Het tabakscollege aan het werk - Frederik II zit rechts vooraanJachtslot Stern in de bossen van Potsdam, gebouwd door Cornelis van den Bosch, afkomstig uit Haarlem
De koning verwierf een militaristische reputatie door zijn voorliefde voor militair vertoon, hetgeen leidde tot zijn bijzondere inspanningen om de langste mannen die hij kon vinden in heelEuropa te huren voor een speciaal regiment, de Potsdammer Reuzen ook wel deLange Kerls genaamd. Om in aanmerking te komen voor dit regiment moest een rekruut minimaal "sechs preußischen Fuß“ (1,88 meter) zijn. Hij stond bekend als de Soldatenkoning (Duits:Soldatenkönig).
Na deVrede van Utrecht (1713) concentreerde Frederik Willem zich op het uitbouwen van het Pruisisch leger, omdatSaksen in deGrote Noordse Oorlog streed tegenZweden. Frederik Willem was een zeer kundige bestuurder en administrateur en de grondlegger van de Pruisische ambtenarenstaat. Hij stelde regels op voor ambtenaren, waarin alle taken stonden beschreven. Als een minister niet op een vergadering kwam, hield Frederik Willem zijn loon in.[bron?] In 1717 voerde hij een leerplicht in, de belastingen werden hervormd en in 1733 voerde hij dedienstplicht in.
Frederik Willem was tegen overbodige uitgaven, uitgezonderd het leger.[bron?] In 1717 ruilde hij metAugust de Sterke 151 stuks Chineesporselein tegen een regiment van 600 soldaten. Hij hief het orkest op dat de zes Brandenburger Concerten vanJohann Sebastian Bach, die op een aanstelling vlaste, had moeten spelen. Hij leefde sober en werkte hard voor het welzijn van zijn volk. Iedere opsmuk liet hij weghalen of wit overschilderen. 's Avonds rookte hij pijp en dronk zijn bier, waarbij allerlei onderwerpen ter sprake kwamen. Toen hij dePruisische Academie van Wetenschappen vroeg uit te zoeken waarom champagne borrelde, bestelde zij veertig flessen om het probleem te kunnen oplossen. Frederik Willem antwoordde dat hij de rest van zijn leven liever in onwetendheid wilde blijven. Hij was een absolute monarch en wars van alle franje. Hij geloofde inpredestinatie en had een bewondering voor Nederland. Frederik Willem bracht twee keer een bezoek aan deRepubliek.
Frederik Willem was op het manische af betrokken bij zelfs maar de kleinste zaken in zijn land. In zijn slot brandde geen kaars te veel. Hij was een vader voor zijn volk op oudtestamentische wijze: hij moedigde boerenbedrijven aan, liet moerassen droogleggen, liet graan opslaan in tijden van overschot en verkocht het in minder goede tijden. In 1727 werd hij overvallen door melancholie en beïnvloed door hetpiëtisme. De koning lag de hele dag in bed te bidden of psalmen te zingen. 's Nachts dwaalde hij door het paleis. Frederik Willem leed aanporfyrie, een erfelijke aandoening. Men vreesde dat hij gek zou worden en soms was dat ook zo.[bron?]Herman Boerhaave weigerde een aanstelling in Berlijn.[bron?]
Frederik Willem kon erg streng en hard zijn. Hij wilde dat zijn oudste zoon,Frederik II, een goed soldaat zou worden. Deze kreeg op zijn zesde al zijn eigen regiment toegewezen en werd geslagen als hij van een paard viel of als hij bij koud weer handschoenen droeg. Toen Frederik in 1730 probeerde naar Engeland te vluchten, werd hij gedwongen toe te kijken hoe zijn vriend Von Katte voor zijn ogen werd onthoofd. Toen Frederik Willem terugkeerde naar Berlijn, begroette hij zijn vrouw met een leugen:Je onwaardige zoon is dood. Een jaar later dwong hij Frederik te trouwen metElisabeth Christine van Brunswijk-Bevern.
Frederik Willem moest niets hebben van musici, wetenschappers en intellectuelen en ook niets van alles wat Frans was. De soldatenkoning was gefascineerd door zijn leger, dat door de staat moest worden ondersteund. Hij hield van soldaten als een vrek van zijn geld. Frederik Willem zette zijn leger dan ook niet in in internationale conflicten, daar vond hij het te kostbaar voor. Frederik Willem richtte in 1726 een regiment op, dePotsdammer Reuzen, waarin hij de langste mannen van zijn leger plaatste. De boekhouding van dat regiment, waaraan hij een vermogen spendeerde, liet hij vlak voor zijn dood verbranden.
De enige luxe die hij zich tijdens zijn leven veroorloofde was hetjachtslot Stern, rond 1731 gebouwd door de HaarlemmerCornelis van den Bosch, die deel uitmaakte van het regimentLange Kerls. Potsdam werd in 1732 uitgebouwd totgarnizoensstad, onder leiding van de Amsterdamse timmermanJan Bouman, die daar deHollandse wijk opzette. Eerder dat jaar hielp Frederik Willem 14.000 protestantse kolonisten uitSalzburg zich in en rondKoningsbergen inOost-Pruisen te vestigen.[1]