calvinismus.Melanchthon-Schriften der Stadt Bretten, 9. Frommann-Holzboog, Stuttgart-Bad Cannstatt 2005, S. 319-344.
  • Andreas J. Beck:Gisbertus Voetius (1589-1676). Sein Theologieverständnis und seine Gotteslehre. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen 2007 (FKDG, 92).
  • Andreas J. Beck: "Gisbertus Voetius (1589-1676): Basic Features of His Doctrine of God." In: Willem J. van Asselt und Eef Dekker (ed.).Reformation and Scholasticism: An Ecumenical enterprise. Grand Rapids, Mich.: Baker Academic, 2001, 205-226.
  • Aza Goudriaan:Die Bedeutung derTrinitätslehre nach Gisbert Voetius. In:Harm Klueting,Jan Rohls (Hrsg.):Reformierte Retrospektiven: Vorträge der zweiten Emder Tagung zur Geschichte des Reformierten Protestantismus.Emder Beiträge zum reformierten Protestantismus, 4. Foedus Verlag, Wuppertal 2001, S. 137-145.
  • Aza Goudriaan:Reformed Orthodoxy and Philosophy, 1625-1750. Gisbertus Voetius, Petrus van Mastricht, and Anthonius Driessen. Brill’s Series in Church History, 26. Leiden [etc.]: Brill, 2006.
  • Christian Möller:Einführung in die Praktische Theologie, Tübingen 2004 (UTB 2529).
  • Andreas Mühling:Zwischen Puritanismus, Orthodoxie und frühem Pietismus - Gisbert Voetius und die 'Nadere Reformatie'. In:Monatshefte für Evangelische Kirchengeschichte des Rheinlandes 52 (2003), S. 243-254.
  • Andreas Mühling: Art.Voetius, Gisbert. In:Theologische Realenzyklopädie 35 (2003), S. 181-184.
  • W. J. van Asselt, E. Dekker (Hrsg.):De scholastieke Voetius: Een luisteroefening aan de hand van Voetius' Disputationes Selectae. Boekencentrum, Zoetermeer 1995.
  • Han van Ruler:The Crisis of Causality. Voetius andDescartes on God, Nature and Change. Brill, Leiden/New York/Köln 1995.
  • B. Hoon Woo: "The Understanding of Gisbertus Voetius and René Descartes on the Relationship of Faith and Reason, and Theology and Philosophy,"Westminster Theological Journal 75, no. 1 (2013): 45-63.

Externe links

[bewerken |brontekst bewerken]
Mediabestanden
Commons heeft media­bestanden in de categorieGisbertus Voetius.
Bronnen en noten
  1. Nationaal Normbestand van Tsjechië; geraadpleegd op: 30 augustus 2020; NKC-identificatiecode: mzk2009533767.
  2. Mathematics Genealogy Project.
  3. Zie voor Voetius' dogmatisch werk de bundel W.J. van Asselt & E. Dekker (red.),De scholastieke Voetius (Zoetermeer 1995), en de recentemonografie van A.J. Beck,Gisbertus Voetius (1589-1676). Sein Theologiebegriff und seine Gotteslehre (Göttingen 2007)
  4. Johannes Calvijn, Institutie, 22 (Den Hertog, 2009), Voorwoord door W. van't Spijker
  5. Spinoza en het Nederlands cartesianisme By Gunther Coppens[1]
  6. J.I. Israel,Radicale Verlichting (2001), p. 39.
  7. J.I. Israel,Radicale Verlichting (2001), p. 41-43.
  8. J.I. Israel,De Republiek 1477-1806 (1995), p. 879.
  9. Bruin, R. de & A. Pietersma, 'Op geborduurde kussens. De familie Martens in politiek en bestuur,' in:Erfgenamen aan het Janskerkhof. De familie Martens in Utrecht, 1628-1972. Jaarboek Oud-Utrecht 2002, p. 50; W. Troost,Willem III stadhouder-koning. Een politieke biografie (2001), p. 113.
  10. Pelt, J. W. van. (1999). Pastoraat in trinitarisch perspectief : de samenhang van trinitarische en antropologische aspecten in het pastoraat. Groen, Heerenveen, pp. 165-170. ISBN 90-5829-001-8.
  11. J. Schaeffer (1992),Niets spreekt vanzelf, Transparant Jaargang 3 No 2
  12. L. Dresen-Coenders (1983),Het verbond van heks en duivel, blz. 155, Ambo, Baarn,ISBN 9026305850
  13. C.A. de Niet,Gisbertus Voetius, de praktijk der Godzaligheid (1996). Tekstuitgave met inleiding, vertaling en commentaar.
Bibliografische informatie
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gisbertus_Voetius&oldid=69073065"
Categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp