Gel (uitspraak: dʒεɫ (dzjel) of ʒεɫ (zjel)) is eenpuddingachtige substantie met een hogeviscositeit, die zich gedeeltelijk gedraagt als eenvloeistof en gedeeltelijk als eenvaste stof. Een gel kan erg zacht zijn, zoalshaargel, maar ook tamelijk hard, zoalskaas. Een gel is een voorbeeld van een zogehetencolloïdaal systeem.
De naam 'gel' is evenals het woordgelatine afkomstig van hetLatijnse woordgelare (bevriezen).
Gels zijn verdunde moleculaire structuren die plaatselijk aan elkaar plakken doorintermoleculaire aantrekkingskrachten.De moleculen in een gel zijn lang en met veel hoeken/haken.
Lijm is een voorbeeld van een kunstmatige (of natuurlijke) gel. De op twee contactplaatsen aangebrachte lijm wordt samengebracht, waarnaverdamping (opdrogen) plaatsvindt. De moleculen, die eerst nog in eenoplosmiddel 'zweefden', raken tijdens het opdrogen hun oplosmiddel kwijt en haken in elkaar. De gel verandert in een vaste stof.
Hetzelfde gebeurt methaargel. Het oplosmiddel verdampt en het haar blijft in dezelfde positie staan.[1] Ook bij aanbrenging vanhuidgel verdampt het water in de gel en blijft hetfarmacon op de huid achter. Bij sommige gels blijft van de gelvormer zelf niets achter op dehuid, bij andere gels ontstaat eenxerogel: een vliesje op de huid.