
Degemeenteraad is een groep mensen,volksvertegenwoordigers genoemd, die door de inwoners van eengemeente gekozen worden bij degemeenteraadsverkiezing. Zij nemen besluiten namens de andere inwoners van de gemeente waar zij wonen. Die besluiten worden vervolgens uitgevoerd door het dagelijks bestuur van de gemeente. De gemeenteraad en het dagelijks bestuur vormen samen het gemeentebestuur.
Artikel 124 van degrondwet zegt dat gemeenten een zelfstandig bestuur hebben. In artikel 125 is vervolgens geregeld: “Aan het hoofd van (…) de gemeente staat (…) de gemeenteraad.”[1] Elke gemeente in Europees Nederland heeft dus een eigen gemeenteraad. Amsterdam en Rotterdam kennen ook deelbesturen. Debijzondere gemeenten inCaribisch Nederland kennen eeneilandsraad in plaats van een gemeenteraad.
De meeste regels die gelden voor een gemeenteraad staan in deGemeentewet (afgekort Gw). Zo staat in de Gemeentewet uit hoeveel mensen een gemeenteraad mag bestaan.[2] Afhankelijk van het aantal inwoners in de gemeente zijn het er minimaal 9 en maximaal 45. AlleenSchiermonnikoog,Vlieland enRozendaal hebben een gemeenteraad van negen mensen. Er zijn in 2025 acht gemeenten met meer dan 200.000 inwoners, en dus een gemeenteraad met 45 leden. De rest van de in totaal 342 gemeenten valt er tussenin.[3]
| Inwoners | Leden |
|---|---|
| tot 3.000 | 9 |
| 3.001-6.000 | 11 |
| 6.001-10.000 | 13 |
| 10.001-15.000 | 15 |
| 15.001-20.000 | 17 |
| 20.001-25.000 | 19 |
| 25.001-30.000 | 21 |
| 30.001-35.000 | 23 |
| 35.001-40.000 | 25 |
| 40.001-45.000 | 27 |
| 45.001-50.000 | 29 |
| 50.001-60.000 | 31 |
| 60.001-70.000 | 33 |
| 70.001-80.000 | 35 |
| 80.001-100.000 | 37 |
| 100.001-200.000 | 39 |
| 200.001 of meer | 45 |
De gemeenteraad heeft drie taken:
Besluiten worden uiteindelijk in een raadsvergadering genomen bij meerderheid van stemmen. Voordat een besluit wordt genomen over een verordening, plan of begroting, wordt het vaak voor die tijd al besproken. Elke gemeente heeft zijn eigen vergadermodel. Veel gebruikt zijn het BOB-model en het raadscommissiemodel. Andere gemeenten organiseren een politieke avond of een politieke markt. Feitelijk kent elk vergadermodel drie fasen om tot besluitvorming te komen: een verkennende, een meningsvormende en een besluitvormende fase.[4] In voorbereidende commissies kunnen naast raadsleden ook andere inwoners namens de fracties worden benoemd. Er kunnen (technische) vragen worden gesteld, inwoners en organisaties kunnen inspreken en er kan met andere fracties en B&W van gedachten worden gewisseld.
De gemeenteraad stelt een Reglement van orde op, waarin ‘huishoudelijke zaken’ worden bepaald. Onder andere hoe vaak er wordt vergaderd, over hetquorum en eventueel over het uitspreken van eenambtsgebed. In het reglement staan ook de instrumenten die een raadslid kan inzetten in diens erk. Een raadslid kan voor of tegen een voorstel stemmen, maar kan ook eenmotie en/ofamendement indienen om een voorstel te veranderen. Als een amendement wordt aangenomen, dan betekent dat, dat het voorstel wordt aangepast. Een motie roept B&W op ‘iets’ te doen rondom het voorstel. B&W kan een motie naast zich neerleggen (niet uitvoeren).
Een raadslid kan ook een motie vreemd aan de agenda indienen. Dat is een motie over een onderwerp dat niet op de agenda staat. Er bestaat ook demotie van wantrouwen. Die wordt ingediend als een fractie het vertrouwen in een wethouder of het hele college van B&W opzegt. Als die wordt aangenomen door een meerderheid van de gemeenteraad, dan kan de wethouder of B&W haast niet anders dan aftreden. Een lichtere vorm is demotie van treurnis.
Andere instrumenten van de gemeenteraad zijn:
In 2002 werd het dualisme ingevoerd. Vanaf dat moment zijn wethouders niet langer deel van de gemeenteraad. Zij kunnen dan ook niet meer meestemmen over (eigen) voorstellen. Dat zorgt lokaal voor een betere scheiding van de machten.
Met deze wet kwam er ook meer ondersteuning voor de gemeenteraad. Zo kreeg de raad een of meerdere eigen adviseurs. Elke gemeente heeft eenraadsgriffier en daarnaast eventueel andere (communicatie-)adviseurs en administratieve ondersteuning. Samen vormen zij de griffie van de gemeente. Ook aan andere onderdelen van de ambtelijke organisatie kan ondersteuning worden gevraagd.
Fracties hebben ook recht op ‘ondersteuning’ (artikel 33 Gemeentewet). In de meeste gemeenten betekent dit dat fracties budget krijgen om een iemand in te huren ter ondersteuning van de fracties.
Verder heeft elke gemeente een rekenkamer. Die bestaat uit niet-raadsleden en doet zelfstandig onderzoek naar doelmatigheid van beleid.
De gemeenteraad bestaat uit fracties; groepjes personen uit dezelfde politieke partij. Een fractie kan uit 1 persoon bestaan, omdat een partij 1 zetel heeft gehaald bij de verkiezingen of de persoon zich van een fractie heeft afgescheiden. Het vormen van fracties is nergens (wettelijk) vastgelegd. Elk raadslid is onafhankelijk en stemt zonder last.[5] Eenmaal gekozen en beëdigd, kan niemand een raadslid dwingen om diens zetel op te geven tot aan de volgende verkiezingen (tenzij niet meer wordt voldaan aan wettelijke vereisten, bijvoorbeeld verhuizen buiten de gemeente).
Leden van de gemeenteraad krijgen een vergoeding voor hun werk. Deze is landelijk vastgesteld en is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente. De vergoeding bedraagt minimaal (bruto) € 1.240,07 en maximaal € 3.038,94 (bedragen 2025). Daarnaast krijgen raadsleden een onkostenvergoeding van € 215,94 per maand.[6] Commissieleden krijgen een vergoeding per bijgewoonde vergadering. Afhankelijk van het aantal inwoners is die tussen de € 77,84 en € 205,67 (bruto).
Leden van de gemeenteraad worden door de inwoners van de gemeente gekozen. Bijna iedereen die 18 jaar of ouder is, kan via verkiezing in de gemeenteraad terecht komen.[7]
Elke vier jaar zijn er verkiezingen voor de gemeenteraad. Anders dan bij de Tweede Kamer, kunnen er tussendoor geen verkiezingen worden gehouden (als een coalitie uit elkaar valt bijvoorbeeld). Alleen als er eengemeentelijke herindeling is, dan zijn er ‘aangepaste’ verkiezingen (eerder of later dan de normale datum). De volgende verkiezingen voor de gemeenteraad zijn op woensdag 18 maart 2026.
Voor de verkiezingen stellen landelijke en lokale politieke partijen eenkieslijst met kandidaten op. Wie lid is van een partij kan zich aanmelden om op de kieslijst te komen. Een kandidatencommissie maakt een conceptlijst en de ledenvergadering van de partij keurt de lijst goed. Iedereen kan zijn eigen partij beginnen en kieslijst maken om mee te doen aan de verkiezingen.
Na de verkiezingen krijgt een partij, afhankelijk van dekiesdeler en het aantal stemmen dat die partij heeft gekregen, een aantal zetels in de gemeenteraad. Krijgt een partij drie zetels, dan komen de eerste drie mensen van de kieslijst in de gemeenteraad. Tenzij iemand op de kieslijst de voorkeurdrempel haalt en dus met voorkeursstemmen is gekozen.[8] Dan komt niet nummer drie niet in de gemeenteraad, maar de persoon met de voorkeursstemmen. Zolang personen onder de voorkeurdrempel blijven, verschuift niemand op de lijst.
Na de verkiezingen vormen een aantal fracties samen een coalitie die samen meer dan de helft van het aantal raadszetels vertegenwoordigd. Zij stellen een coalitieakkoord op met de belangrijkste zaken die men de komende jaren wil bereiken. Deze fracties leveren ook de wethouders die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het coalitieakkoord. De andere fracties vormen de oppositie. In plaats van een coalitieakkoord met een select aantal partijen, kan ook een raadsakkoord worden gesloten. Daarmee committeert de hele gemeenteraad zich aan bepaalde thema’s voor de komende vier jaren.[9]
Amsterdam en Rotterdam kennen naast de (centrale) gemeenteraad bestuurscommissies (Amsterdam) en wijkraden (Rotterdam). Amsterdam kent zeven stadsdelen en het stadsgebied Weesp met elk een algemeen en een dagelijks bestuur. Zij voeren taken uit namens het stadsbestuur.[10][11]
De 39 Rotterdamse wijkraden (eerder deelgemeenten en tussen 2014 en 2022 gebiedscommissies) beslissen over zaken die in hun wijk spelen. Inwoners vanaf 16 jaar kunnen zich verkiesbaar stellen.[12][13] Uit enquetes van het Algemeen Dagblad en de gemeente zelf in 2025, blijkt dat wijkraadsleden niet tevreden zijn over het model. Eén op de drie wijkraadsleden is inmiddels gestopt.[14]
Utrecht had ook wijkraden, maar besloot in 2019 daar mee te stoppen. Men vond dat de raden onvoldoende bijdroegen aan inspraak door inwoners.[15]

De eerstegemeentewet van 1836 legde het aantal gemeenteraadsleden vast op 7 à 31 naargelang het inwoneraantal.
In België heeft een gemeenteraad tegenwoordig maximaal 55 leden.Schepenen enburgemeesters maken daar ook deel van uit.
De Belgische gemeenteraden worden om de zes jaar gekozen. De laatste maal was in 2024, zieBelgische lokale verkiezingen 2024.
Degemeentekieswet wordt apart geregeld in Vlaanderen, Brussel en Wallonië, maar het aantal gemeenteraadsleden werd nergens gewijzigd en valt nog steeds samen, ongewijzigd sinds de categorieën bij wet van 30 maart 1976 (naar aanleiding van degemeentefusies):
| inwoners | leden |
|---|---|
| tot 999 | 7 |
| 1.000-1.999 | 9 |
| 2.000-2.999 | 11 |
| 3.000-3.999 | 13 |
| 4.000-4.999 | 15 |
| 5.000-6.999 | 17 |
| 7.000-8.999 | 19 |
| 9.000-11.999 | 21 |
| 12.000-14.999 | 23 |
| 15.000-19.999 | 25 |
| 20.000-24.999 | 27 |
| 25.000-29.999 | 29 |
| 30.000-34.999 | 31 |
| 35.000-39.999 | 33 |
| 40.000-49.999 | 35 |
| 50.000-59.999 | 37 |
| 60.000-69.999 | 39 |
| 70.000-79.999 | 41 |
| 80.000-89.999 | 43 |
| 90.000-99.999 | 45 |
| 100.000-149.999 | 47 |
| 150.000-199.999 | 49 |
| 200.000-249.999 | 51 |
| 250.000-299.999 | 53 |
| 300.000 of meer | 55 |
Aan het maximum komt in heel België enkel de stadAntwerpen; aan de kleinste categorie komen enkel de faciliteitengemeentenHerstappe enMesen (deze laatste schommelt echter tussen de kleinste en tweede kleinste categorie).
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als noodzakelijk. Hij moet echter minstens tien keer per jaar vergaderen, wat veelal neerkomt op eenmaal per maand. De voorzitter van de gemeenteraad is bevoegd voor het bijeenroepen van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. In tegenstelling tot vroeger is de burgemeester niet meer van rechtswege de voorzitter van de gemeenteraad. De voorzitter wordt voorgedragen zonder (geheime) stemming.
De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, behalve als het om persoonlijke aangelegenheden gaat, of als de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden hiertoe beslist. Het verslag van de openbare zitting van de gemeenteraad is openbaar en eventueel te verkrijgen door gebruik te maken van de wetgevingopenbaarheid van bestuur.
Sinds 1 januari 2007 kan elke burger zich via een verzoekschrift ook richten tot de gemeenteraad. Dit was een van de wijzigingen van het gemeentedecreet. In februari 2004 schreefDirk Holemans hiervoor een voorstel van decreet.[16] Alhoewel de grondwet elke burger dit recht reeds lang toekende in zijn relatie met elke overheid, bleef het tot dan toe onmogelijk voor een burger in Vlaanderen om zich schriftelijk te richten tot de gemeenteraad.
Een gemeenteraad kan (gemeente)raadscommissies oprichten (naar analogie met eencommissie in eenparlement).
Het dagelijks bestuur wordt uitgeoefend door hetcollege van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor en voert deze uit.
Het aantal schepenen hangt af van het aantal inwoners in een gemeente op 1 januari van het jaar van de verkiezingen. Elke gemeente, ook de kleinste, moet minstens twee schepenen hebben. De grootste mogen er maximaal negen hebben. De gemeenteraad kan beslissen om met minder schepenen te werken, wat inhoudt dat de verkozen raadsleden een akte van voordracht indienen met minder kandidaat-schepenen dan maximaal toegestaan.[17]
De gemeenteraad wordt elke zes jaar op de tweede zondag van oktober verkozen.