Giacomo Agostini | ||
---|---|---|
![]() | ||
Giacomo Agostini in 1968 | ||
Geboren | Brescia,16 juni1942 | |
Nationaliteit | ![]() | |
Team | Moto Morini,MV Agusta,Yamaha | |
Aantal races | 223 | |
Kampioenschappen | 350 cc 1968, 1969, 1970, 1971, 1972,1973, 1974,500 cc 1966, 1967,1968, 1969, 1970, 1971, 1972, 1975 | |
Overwinningen | 123 | |
Aantal podia | 159 | |
Huidig punten | 1577 | |
Aantalpolepositions | 6[1] | |
Aantal snelste rondes | 117 |
Giacomo Agostini (Brescia,16 juni1942) is eenItaliaans voormalig motorcoureur. Hij werd geboren inBrescia, maar groeide op in de omgeving vanBergamo.
Giacomo begon zijn motorcarrière metheuvelklim-wedstrijden, onder andere op een 175cc-Moto Morini, maar kreeg in 1964 een contract aangeboden bij het raceteam van Moto Morini, waar hijTarquinio Provini verving. Hij werd in dat jaar Italiaans 250cc-kampioen. Zijn prestaties trokken de aandacht van graaf Domenico Agusta, eigenaar vanMV Agusta, en al in 1965 reed "Ago" zowel in de 350- als de 500cc-klasse op deze motoren. Hij werd er de leerling van de groteMike Hailwood. Hailwood, die op de MV Agusta in 1965 wereldkampioen in de 350- en 500cc-klasse was geworden, vertrok echter in1966 naarHonda, wat voor Agostini de weg vrij maakte om de wereldtitel in de 500cc-klasse binnen te slepen. Dit kwam deels ook omdat Hailwood met de 500cc-Honda RC 181 geen vuist kon maken. In de 350cc-klasse reed Hailwood met deHonda RC 165 zescilinder en werd er wereldkampioen mee. Ook in1967 werd Giacomo Agostini wereldkampioen in de 500cc-klasse metMV Agusta 500 3C. In 1968 stopteHonda plotseling met motorraces, terwijl Mike Hailwood al een contract had. Dat verbood hem deel te nemen aan grand prix-wedstrijden, waardoor Agostini zowel in de 350- als in de 500cc-klasse wereldkampioen werd met MV Agusta. In de vier daarop volgende jaren werd Agostini wederom wereldkampioen. In 1973 kon Giacomo Agostini de 350cc-wereldtitel nog veroveren, maar de 500cc-titel moest hij overlaten aan zijn teamgenootPhil Read, met wie hij op enigszins gespannen voet stond.
In hetseizoen 1965 had MV Agusta in de 500cc-klasse geen enkele concurrentie. Andere coureurs konden beschikken over de verouderde Britse eencilindersMatchless G50 enNorton Manx. In de 350cc-klasse lag het anders:Jim Redman was al in drie opeenvolgende jaren wereldkampioen geworden op deHonda viercilinders. Daarom had MV Agusta de viercilinderMV Agusta 350 4C vervangen door de driecilinderMV Agusta 350 3C. Waarschijnlijk moest Agostini zich richten op de 350cc-klasse, zodatMike Hailwood de 500cc-titel kon grijpen. Agostini ging dan ook niet naar deGP van de USA, want daar reed zijn klasse niet. In deGP van Duitsland won Agostini de 350cc-race voor Hailwood, in de 500cc-race was het andersom. Tijdens deTT van Man was debutant Agostini erg in het nadeel. Hij kende het 60km-lange circuit nog niet, terwijl Mike Hailwood daar al 24 starts had gehad. Tijdens de 500cc-Senior TT kwam hij ten val, in de 350cc-Junior TT werd hij derde achterJim Redman (Honda) enPhil Read (Yamaha). Tijdens deTT van Assen werd hij in de 500cc-race op ruime achterstand tweede achter Hailwood en in de 350cc-race derde achter Redman en Hailwood. In deBelgische GP startte de 350cc-klasse niet. Hailwood won de 500cc-race voor Agostini. Zo ging het ook in de 500cc-klasse van deGP van de DDR, waar Hailwood al wereldkampioen 500 cc werd. In de 350cc-klasse vielen ze echter allebei uit. Redman won en nam een behoorlijke voorsprong in de WK-stand. In de 350cc-race van deGP van Tsjecho-Slowakije vielen ze ook allebei uit. Omdat Hailwood al 500cc-kampioen was en de MV Agusta 350 3C erg onbetrouwbaar bleek, ging MV Agusta niet naar deUlster Grand Prix. Redman kwam ten val en profiteerde daar dus niet van. Hij brak eensleutelbeen en kon niet starten in deGP van Finland. Daar won Agostini beide klassen (Hailwood kwam ook niet aan de start). Redman verscheen ook niet in deGP des Nations. Agostini won de 350cc-race, waardoor hij in de WK-stand in punten op gelijke hoogte met Redman kwam. Door de streepresultaten had Redman nog een klein voordeel. Als Agostini deGP van Japan zou winnen, had Redman aan de tweede plaats genoeg.
De 350cc-klasse had in 1965 9 wedstrijden, maar de beste 5 resultaten telden:
350 cc | Punten | DUI | MAN | NED | DDR | TSJ | ULS | FIN | NAT |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Redman | 32 | 0 | 8 | 8 | 8 | 8 | 0 | 0 | 0 |
Agostini | 32 | 8 | 4 | 4 | 0 | 0 | 0 | 8 | 8 |
Agostini's taak was duidelijk: winnen. Hailwood moest Redman van de tweede plaats af houden. Hailwood bleef Redman voor, maar Ago's machine liep slecht door ontstekingsproblemen en hij werd slechts vijfde. Redman werd 350cc-wereldkampioen, Agostini werd tweede.
Zowel Honda als MV Agusta brachten in hetseizoen 1966 nieuwe wapens in de strijd. Voor Honda waren dat Mike Hailwood en de nieuwe 500cc-viercilinderHonda RC 181. MV Agusta bracht ook een 500cc-driecilinder, deMV Agusta 500 3C, die echter slechts 420 cc mat omdat het een opgeboorde 350 3C was. De machine werd alleen in deTT van Assen gebruikt. Agostini had geen teamgenoot, Hailwood werd hier en daar nog ondersteund door Redman, die eigenlijk "non riding captain" van het Honda-team was, maar die ook nog een 500cc-titel wilde halen.
Honda had wellicht het sterkste team, met Hailwood en Redman in de 350- en de 500cc-klasse. Redman won de eerste twee 500cc-races, waarin Hailwood echter niet scoorde en Agostini tweede werd. Agostini's MV Agusta 500 4C had grote moeite met de Honda RC 181, maar Redman brak tijdens deGP van België een arm, waardoor zijn seizoen over was. Hailwood, die niet eens altijd in de 500cc-races kon starten omdat hij ook nog 250- en 350cc-reed, kon de achterstand op Agostini niet meer goedmaken, ondanks drie GP-overwinningen. In deUlster Grand Prix werd Agostini op anderhalve minuut gereden. Daar werd Hailwood ook al 350cc-wereldkampioen.
Voor deGP des Nations had Agostini in de 500cc-klasse bruto 46 punten gescoord, maar omdat er met streepresultaten werd gewerkt (de beste vijf van negen races telden) waren dat er netto 34. Hailwood stond op 30 punten. Als Agostini zou winnen zou hij maximaal 2 punten kunnen scoren. Hailwood moest dus winnen, maar hij viel uit door een gebrokenkrukas en Giacomo Agostini werd voor het eerstwereldkampioen.
Al vroeg in hetseizoen 1967 leek het te rommelen tussen Giacomo Agostini enMV Agusta. Het ging niet goed met Ago, die wel wedstrijden won, maar vooral omdat Hailwood's Honda's vaak uitvielen. Agostini startte niet in de voorjaarsrace inRimini omdat hij ziek zou zijn, maar hij liep in dat weekend wel kerngezond door hetrennerskwartier. Waarschijnlijk wilde Graaf Agusta geen gezichtsverlies lijden op eigen bodem maar er gingen ook geruchten dat Agostini "voor straf" niet mocht rijden omdat hij de 350cc-Grand Prix van Duitsland niet gewonnen had. Omdat het ene gerucht het andere aanwakkerde werd er daarna ook gesproken over een vertrek van Agostini naarGilera. Gilera riep echter al vier jaar lang dat het terug zou keren naar de GP's, maar het kwam er nooit van.
In de 500cc-klasse werd Agostini - nu met de driecilinderMV Agusta 500 3C - opnieuw wereldkampioen, niet zozeer omdat hij sneller was dan Hailwood met de Honda RC 181, maar omdat Hailwood vaak technische problemen had. In de laatste race, deGP van Canada, kon Hailwood nog wereldkampioen worden als hij zou winnen en Agostini geen enkel punt scoorde. Dat gebeurde niet: Hailwood won wel, maar Agostini werd tweede.
In de 350cc-klasse kon hij Hailwood met de zescilinderHonda RC 174 niet volgen. In de eerste races had hij zelfs grote moeite omRenzo Pasolini met deBenelli 350 4C achter zich te houden. Na de TT van Assen trok Benelli zich echter terug. In de laatste races kwam Hailwood, die al wereldkampioen was, niet aan de start in de 350cc-klasse omdat hij ook in de 250- en de 500cc-klassen reed.
Mike Hailwood en Giacomo Agostini in Assen (1965) |
DeMV Agusta 500 3C was in 1967 een échte 500cc-machine en niet meer de tot 420 cc opgeboordeMV 350 3C van het jaar ervoor |
Tijdens deAsser TT van 1967 volgde Hailwood Agostini acht ronden lang om vervolgens te winnen |
TT Assen 1974: Agostini voorTeuvo Länsivuori enGianfranco Bonera |
Agostini in 1976 op de Nürburgring met deMarlboro-Api-MV Agusta 350 3C |
In hetseizoen 1968 trokHonda zich terug. Iedereen wist dat een saai seizoen zou volgen omdat de wereldtitels al praktisch vast stonden: Dezijspanklasse voorBMW, de50cc-klasse voorSuzuki, de125- en de250cc-klasse voorYamaha en de350- en de500cc-klasse voorMV Agusta.
Agostini had dan ook in beide klassen geen enkele tegenstand. Die had moeten komen van deBenelli 500 4C (die maar een enkele keer aan de start kwam) en deBenelli 350 4C, die slechts in de helft van de races aan de start verscheen. Verder kwam de tegenstand in de 500cc-klasse van antiekeMatchless G50's enNorton Manxen. Agostini's motorfietsen bleken ook betrouwbaar: hij won in beide klassen alle races.
Ook in hetseizoen 1969 hadden Agostini en MV Agusta geen tegenstand. Agostini won opnieuw alle races waarin hij startte. MV Agusta nam niet de moeite om naar de laatste twee GP's te gaan, waardoorAlberto Pagani enGodfrey Nash ook een race konden winnen.
In hetseizoen 1970 begonnen de eerstetweetaktmotoren weer in de 500cc-klasse te verschijnen. Die waren veelal afgeleid van gewone straatmotoren, zoals deKawasaki H 1 R. Ook verschenen erYamaha's, maar dat waren licht opgeboorde 350cc-machines. Voor Agostini was dat allemaal geen enkele bedreiging. In de 350cc-klasse presteerdenKel Carruthers enRenzo Pasolini goed met deBenelli 350 4C, maar ook zij konden alleen strijden om de tweede plaats. In de laatste twee races kreegAermacchi-coureurAngelo Bergamonti MV Agusta's. Hij won beide klassen in deGP van Spanje, waar Agostini niet startte.
Nog voor hetseizoen 1971 van start ging verongelukte Ago's nieuwe teamgenootAngelo Bergamonti inRiccione. MV Agusta had inmiddels de 350cc-zescilinder350 6C klaar, wellicht als wapen tegen deBenelli 350 4C of deYamaha TR 2, maar de machine bleek niet nodig te zijn. Benelli kwam zelfs helemaal niet meer aan de start. In de 500cc-klasse werden meer en meer van toermotoren afgeleide racers ingezet, behalve de Kawasaki nu ook deSuzuki T 500. Maar ook daar had Agostini geen last van. Hij won in beide klassen alle races waarin hij finishte. Aan het einde van het seizoen kreeg hij opnieuw een teamgenoot:Alberto Pagani.
Ago's nieuwe teamgenootAlberto Pagani startte vrijwel uitsluitend in de 500cc-klasse, waar hij steeds tweede werd achter Agostini, behalve als deze uitviel. In de 350cc-klasse schakelde Agostini vanaf deGP van Oostenrijk af en toe over op de nieuwe viercilinder350 4C, vooral omJarno Saarinen met de nieuwe fabrieks-Yamaha YZ 634 voor te blijven. Saarinen was in de eerste twee GP's ook sneller geweest. Dat was de reden dat MV Agusta vanaf de GP des Nations oud-wereldkampioenPhil Read voor de 350cc-klasse aantrok om Agostini te steunen. Agostini bleef echter met de350 3C rijden omdat hij die betrouwbaarder achtte. Hij werd in beide klassen opnieuw wereldkampioen.
Het dodelijke ongeval vanGilberto Parlotti tijdens deLightweight 125 cc TT van 1972 had grote gevolgen voor Agostini, MV Agusta en deIsle of Man TT. Parlotti had in 1971 geweigerd op heteiland Man te rijden vanwege het gevaarlijke circuit, maar nu hij aan de leiding van het 125cc-kampioenschap stond moest hij wel. Hij verongelukte in de tweede ronde bij deVerandah. Agostini, Read enRodney Gould verklaarden nooit meer op Man te rijden.Jarno Saarinen,Ángel Nieto,Renzo Pasolini,Kent Andersson,Börje Jansson,Dave Simmonds enDieter Braun hadden dat een jaar eerder al gedaan. Het was waarschijnlijk ook de reden datAlberto Pagani zijn carrière beëindigde en vanaf 1973 teammanager bij MV Agusta werd. De boycot van de toprijders zorgde ervoor dat de TT vanaf hetseizoen 1977 haar WK-status verloor.
In hetseizoen 1973 kreeg Agostini te maken met tegenslag. DeJapanse concurrentie begon ook sterker te worden:Suzuki bracht onder druk van haar importeurs deSuzuki TR 500-racer uit, nog steedsluchtgekoeld en gebaseerd op deSuzuki T 500.Yamaha vormde nog een grotere bedreiging met dewatergekoelde viercilindertweetaktYamaha YZR 500, bestuurd doorJarno Saarinen enHideo Kanaya. Voor de 350cc-klasse bracht Yamaha de eveneens vernieuwdeOW 16 (YZR 350). Na de dood van Saarinen enRenzo Pasolini tijdens deGP des Nations trok Yamaha haar fabrieksteam terug.Teuvo Länsivuori, die ook een OW 16 had, was echter in dienst van de Finse importeur Arwidson en hij vormde een ernstige bedreiging voor Agostini in de 350cc-klasse. Al in de eerste race, deGP van Frankrijk, waren de Yamaha's in beide klassen snel in de trainingen. Saarinen won de 500cc-race met zijn YZR 500, Read werd tweede en Agostin, die een slechte start had, kwam ten val. Hij won wel de 350cc-race voor Read. In deGP van Oostenrijk waren de 500cc-Yamaha's van Saarinen en Kanaya zo snel, dat Agostini gewoon besloot te stoppen. Saarinen en Kanaya kozen hier voor de 250cc-race, maar MV Agusta kon niet profiteren. Read en Agostini vielen uit. In de 500cc-race van deDuitse GP won Read, maar Agostini, Saarinen en Kanaya vielen uit. Ook hier kozen Saarinen en Kanaya voor de 250cc-klasse, maar beide MV's vielen opnieuw uit. Agostini won de 350cc-race van deGP des Nations, maar in de 250cc-race verongelukten Saarinen enRenzo Pasolini. De 500cc-race ging niet door en Yamaha trok zich terug uit het wereldkampioenschap. Toen Agostini in de 500cc-TT van Assen uitviel door een defecteversnellingsbak, had hij in zeven GP's nog geen enkel punt gescoord. Read had twee overwinningen en een tweede plaats geschoord. Pas in deGP van België wist Ago voor het eerst te winnen, maar voor Read was dat geen bedreiging. Read moest veel meer rekening houden metKim Newcombe en zijn tweetakt-König. In deGP van Zweden versloeg Read Agostini nipt, maar hij mocht zich wel wereldkampioen worden. Agostini liep een beenverwonding op tijdens een trainingsrit en kon daardoor inSpanje niet starten. Hij sloot het 500cc-kampioenschap af als derde achter Read en de inmiddels dodelijk verongelukte Kim Newcombe[2]. In de 350cc-klasse was Read minder sterk. Hier moest Agostini alleen afrekenen met Yamaha-coureur Teuvo Länsivuori en dat lukte hem, zodat hij toch nog een wereldtitel kon bijschrijven.
Agostini tekende eind 1973 een contract bijYamaha, dat hem de kans gaf ook in deDaytona 200 uit te komen. Agostini gaf zelf aan dat dit de belangrijkste reden was en dat hij zelfs aan MV Agusta-teamleider Corrado Agusta had gevraagd alleen voor die race op een ander merk te mogen starten[3]. Yamaha had echter ook een vervanger nodig voor de verongelukteJarno Saarinen. De sfeer tussen deMV Agusta-teamgenoten Agostini enRead was eind 1973 al om te snijden, en het feit dat Read een lucratief contract voor 1974 had gekregen zat Agostini ook niet lekker. Phil Read vond dat hij steun van een tweede rijder nodig had en had een voorkeur voorDieter Braun. MV Agusta moest echter ook iemand hebben voor het Italiaanse kampioenschap en daarom werd het uiteindelijkGianfranco Bonera.
Met deYamaha YZR 500 ging het in hetseizoen 1974 nog niet goed. Zowel Agostini als Länsivuori vielen vaak uit. Agostini won twee GP's, waarvan deTT van Assen de meest overtuigende was: Agostini en Länsivuori werden eerste en tweede en versloegen de MV Agusta's van Read en Bonera. Tijdens deGP des Nations merkte hij dat de YZR 500 meer brandstof verbruikte, waardoor hij uitviel. De machine kreeg daarna een grotere tank. Tijdens deGP van Zweden brak Agostini eensleutelbeen, waardoor hij de volgende GP moest overslaan. Hij eindigde het 500cc-seizoen als derde achter beide MV Agusta's. In de 350cc-klasse ging het beter. Hij won vijf Grands Prix en stelde tijdens deGP van Joegoslavië zijn wereldtitel veilig.
Al na enkele races in hetseizoen 1975 was het duidelijk dat het contract metPhil Read doorMV Agusta in 1976 niet verlengd zou worden. Read was zeer ontevreden over zijn machines en de sfeer in het team was zeer slecht. Daar stond tegenover dat Giacomo Agostini juist weer toenadering tot het team zocht. Tijdens de GP's was hij er regelmatig op bezoek en met name in deGP van Oostenrijk, waar hij in de zestiende ronde met zijnYamaha was uitgevallen, zorgde hij nog tijdens de race voor wat gezelligheid bij het team van MV Agusta.
Agostini won de 500cc-Franse GP voor zijn teamgenootHideo Kanaya, een beetje geholpen door de onbekendeArmando Toracca. Die vervingGianfranco Bonera als teamgenoot vanPhil Read, maar hij dwong Read in een fel gevecht om de derde plaats, waardoor de Yamaha's een voorsprong konden nemen. In de 350cc-race werd iedereen verrast door de jonge debutantJohnny Cecotto, die de 250cc-race al had gewonnen en dat ook in de 350cc-klasse deed. Agostini werd tweede. In de 350cc-GP van Spanje wist Agostini Cecotto voor te blijven, maar in deGP van Oostenrijk viel hij in beide klassen uit doorvastlopers. Agostini won de 500cc-GP van Duitsland, maar viel in de 350cc-race uit. Hij leidde de 500cc-GP des Nations van start tot finish, maar werd in de 350cc-race tweede achter Cecotto. In de 500cc-TT van Assen werd hij tweede achterBarry Sheene en in de 350cc-klasse slechts vierde, maar nog voor Cecotto, die vijfde werd. Toen Agostini in de 500cc-GP van Zweden een klapband kreeg, hield hij Phil Read in de strijd om het WK, maar Agostini won de 500cc-GP van Finland waar Read uitviel. Hij moest daar de 350cc-race winnen om Cecotto van de wereldtitel af te houden, maar dat lukte niet. Cecotto won voor Agostini. In de 500cc-GP van Tsjecho-Slowakije werd hij tweede achter Read, maar dat was voldoende om wereldkampioen te worden. In de 350cc-race viel hij in de vijfde ronde uit, waardoor Cecotto, die ook uitviel, zeker was van de wereldtitel. Yamaha en MV Agusta gingen niet naar de laatste GP in Joegoslavië.
In hetseizoen 1976 stopte Yamaha met haar 500cc-fabrieksteam. Agostini begon het seizoen metMV Agusta's, maar onder de vlag van zijn eigen team ondersteund door tabaksfabrikantPhilip Morris en olieproducent Api. Zo ontstond hetMarlboro-Api-team met Giacomo en zijn veel jongere broerFelice als rijders. MV kreeg te maken met de nieuwe geluidsnormen van de FIM, maar leed daar nog niet erg onder omdat ze te laat werden ingevoerd en niet altijd werden gehandhaafd. Een test van MV zelf wees uit dat hetvermogen van deMV Agusta 500 4C met de juiste demping terugviel van 110 naar 91 pk. De sterkste machine van het jaar,Barry Sheene's tweetakt-Suzuki RG 500, reed het hele seizoen met demping zonder merkbaar vermogensverlies.
Agostini reed in de 350cc-klasse op de vernieuwdeMV Agusta 350 4C, maar werd door pech achtervolgd. Hij finishte alleen in deTT van Assen, die hij ook won. Hij eindigde in de WK-stand als vijftiende. In de 500cc-klasse begon hij het seizoen met deMV Agusta 500 4C. In deGP van Frankrijk werd hij slechts vijfde, bijna een minuut achter winnaarBarry Sheene en in deGP van Oostenrijk werd hij zesde, ruim een minuut achter Sheene. Omdat hij geen rechtstreeks fabriekscontract met MV Agusta had, stond het hem vrij om een andere motorfiets te gebruiken. Hij kocht eenSuzuki RG 500, in de hoop dat MV de 500 4C zou verbeteren of dat de nieuwe500 4C Boxer raceklaar zou worden. Met de Suzuki haalde hij echter nooit de finish. In de laatste race, deGrand Prix van Duitsland, trainde hij nog met de Suzuki, maar hij startte met de MV Agusta 500 4C, nu voorzien van lichtere zuigers en krukas. Het was verbazend dat de machine door de geluidskeuring kwam, maar Agostini won er de race mee. Het was de laatste overwinning van Giacomo Agostini, maar ook de laatste van eenviertaktmotor en de 500cc-klasse.
Aan het einde van het seizoen maakteYamaha bekend weer met een fabrieksteam in de 500cc-klasse te starten. Agostini enSteve Baker werden uitgenodigd, maar Agostini koos ervoor om zijn eigen team te behouden. Hij werd wel semi-fabrieksrijder, maar reed op eenYamaha TZ 500-productieracer.
Ago begon hetseizoen 1977 met de TZ 500 en met een 350cc-prototype, de350 driecilinder die in Nederland was ontwikkeld doorFerry Brouwer enJerry van der Heiden.Kent Andersson was projectleider en ookTrevor Tilbury en zijspancoureurRudi Kurth waren erbij betrokken. In de eerste twee GP's kwam Agostini niet aan de start. In de 350cc-race van deDuitse Grand Prix werd hij tweede achterTakazumi Katayama. Ze reden allebei op de driecilinders. Vanaf deGP des Nations stapte hij over op een tweecilinderYamaha TZ 350 D, maar hij haalde er nauwelijks punten mee. Hij sloot het 350cc-kampioenschap af als achttiende. Met de TZ 500 scoorde hij podiumplaatsen in de GP des Nations en deGP van Tsjecho-Slowakije en hij werd zesde in de eindstand.
Aan het einde van het seizoen hoopte Agostini op Suzuki's van de Italiaanse importeur, maar die gaf de voorkeur aanGianfranco Bonera. Agostini besloot daarop om zijn carrière te beëindigen.
Puntentelling 1950-1968[bewerken |brontekst bewerken]
| Puntentelling 1969-1987[bewerken |brontekst bewerken]
|
(Races invet zijnpolepositions; races incursief geven desnelste ronde aan, punten (tussen haakjes) zijn inclusief streepresultaten)
Tussen 1978 en 1980 reed Agostini, net als andere motorcoureurs alsJohn Surtees enMike Hailwood, in "single seater" auto's. Hij kwam uit voor in de Europese Formule 2 met een Chevron-B42 BMW, maar kwalificeerde zich in 1978 maar vier keer voor de race. Teleurgesteld stapte hij over naar de British Aurora Formula 1 competitie, waar hij met een eigen team en een Williams FW06-1 deelnam. In 1979 en 1980 kwam hij in deze klasse vier keer op het podium, maar hij besloot zijn auto-carrière eind 1980 te beëindigen.
In 1981 bleef het stil rond Agostini, mede omdat de British Aurora Formula 1 stopte. Vanaf deBritse Grand Prix verscheen hij regelmatig in hetrennerskwartier ommotorcoureurs te polsen om voor zijn nieuwe team te gaan rijden. Hij had al financiële toezeggingen vanPhilip Morris en helmenfabrikantAGV. In hetseizoen 1982 werd hetMarlboro-Agostini-team gepresenteerd, metYamaha YZR 500-fabrieksracers en metGraeme Crosby enGraziano Rossi als rijders. Crosby eindigde als tweede in het 500cc-kampioenschap, maar Rossi scoorde geen punten. In hetseizoen 1983 besloot Yamaha om zelf met Marlboro in zee te gaan. Agostini werd nu manager van het officiële fabrieksteam, als vervanger vanKel Carruthers, die wel de dagelijkse leiding behield.Kenny Roberts eindigde het kampioenschap als tweede (achterFreddie Spencer op Honda),Eddie Lawson werd vierde. Kenny Roberts stopte in hetseizoen 1984 en begon ook een eigen team, hij werd vervangen doorVirginio Ferrari, die echter ondermaats presteerde. Eddie Lawson werd wereldkampioen, maar Ferrari werd slechts tiende. Voor hetseizoen 1985 werd Ferrari vervangen doorRaymond Roche. Lawson sloot het seizoen af als tweede achter Spencer, Roche als zevende. Het boterde echter niet tussen Lawson en Agostini: ze spraken een groot deel van het seizoen niet eens met elkaar. Aan het einde van het seizoen tekende Lawson rechtstreeks met Yamaha en Marlboro, zodat hij geen zaken met Agostini hoefde te doen. Roche werd vervangen doorRob McElnea, die vijfde in het WK vanseizoen 1986 werd. In hetseizoen 1987 stonden Eddie Lawson,Tadahiko Taira, Rob McElnea te boek als Agostini-Marlboro-rijder, maar in de250cc-klasse ookLuca Cadalora enMartin Wimmer. Lawson presteerde het beste, maar hij werd slechts derde in de 500cc-klasse. De problemen tussen Lawson en Agostini waren intussen bijgelegd en in hetseizoen 1988 werd hij op de Agostini-Marlboro-Yamaha wereldkampioen. Taira had het team verlaten. Hij startte liever in de Yamaha-kleuren, waardoor hij niet alle WK-races hoefde te rijden en meer tijd bij zijn gezin kon doorbrengen. Hij werd vervangen doorDidier de Radiguès. Aan het einde van het seizoen wilde Lawson zijn contract niet verlengen. Hij had geen probleem met Agostini, maar met teamleiderKel Carruthers, die hechte banden had met de familie vanKevin Schwantz. Carruthers had geprobeerd een contract voor Schwantz bij Agostini los te praten. Voor aanvang van hetseizoen 1989 had Agostini een groot probleem. Na het vertrek van Lawson lagen alle toprijders vast bij andere teams. Agostini contracteerdeNiall Mackenzie enFreddie Spencer, maar werd geconfronteerd met Spencer's voortdurende gezondheidsproblemen en na deGP van Frankrijk ontsloeg hij Spencer omAlberto Rota enLuca Cadalora op diens machine te zetten. Mackenzie, die geprofiteerd had van het gebrek aan coureurs en een hoog salaris had geëist, presteerde ook niet bijzonder goed en brak bij een val tijdens deGP van Duitsland een knieschijf. Mackenzie eindigde het seizoen als zevende, Spencer als zestiende, Cadalora als zesentwintigste. Voor hetseizoen 1990 had Agostini dankzij Marlboro de grootste zak geld van alle teammanagers, maar hij kon nog steeds geen coureurs vinden. Droomkandidaat wasRandy Mamola, wiens contract bijCagiva Corse was afgelopen, maar Mamola kwam zelfs niet voor de 6 miljoen dollar die Agostini hem aanbood. Agostini kon alleen een 250cc-team formeren metLuca Cadalora enÀlex Crivillé. In hetseizoen 1991 was er van het team Agostini vrijwel niets meer over. Met steun van API reedPaolo Casoli op een productie-Yamaha TZ 250, maar hij werd slechts zeventiende. In hetseizoen 1992 kreeg Agostini de leiding over Cagiva Corse, metEddie Lawson enAlex Barros als coureurs. In hetseizoen 1993 reedDoug Chandler het hele seizoen op de Cagiva, maar incidenteel startten ookJohn Kocinski,Mat Mladin,Carl Fogarty enJuan Garriga met de machine. In hetseizoen 1994 bestond het team uit Chandler en Kocinski. Die laatste eindigde als derde in het wereldkampioenschap. In hetseizoen 1995 formeerde Agostini een 250cc-team met deHonda NSR 250 en metDoriano Romboni enAlessandro Gramigni als rijders. Tijdens deTT van Assen kreeg ookWilco Zeelenberg een de machine van de geblesserde Romboni, maar hij haalde de finish niet.
ToenMike Hailwood in 1966 vertrok naarHonda waren de Italiaanse fans daar niet rouwig om. Voor het eerst werd een Italiaan de belangrijkste rijder bijMV Agusta. Tot dat moment had MV wel vaak Italianen in dienst gehad, voor het Italiaans kampioenschap en als ondersteuning van een buitenlander:Umberto Masetti speelde tweede viool achterJohn Surtees,Remo Venturi achter Surtees,John Hartle enMike Hailwood enEmilio Mendogni achter Surtees. Toch was de keuze voor Britse rijders voor alle Italiaanse merken niet vreemd. Met een beperkt aantal races in het WK was elke race belangrijk en de Britten kenden deSnaefell Mountain Course op heteiland Man. Die was zestig kilometer lang en moeilijk om te leren.
Gwen Crellin was een van de weinige vrouwelijkemarshals van deSnaefell Mountain Course, hetstratencircuit van deManx Grand Prix en deIsle of Man TT. Terwijl haar mannelijke collega's witte stofjassen droegen, droeg Gwen een wit broekpak. Zij hield altijd open huis voor de coureurs, zowel beginnelingen die tijdens hun eerste verkenningen bij haar huis thee kregen, als voor gestrande coureurs die zelfs een complete maaltijd op tafel vonden. Giacomo werd een goede vriend en noemde haar "Dama bianca" (dame in het wit). Toen hij in 2003 een ererondje op Man reed verzuimde hij niet om bij haar cottage Coan Buigh (net voorbijBallaugh) te stoppen en de 86-jarige Gwen een zoen te geven.
Eind 1999 organiseerde journalistRoland Brown een verkiezing om de beste motorfiets, de belangrijkste motorman en de beste motorcoureur van detwintigste eeuw. Hieraan deden de redacties van de twintig belangrijkste motorbladen en de topcoureurs mee. Agostini gaf zijn stem aanMike Hailwood, die de verkiezing ook won. De beste motorfiets werd deHonda CB 750 en de belangrijkste motormanSoichiro Honda.