Eengetto is eenstadswijk die voor het overgrote deel wordt bewoond door mensen die behoren tot een enkeleetnische,religieuze ofraciale groep, veelal met een laag inkomen. Vaak zijn deze mensen door de overheid of door de omstandigheden gedwongen om daar te wonen.
De benaming getto is ontleend aan deVenetiaanse wijkGhetto Nuovo. Ghetto komt vangheta, het Venetiaanse woord voorslak, het restproduct van eenijzergieterij. Op de plaats waar de joden sinds 1516 gedwongen woonden was namelijk eerder een ijzergieterij gevestigd.
Het gettoJudengasse teFrankfurt am Main tijdens de sloop ervan in 1868
Deze getto's verdwenen geleidelijk in de19e eeuw. De na de Napoleontische tijd geliberaliseerde wetgeving stond de joden toe, ook buiten de aangewezen getto's te gaan wonen, en de oude getto's bestonden uit verouderde, dicht opeengepakte, onhygiënische en slecht gebouwde huizen, die plaats maakten voor nieuwere woonwijken.
Onder hetnazi-bewind werden getto's heringevoerd om de Duitse greep op de joodse bevolkingsgroep en opzigeuners te versterken en hun deportatie en vernietiging te vereenvoudigen. In totaal hebben de nazi's alleen al in de door nazi-Duitsland bezette gebieden in Polen en de Sovjet-Unie minstens 1000 getto's gesticht.[1] Alhoewel de gebruikelijke term in de literatuurgetto is noemden de nazi's de getto's zelfJüdischer Wohnbezirk ofWohnsiedlung der Juden, beide te vertalen met joodse woonwijk. Het eerste getto werd in oktober 1939 bijPiotrków Trybunalski in Polen gevestigd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hetGetto van Warschau het grootste joodse getto: 450.000 à 560.000 mensen. Het op een na grootste getto van de nazi’s was dat vanŁódź, eveneens in Polen: 300.000 mensen.
In 2013 erkendeDuitsland dat de stadAmsterdam in zijn geheel als joods getto diende gedurende de Tweede Wereldoorlog.[2]
De term getto is een in deVerenigde Staten in gebruik om arme etnische stadswijken mee aan te duiden. Het woord is een officieus synoniem voorachterstandswijk. Belangrijk onderzoek naar deze wijken is gedaan door de Franse socioloogLoïc Wacquant, hoogleraar aan deUniversiteit van Californie - Berkeley. Eind jaren 1980 combineerde hij zijn sociologisch veldwerk in het getto vanChicago enkele jaren met een carrière als profbokser. Hij onderzocht de overeenkomsten en verschillen tussenachterstandswijken, getto's,banlieues en dergelijke in de Verenigde Staten en Europa. Voor Amerikaanse achterstandswijken zoals die in Chicago, waar als gevolg van de ineenstorting van de auto-industrie en andere fabrieken het economische leven helemaal is weggevallen, en de sociale organisaties wegtrekken, gebruikt Wacquant zelfs de definitiehypergetto.[3]
Een land waarvan in grote stadsdelen de situatie wel vergeleken wordt met die in Amerika is Frankrijk. De verpauperde voorsteden vanParijs,Marseille,Lyon,Rijsel en andere grote Franse steden, vertonen vergelijkbare symptomen. In deze voorsteden,banlieues, bijvoorbeeldClichy-sous-Bois ofBobigny, in het departementSeine-Saint-Denis, ten noorden van Parijs, bevindt zich vaak een hoge concentratie van immigrantengezinnen; dikwijls afkomstig uit de voormalige koloniën:Marokko,Mali,Algerije,Tunesië,Senegal,Vietnam enLaos. Tevens heerst er vaak criminaliteit, werkloosheid en armoede.[bron?]
Ook in het DuitseHamburg enBerlijn zijn wijken te vinden met in het desbetreffende geval een hoge concentratie vanTurkse immigranten. In Oost-Europese landen, zoals onder andere inRoemenië enBulgarije hebbenzigeuners vaak een dergelijke positie: zij wonen vaak inwoonwagenkampen zowel alskrottenwijken, verstoten door de lokale gemeenschap.[bron?]
In zuidelijkItalië, in en rondNapels, lijkt er - net als rondom Parijs - sprake te zijn van getto's. In vergelijkbare voorsteden, bestaande uit vooral monotone hoogbouwflats, is ook een concentratie van armoede en vooral veel criminaliteit. De afgelopen jaren zijn er zeer veel moorden en liquidaties in Napels, vrijwel altijd betreft het kansarme jongeren uit de verpauperde flatwijken van deze stad. Vaak zijn deze jongeren geronseld door deCamorra, een beruchte Napolitaanse maffiagroepering.[bron?]
Eduard Alexander Hilverdink: Jodenbuurt in Amsterdam (1889)
In alle miljoenensteden in Europa zijn wel dieptepunten te vinden, zo ook in Londen. Vooral in het oostelijk deel van Londen; een bekende getto hier isHackney. In hetVerenigd Koninkrijk kennen meerdere steden verloederde arbeidersbuurten en betonnen flatwijken; vooralGlasgow,Edinburgh enCardiff zijn steden in de periferie van het Verenigd Koninkrijk, die relatief veel armoede kennen.[bron?]
Nederland heeft volgens veel deskundigen geen echte getto's.[bron?] Bewoners van dergelijke wijken hebben vaak wel het idee dat deze wijken getto's zijn, aangezien velen worden geplaagd door overlast, geweld en vele andere zaken. Sommige wijken voldoen wel aan gevoelsmatige criteria: junks, drugdealers, diefstal, bijstandsafhankelijke gezinnen, hoog percentage aan etnische minderheden, leegstand, sociale woningbouw en het uiterlijk van de buurt. Het is moeilijk vast te stellen of Nederland getto's heeft, armoede is een zeer relatief begrip; een inwoner van de derde wereld zal hier heel anders tegenaan kijken dan de gemiddelde inwoner van een rustige voor- of slaapstad in Nederland. Internationaal worden de wijken dan meestal ook niet als getto's gezien omdat de omstandigheden er niet zo extreem zijn als in de derde wereld of als in de Verenigde Staten of zelfs Frankrijk.[bron?]
De grootste armoede en criminaliteit zijn te vinden inMidden-Amerika,Brazilië,West-Afrika enZuid-Afrika. In Midden-Amerika worden veel landen geplaagd doormara's. Dit zijn jeugdbendes die in grote aantallen in de arme wijken en landstreken voorkomen. Veel landen in Midden-Amerika kampen met fenomenale moord-statistieken en organiseren enorme opruimingen in deze getto's. Defavela's (krottenwijken die in demetropolen van Zuid-Amerika zijn gebouwd, meestal tegen de heuvel op en als een stapel van krotten) hebben een levendigewapen- endrugshandel, extremearmoede en veelbendes die de dienst uitmaken. Deze zijn levensgevaarlijk voortoeristen en nog veel meer anderen.[bron?]
Maar ook inAfrika is de verloedering extreem. In de West-Afrikaanse ex-koloniën (Ghana,Ivoorkust etc.) is een sterkeurbanisatie gaande, alle armen trekken van hetplatteland naar destad met hoop op werk en voorzieningen. Dit resulteert in sloppenwijken waar zelfs water moeilijk te vinden en krijgen is. Vele wijken worden geplaagd dooraids, en andereziekten enepidemieën.[bron?]
Een bijzondere vorm van getto - of misschien eerder de tegenhanger daarvan - zijn decompounds, omheinde woonwijken waarbinnen rijke burgers in landen met een zeer gespannen sociale situatie zich beschermen tegen de enorme criminaliteit die andere stadswijken teistert.