Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Gerard Philips

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gerard Philips
1858-1942
Gerard Philips
Bestuursvoorzitter Philips
Periode1890-1922
OpvolgerAnton Philips
Familie
VaderFrederik Philips
MoederMaria Heyligers

Gerard Leonard Frederik Philips (Zaltbommel,9 oktober1858[1]Den Haag,26 januari1942[2]) was eenNederlands industrieel. Hij was directeur van deNV Philips' Gloeilampenfabrieken (Philips).

Biografie

[bewerken |brontekst bewerken]

Jeugd en studententijd

[bewerken |brontekst bewerken]

Philips werd geboren in een Nederlands-Joodse familie als oudste zoon van de bankierFrederik Philips en Maria (Betsy) Heyligers. Hij volgde deHBS inZaltbommel enArnhem. In1876 schrijft hij zich in als student aan dePolytechnische School te Delft, waar hij in1883 afstudeerde alswerktuigbouwkundigingenieur.

Hij begint te werken op scheepswerven inVlissingen enGlasgow. Een reeks artikelen van James Swinburne in het toenmalige vakblad 'The Electrician' over de elektrische gloeilamp wekte zijn belangstelling. In zijn werk- en leefomgeving ziet hij ook de praktijk: gloeilampinstallaties werden in die tijd in Glasgow al op vrij grote schaal toegepast voor scheepsverlichting, verlichting in fabrieken, winkels, theaters,straatverlichting enzovoorts. Philips gaat zich in deze nieuwe ontwikkelingen verdiepen. In het najaar van 1886 begint hij met een avondstudie in elektrisch licht en krachtoverbrenging aan het Glasgow College of Science and Arts. Bovendien laat hij zich inschrijven bij deUniversiteit van Glasgow voor een onderzoeksgroep onder leiding van de grote natuurkundige SirWilliam Thomson (de latere Lord Kelvin). Een examen leverde hem een zilveren medaille op en de prijs voor het hoogst behaalde cijfer.

Buitenland en bedrijfsleven

[bewerken |brontekst bewerken]

Philips verlaat Schotland en werkt enige jaren in verschillende functies in Londen en Berlijn, onder andere voor deAnglo-American Brush Electric Light Corporation Ltd. Hij doet ervaring op in productie, installatiewerk, bedrijfsvoering en internationale handelspolitiek. In 1889 wordt hij doorEmil Rathenau – oprichter van deDeutsche Edison Gesellschaft – uitgenodigd om inAmsterdam tijdelijk de vertegenwoordiging van zijn firma op zich te nemen. Gerard is dan 31 jaar. Daar worden, in de periode van zomer 1890 tot einde februari 1891, min of meer de fundamenten van de latere Philips gloeilampenfabrieken gelegd. Philips is tot het besef gekomen dat hij zijn toekomst niet zozeer moet zoeken in handels- of installatiewerk. Hij wordt meer aangetrokken door het werk als fabrikant. Gloeilampen lijken een haalbare uitdaging. Hij vindt in een van zijn vrienden,Jan Jacob Reesse, een partner voor het idee om langs wetenschappelijke weg een eigen methode te ontwikkelen voor de fabricage van gloeilampen.

Gloeilampen

[bewerken |brontekst bewerken]

Jan Reesse (1853-1910) is scheikundig technoloog, net teruggekeerd uitJava. In de plannen van Gerard ziet hij mogelijkheden om zijn laboratoriumervaring, met name in experimenten bij zeer hoge temperaturen, toe te passen. Tegen de tijd dat de tijdelijke opdracht bijAEG ten einde loopt, beginnen Gerard en Jan in diens woning aan deHerengracht 220 — systematisch experimenterend — uit te zoeken hoe betrouwbaar kooldraden kunnen worden gemaakt. Ondervacuüm en elektrische spanning worden die getest als lichtgevende gloeidraden. Hun eerste gloeidraden worden gespoten uit een vloeistof die gemaakt wordt doorcellulose (chemisch gezuiverde watten) op te lossen in geconcentreerdezinkchloride. Om het vereiste geleidingsvermogen voor elektrische stroom te verkrijgen wordt de cellulosedraad verkoold (gecarboniseerd). Daarmee volgen de beide onderzoekers een andere weg dan bijvoorbeeldEdison, die uitgaat vanbamboe, waarvan de kwaliteit wisselvallig is en de bewerking veel ambachtelijke arbeid vraagt. Ook de Engelsman Swan gebruikt organisch materiaal:katoen, dat hij inzwavelzuur perkamenteert. In de opvatting van Philips en Reesse is het de kunst om een gelijkmatige draad van precies de gewenste samenstelling te verkrijgen en een proces te ontwikkelen waarmee de kwaliteit ook bij industriële fabricage beheerst kan worden, tegen aanvaardbare kosten. Voor de toepassing in gloeilampen dienen ze bovendien goede oplossingen te vinden voor de montage van de gloeidraden in de glasballon, het vacuümpompen en de elektrische aansluitingen met de doorvoerdraden naar de lampvoet. De levensduur vormt een kritiek probleem. De eerste experimentele gloeilampen (1802–1860, Davy, Jobard, De Moleyns, Starr, Swan) brandden al snel door. De lamp van Edison uit 1879 hield het al langer uit en brandde enige honderden uren. Een lange levensduur was een belangrijk punt bij de concurrentiestrijd.

Fabriek

[bewerken |brontekst bewerken]

In enkele maanden krijgen Philips en Reesse genoeg vertrouwen dat de mogelijkheid van een gloeilampfabriek erin zit. Wel is duidelijk dat door de sterke concurrentie het geen makkelijke taak zal zijn. Duitsland beheerst de markt en de prijzen van gloeilampen gaan omlaag. Philips wil bewust kleinschalig beginnen om eerst het vak te leren zonder al te grote risico's te lopen. Een directie met twee (dure) ingenieurs past hier niet bij. Eind1890 zag Reesse dan ook van samenwerking af. Philips kocht samen met zijn vader, die als geldschieter fungeerde, inEindhoven eenoud fabriekje aan deEmmasingel. Op15 mei1891 richtten vader en zoon Philips te Eindhoven de firmaPhilips & Co op, diekooldraadgloeilampen en andere elektro-technische artikelen" ging maken. Vanaf1895 werkte ook zijn jongere broerAnton Philips in het bedrijf; per1 april1899 als medefirmant. Op9 oktober1907 werd deNV Philips' Metaalgloeilampenfabriek opgericht, die gloeilampen met een metaaldraad ging maken, en per29 augustus1912 brachten de broers alle activiteiten onder in deNV Philips' Gloeilampenfabrieken.

Laatste jaren

[bewerken |brontekst bewerken]

Gerard Philips stichtte in1914 hetNatuurkundig Laboratorium van Philips, en op1 juli1916 samen met zijn echtgenote het Philips-van der Willigen Studiefonds, een fonds dat tot en met 2015[3] kinderen, stiefkinderen of pleegkinderen van (oud-)Philipsmedewerkers financiële bijstand gaf voor het volgen van een erkende MBO, HBO of universitaire opleiding in dagtijd. Op8 januari1917 ontving hij eeneredoctoraat van deTechnische Hoogeschool te Delft. Gerard Philips trad op1 april1922 af als directeur van Philips, en werd opgevolgd door zijn broer Anton. Gerard Philips werd commissaris bij enkele bedrijven, en vestigde zich inParijs en later inCannes. In1931 keerde hij terug naar Nederland, en vestigde hij zich inDen Haag, waar hij op 83-jarige leeftijd overleed.

Persoonlijk leven

[bewerken |brontekst bewerken]

Gerard Leonard Frederik Philips trouwde op 19 maart 1896 metJohanna van der Willigen (30 september 1862 – 22 januari 1942). Het paar had geen kinderen.

Externe link

[bewerken |brontekst bewerken]

Zie ook

[bewerken |brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
·Overleg sjabloon (de pagina bestaat niet) ·Sjabloon bewerken
Bestuursvoorzitter van Philips

Frederik Philips(1891-1899) ·Gerard Philips(1891-1922) ·Anton Philips(1922-1939) ·Frans Otten(1939-1961) ·Frits Philips(1961-1971) ·Henk van Riemsdijk(1971-1977) ·Nico Rodenburg(1977-1981) ·Wisse Dekker(1982-1986) ·Cor van der Klugt(1986-1990) ·Jan Timmer(1990-1996) ·Cor Boonstra(1996-2001) ·Gerard Kleisterlee(2001-2011) ·Frans van Houten(2011-2022) ·Roy Jakobs(2022-heden)

Bibliografische informatie
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Gerard_Philips&oldid=70128772"
Categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp