Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Gezegde (taalkunde)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De termgezegde verwijst in dezinsontleding naar hetgeen in eenzin over hetonderwerp wordt verteld. Het gezegde bevat in principe altijd allewerkwoorden in dehoofdzin ofbijzin. Het gezegde wordt soms ook welwerkwoordgroep genoemd.

De term "gezegde" is een vertaling van hetLatijnsepraedicatum (letterlijk: 'dat wat ergens over gezegd wordt'). Er wordt dan ook wel hetleenwoordpredicaat gebruikt.

Soorten gezegde in de traditionele grammatica

[bewerken |brontekst bewerken]

In de traditionelegrammatica worden twee typen gezegde onderscheiden: het werkwoordelijk en hetnaamwoordelijk gezegde.

Werkwoordelijk gezegde

[bewerken |brontekst bewerken]
Zie ookHulpwerkwoord enZelfstandig werkwoord

Eenwerkwoordelijk gezegde bestaat uitsluitend uit een of meer werkwoorden maar zegt niets over de eigenschappen van het onderwerp. Dit gezegde kan worden verdeeld in depersoonsvorm en de eventuelewerkwoordelijke rest:

Hijlacht (geen werkwoordelijke rest)
werkwoordelijk gezegde:lacht

Hijheeft (persoonsvorm) haarwillen laten vertrekken (werkwoordelijke rest).

werkwoordelijk gezegde:heeft willen laten vertrekken
Hoewil (persoonsvorm) je datgaan doen (werkwoordelijke rest)?
werkwoordelijk gezegde:wil gaan doen

Een werkwoordelijk gezegde kan naast een werkwoordelijke ook eenniet-werkwoordelijke rest bevatten. In de volgende zin iste de niet-werkwoordelijke rest:

Hoedenk (persoonsvorm) je datte gaan doen (werkwoordelijke + niet-werkwoordelijke rest)?

In de volgende zin isaan het gooien een niet-werkwoordelijke rest:

Ubent (persoonsvorm) op dat veld ballenaan het gooien (niet-werkwoordelijke rest).

Aan is in de zin hierboven eenvoorzetsel,het is eenlidwoord engooien is een als zelfstandig naamwoordgesubstantiveerde infinitief.Gooien is namelijk een zelfstandig naamwoord, omdat er na een lidwoord altijd een zelfstandig naamwoord volgt. Toch wordt deze niet-werkwoordelijke rest als een deel van het werkwoordelijk gezegde beschouwd.

Naamwoordelijk gezegde en niet-werkwoordelijke rest

[bewerken |brontekst bewerken]

Eennaamwoordelijk gezegde bevat naast werkwoorden ook één of enkelenaamwoorden. Dit kunnenzelfstandige naamwoorden,bijvoeglijke naamwoorden ofpersoonlijke voornaamwoorden zijn. Het naamwoordelijk gezegde wordt nader onderverdeeld in het werkwoordelijk deel, dat naast eventuelehulpwerkwoorden altijd eenkoppelwerkwoord bevat en hetnaamwoordelijk deel.

Hetnaamwoordelijk deel van het gezegde, kortweg "het naamwoordelijk deel" genoemd, beschrijft een 'eigenschap' van hetonderwerp of is qua betekenis gelijk aan het onderwerp. Het naamwoordelijk deel van het gezegde wordt altijd met het onderwerp verbonden door middel van een koppelwerkwoord:

Onze bakkerwerd na de verkiezingenminister van Milieu.
naamwoordelijk gezegde:werd minister van Milieu.
Onze slagerbleef maarziek.
naamwoordelijk gezegde:bleef ziek
Onze bakkeris na de verkiezingenminister van Milieu geworden.
naamwoordelijk gezegde:is minister van Milieu geworden.
Ikben hem.
naamwoordelijk gezegde:ben hem.

In de volgende 2 zinnen zijn zowel het onderwerp als het naamwoordelijk deel cursief weergegeven en is een vorm van het werkwoordzijn het koppelwerkwoord:

  • Dat boek isgoed.
  • Karel ismijn buurman.

De niet-werkwoordelijke rest maakt verder altijd deel uit van het andere type gezegde, het naamwoordelijk gezegde.

Het predicaat in de moderne taalkunde

[bewerken |brontekst bewerken]

In de moderne ontleding wordt in plaats van de term "gezegde" veelal de term 'predicaat' gebruikt. Deze termen zijn echter niet zonder meer uitwisselbaar, want in tegenstelling tot het gezegde bevat het predicaat ook hetobject en mogelijk nog andere bepalingen:

Hijheeft haar nooit een cadeau gegeven.
gezegde:heeft gegeven
predicaat:heeft haar nooit een cadeau gegeven

In leerboekenLatijn worden ter verduidelijking van het predicaat wel zinnen gebruikt als:

Quid est quod de cane praedicatur? – Wat is het, dat over de hond gezegd wordt?

Het predicaat is dus eenconstituent, het gezegde niet.

Zie ook

[bewerken |brontekst bewerken]
·Overleg sjabloon (de pagina bestaat niet) ·Sjabloon bewerken
Redekundige ontleding

onderwerp ·gezegde ·persoonsvorm ·zinskern ·lijdend voorwerp ·meewerkend voorwerp ·belanghebbend voorwerp ·voorzetselvoorwerp ·handelend voorwerp ·ondervindend voorwerp ·oorzakelijk voorwerp ·bepaling van gesteldheid ·bijwoordelijke bepaling ·bijvoeglijke bepaling

Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gezegde_(taalkunde)&oldid=67089718"
Categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp