Engelstalige visuele presentatie van een geologische tijdschaal in de vorm van een spiraal
Degeologische tijdschaal is de indeling van degeschiedenis van de Aarde ingeologische tijdperken. Er zijn in de loop der tijd verschillende tijdschalengepubliceerd, maar de in degeologie gebruikte tijdschaal is de laatste versie van deInternational Commission on Stratigraphy (ICS). Dat betekent dat in oudere publicaties vaak alternatieve namen ofdateringen van boven- of ondergrenzen van tijdperken gebruikt worden. De in 2004 gebruikte tijdschaal volgt hieronder. Zie ookDiepe tijd voor een uitleg over de evolutionaire uitrekking van de geologische tijdschaal.
Metgeologisch verleden worden tijdperken bedoeld zoals die aan de orde zijn in de geologie.
Voor informatie over de wijze waarop de geologische tijdschaal opgesteld is, zie de artikelen overstratigrafie engeochronologie.
Al in de 18e eeuw werd destratigrafische kolom door geologen in verschillende eenheden (gesteentelagen) opgedeeld. Dat deze eenheden voor verschillende tijdperken in de geschiedenis van de Aarde stonden, was ook toen al duidelijk. Op basis van overeenkomsten konden gesteentelagen die in verschillende delen van de wereld aan het oppervlak liggengecorreleerd worden. Er blijven echter vooral op kleine schaal veel onduidelijkheden, die met het verbeteren van de stratigrafische technieken en methodes steeds beter opgelost kunnen worden.
Hoe lang de tijdperken in de tijdschaal geduurd hadden was onbekend tot de uitvinding vanradiometrische dateringen in de eerste helft van de20e eeuw. Tegenwoordig zijn de foutenmarges bij dateringen van de belangrijkste overgangen in de tijdschaal door het gebruik van verschillende technieken teruggedrongen tot minder dan 1%.
Geologen alsJohn Phillips enCharles Lyell vestigden een indeling in vier grote eenheden: het oude Primair (tegenwoordigPaleozoïcum), het jongere Secundair (tegenwoordigMesozoïcum), het nog jongereTertiair (tegenwoordig verdeeld inPaleogeen enNeogeen) en het jongsteKwartair. De eerste twee eenheden worden tegenwoordigera's genoemd, de laatste twee vormen samen de eraKenozoïcum. Deze drie era's vormen samen heteonFanerozoïcum. Dankzij radiometrische datering is gebleken dat het Fanerozoïcum nog geen tiende deel van de totale Aardse geschiedenis vormt. Gesteentelagen ouder dan het Fanerozoïcum zijn ontstaan in de eonenArcheïcum enProterozoïcum. De tijd voor de vorming van de oudst bekende gesteenten op Aarde wordt wel hetHadeïcum genoemd.
De era's van het Fanerozoïcum worden in twaalfperiodes onderverdeeld, deze periodes weer intijdvakken,tijdsnedes en soms zelfs nog kleinere onderverdelingen. Met name bij oudere eenheden is het niet goed mogelijk deze kleine onderverdelingen goed te correleren. Daarom bestaan er veel lokale versies van de geologische tijdschaal, met hun eigen onderverdelingen. DeInternational Commission on Stratigraphy is een internationaal orgaan dat probeert al deze tijdschalen te correleren en de naamgeving zo veel mogelijk gelijk te trekken. Naast de tijdschaal die het ICS opgesteld heeft worden in de praktijk echter vaak lokale namen en indelingen gebruikt voor de kleinere onderverdelingen.