Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Geslachtsorgaan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
ZieGeslacht voor andere betekenissen van onderwerp.

Degeslachtsorganen zijn deorganen bijeukaryotischemeercellig organismen die primair voor degeslachtelijke voortplanting dienen. Ze zijn bepalend voor devruchtbaarheid. Er is een grote verscheidenheid aansoorten metgeslachtelijke voortplanting, elk met specifieke geslachtsorganen.Prokaryoten planten zich niet geslachtelijk voort, maar door celdelingen (binaire deling of doorknopvorming).

Planten

[bewerken |brontekst bewerken]
Voortplanting algemeen schema[1]
Heterospore tweehuizige planten
  • macrosporofyt (2n, ♀ plant)
    • macrosporofyl / vruchtblad
      • macrosporangium, nucellus
        • macrosporemoedercel, macrosporocyt
           meiose
          • macrospore, ♀ spore (1n)
            • macroprothallium
              • archegonium
                • steriele archegoniumwand
                • archegoniumhals en halskanaal
                • 1eicel, ♀ gameet
                  bevruchting (♂ gameet)
                  • zygote (2n, ♀ of ♂)
                    • embryo (♀ of ♂)
  • microsporofyt (2n, ♂ plant)
    • microsporofyl, meeldraad
      • microsporangium
        • microsporemoedercel, microsporocyt
           meiose
          • microspore, ♂ spore (1n)
            • microprothallium
              • antheridium
                • steriele antheridiumwand
                • ♂ gameten

De primaire voortplantingsorganen vanEmbryophyta (landplanten), waartoe onder andere demossen, devarens, denaaktzadigen en debedektzadigen behoren, zijn degametangia: de vrouwelijkearchegonia en de mannelijkeantheridia. Deze orgaantjes zijn van microscopische afmetingen, en vooral bij de naakt- en bedektzadigen sterkgereduceerd en nauwelijks meer waarneembaar. De landplanten worden gekenmerkt door eengeneratiewisseling en eenkernfasewisseling: dehaploïdegametofyt-fase (haplofase) wisselt af met dediploïdesporofyt-fase (diplofase).

Mossen

[bewerken |brontekst bewerken]

Bij de mossen is het mosplantje de haploïde gametofyt, die de archegonia en de antheridia vormt. De in het antheridium gevormdezaadcellen zwemmen naar het archegonium en bevruchten daar deeicel.

Na de bevruchting kan de gevormdezygote uitgroeien tot een diploïde sporofyt, waarmeiotisch de haploïdemeiosporen worden gevormd.

Varens

[bewerken |brontekst bewerken]

De varenplant is de diploïde sporofyt. Deze vormt de haploïdesporen insporangia. De sporen groeien uit tot de gametofyten. Hierop staan de archegonia en de antheridia. De in het antheridium gevormdezaadcellen zwemmen naar het archegonium en bevruchten daar deeicel. Bij varens is er zo eenafwisseling van individuen: een goed ontwikkelde sporofyt wisselt af met een kleine gametofyt. Bij enkele soorten is de gametofyt nog zelfstandig groeiend, bij veel soorten ontwikkelt de gametofyt zich binnen de sporenwand.

Zaadplanten

[bewerken |brontekst bewerken]

Bijbedektzadigen is de sporofyt de zelfstandige plant. De geslachtsorganen van de bedektzadige planten zijn in principe de archegonia en de antheridia. Deze bestaan slechts uit weinige cellen en zijn sterk gereduceerd. De mannelijkemeeldraden en de vrouwelijkestamper worden hier beschouwd als de geslachtsorganen omdat daarbinnen de mannelijke geslachtscellen, respectievelijk de eicellen worden gevormd. Verdere structuren, zoalskegelschubben,kelk ofbloemkroon, omgeven de meeldraden en stampers.

Zoogdieren, vogels en amfibieën

[bewerken |brontekst bewerken]
Diplont met monogenetische cyclus (bij dieren)[2]
 kernfase 
  diplofase (2n)
haplofase (1n) 
Ge-
ne-
ra-
tie
♀ zygote
 
 
♂ zygote

} bevruch- 
 ting 
B!{
  (♂) zaadcellen
(♀) eicellen  
↑ ↑
♀ dier
R! gametische 
meiose
↗  ↑
♂ dier
R! gametische 
meiose
 ↗

Bijdieren worden de geslachtsklierengonaden genoemd. Deovaria (eierstokken) zijn de vrouwelijke gonaden, de organen voor de vorming van eicellen. De mannelijke gonaden zijn detestes (teelballen), de organen voor de vorming van spermatozoïden. De haploïde eicel en de haploïde spermatozoïden worden doormeiotische delingen gevormd. Zodra de eicel bevrucht is, groeit uit de diploïde zygote weer het diploïde organisme, dat de voortplantingscellen kan vormen.

Veelzoogdieren hebben zowel uitwendige als inwendige geslachtsorganen. Het bepalen van hetgeslacht van een (jong) dier aan de hand van de geslachtsorganen heetseksen.

De inwendige geslachtsorganen van demens zijn bij de vrouw devagina,eierstokken enbaarmoeder en bij de man detestikels. De uitwendige geslachtsdelen zijn depenis en hetscrotum bij de man en devulva bij de vrouw. De uitwendige geslachtsdelen worden bij mens ook wel schaamdelen genoemd, omdat ze in vele culturen zoals de westerse vaak het onderwerp vangêne zijn.

Pathologie

[bewerken |brontekst bewerken]

Seksueel overdraagbare aandoeningen worden doorgegeven via contact met de genitaliën. Ernstige problemen met de geslachtsorganen leiden totonvruchtbaarheid. Geslachtsziekten hebben echter niet altijd of uitsluitend betrekking op de geslachtsorganen zelf (soms veroorzaken zij weinig meer dan ongemak) en/of de vruchtbaarheid, maar kunnen in sommige gevallen, zoalsaids, zelfs dodelijk zijn.

Zie ook

[bewerken |brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
  1. De kleurengroen enrood worden in de schema's gebruikt voor de gameten, resp. voor de gameten; achtergrondkleuren voor demeiose en debevruchting.
  2. Verklaring kleuren en randen:
    • lichtgroen, enkele rand: haploïde
    • lichtblauw, dubbele rand: diploïde
    • dikkeranden: meercellig
    • ronde, dunneranden: eencellig
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Geslachtsorgaan&oldid=67944738"
Categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp