Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Franse koloniale rijk

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Franse koloniale rijk
 Frankrijk
 Eerste Franse koloniale rijk
 Tweede Franse koloniale rijk
Geschiedenis van Frankrijk

Prehistorie
Kelten (vanaf 7e eeuw v.Chr.)


Romeinse tijd
Romeinen (51 v. Chr.-486)
Franken (vanaf 287)


Middeleeuwen
Frankische Rijk: (481-887/8)

Merovingen (481-751)
Karolingen (751-987)

West-Francië (843-987)
Koninkrijk Frankrijk: (987-1791)

Capetingen (987-1328)
Valois (1328-1589)

Vroegmoderne Tijd

Ancien régime
Vlag van Frankrijk (ca. 1632–1790).svgBourbon (1589-1792)
Franse Revolutie (1789)

Vlag van Frankrijk (1790–1794).svgKoninkrijk Frankrijk (1791-1792)
Vlag van FrankrijkEerste Republiek (1792-1804)
Vlag van FrankrijkEerste Keizerrijk (1804-1815)
Vlag van Frankrijk (1814-1830).svgRestauratie (1815-1830)


Moderne Tijd
Vlag van FrankrijkJulimonarchie (1830-1848)
Vlag van FrankrijkTweede Republiek (1848-1852)
Vlag van FrankrijkTweede Keizerrijk (1852-1870)
Vlag van FrankrijkDerde Republiek (1870-1940/'46)
Vlag van FrankrijkVichy-regime (1940-1944)
Vlag van FrankrijkVoorlopige Regering (1944-1946/47)
Vlag van FrankrijkVierde Republiek (1946-1958)
Vlag van FrankrijkVijfde Republiek (1958-heden)


Portaal Portaalicoon  Frankrijk
Portaal Portaalicoon Geschiedenis

HetFranse koloniale rijk,Frans:Empire colonial français ofEmpire français, is het geheel van koloniën en andere overzeese bezittingen waarover Frankrijk beschikte. Het ontstond vanaf de17e eeuw en verdween voor het grootste deel in de tweede helft van de20e eeuw. Een eerste reeks bezittingen ging grotendeels verloren in de loop van de 18e en begin 19e eeuw, waarna opnieuw een sterke gebiedsuitbreiding ontstond. Daarom spreekt men vaak van een eerste en een tweede Frans koloniaal rijk.

Het rijk bereikte zijn grootste omvang na deEerste Wereldoorlog. Toen had het – Frankrijk zelf inbegrepen – een oppervlakte van13 500 000 km², of bijna 1/10e van alle landoppervlakte, met meer dan 150 miljoen inwoners, of zowat 1/20e van de toenmalige wereldbevolking. Daarmee was het na hetBritse Rijk het op een na grootste rijk ter wereld.

De overblijfselen van dit imperium staan nu bekend als Overzees Frankrijk,la France d'outre-mer, en worden beschouwd als een onderdeel van de Franse Republiek.

Eerste Franse koloniale rijk

[bewerken |brontekst bewerken]

De vroege reizen vanGiovanni da Verrazzano enJacques Cartier in het begin van de16e eeuw, en de frequente reizen van Franse vissers naarNewfoundland tijdens die eeuw, waren de voorlopers van de Franse koloniale expansie.Spanje werd echter al snel bang dat het zijn monopolie op Amerika zou verliezen, wat er samen met godsdienstoorlogen van deReformatie toe leidde dat Frankrijk geen kolonies kon beginnen. Pogingen om kolonies inBrazilië te stichten waren door Spaanse en Portugese tussenkomst niet succesvol:Rio de Janeiro ofFrance Antarctique in1555,São Luís ofFrance Equinoxiale in1612 en inFlorida.

Het Franse koloniale rijk begon pas echt op27 juli1605 toenPort Royal inAcadië, het huidigeNova Scotia, werd gesticht. Enkele jaren later, in1608, stichtteSamuel de Champlain de plaatsQuebec, die de hoofdstad werd van het enorme, maar dunbevolkteNieuw-Frankrijk, dat toen ook Canada werd genoemd.

Door middel van verbonden met lokale stammen oefenden de Fransen een losse controle uit over een groot deel van het Noord-Amerikaanse continent. Pas toen Jean Talon de leiding over de kolonie overnam kon het gebied tot een echte kolonie worden uitgebouwd. Tijdens het hele bestaan liep de kolonie zwaar achter op zijn Engelse tegenhangers, zowel qua bevolking als economische ontwikkeling. Met deVrede van Utrecht in 1713 ging een deel vanAcadië aan de Engelsen verloren.

In 1682 noemde de Franse ontdekkingsreizigerR.C. de La Salle het gebied strekkend van de monding van deMississippi tot aan deGrote Meren in het noorden en van deAppalachen tot deRocky Mountains,Louisiane oftewelLouisiana, naar de Fransekoning Lodewijk XIV, (de Franse variant voor Lodewijk luidt namelijk Louis). Vanaf1699 stichtten de Fransen in dat gebied nederzettingen:Biloxi 1699, dicht bij de monding van deMississippi in de huidige staatMississippi,Détroit 1701 in de huidige staatMichigan,Mobile 1702 in het huidigeAlabama,Natchitoches 1714 in huidigeLouisiana,La Nouvelle-Orléans 1718. Hoewel de kolonie Louisiana zich over het hele bekken van de rivier Mississippi uitstrekte, was de effectieve controle in het zuiden beperkt tot een klein gebied rondLa Nouvelle-Orléans.

De Fransen bouwden een kleiner, maar lucratiever koloniaal rijk uit inWest-Indië. Kolonisatie vanFrans-Guyana begon in1624 en hoewel deze kolonie verschillende keren werd overgenomen door de Nederlanders, bleef het gebied in Franse handen. Een kolonie werd gesticht opSaint Kitts in1627 (het eiland moest tot de Vrede van Utrecht echter wel met de Engelsen worden gedeeld, waarna het door de Fransen werd afgestaan). DeCompagnie des Îles de l'Amérique stichtte kolonies inGuadeloupe enMartinique in1635 en in1650 werd een kolonie gesticht opSaint Lucia. Het belangrijkste koloniale bezit in het gebied liet echter op zich wachten tot1664, toenSaint-Domingue, het huidigeHaïti, op de westelijke helft van het Spaanse eilandHispaniola gesticht werd. In de18e eeuw werd Saint-Domingue de rijkste suikerkolonie in het gebied. Het oostelijke gebied van Hispaniola, de latereDominicaanse Republiek, stond voor een korte periode onder Frans bevel, toen Haïti in opstand was gekomen tegen de Fransen.

De Franse expansie was echter niet beperkt tot Amerika. InSenegal stichtten de Fransen handelsposten vanaf1624. DeFranse Oost-Indische Compagnie werd in1664 opgericht. Kolonies werden inIndia opgericht in Chandernagore,1673 enPuducherry,1674 en later inYanam1723,Mahe1725 enKaraikal1739. Kolonies werden ook in de Indische Oceaan gesticht, opRéunion in1664, Île-de-France, een eiland vanMauritius in1718 en deSeychellen in1756. Tijdens de beginjaren vanNapoleon Bonaparte werdEgypte voor een korte periode ingenomen, hoewel het Franse gebied zich beperkte tot een korte strook rond deNijl.

Koloniaal conflict met Groot-Brittannië

[bewerken |brontekst bewerken]

In het midden van de18e eeuw begon een reeks conflicten tussen Frankrijk enGroot-Brittannië, die uiteindelijk het eerste Franse koloniale rijk zouden doen instorten. Deze oorlogen waren deOostenrijkse Successieoorlog 1744-1748, deZevenjarige Oorlog 1756-1763, deAmerikaanse Revolutie 1778-1783, de met deFranse Revolutie gepaard gaandeEerste Coalitieoorlog om die revolutie de kop in te drukken, 1792-1797, en denapoleontische oorlogen 1803-1815.

DeOostenrijkse Successieoorlog had weinige concrete resultaten opgeleverd, maar had Frankrijk wel ernstig verzwakt. Tijdens deZevenjarige Oorlog werden dan ook geheelNieuw-Frankrijk en de Franse Caraïbische eilanden door de Britten overgenomen. Na het vredesverdrag kreeg Frankrijk wel zijn Caraïbische bezittingen terug. De strijd om invloed in India was gewonnen door de Britten. Louisiana werd overgedragen aan Spanje in ruil voor hun intrede in de oorlog en als compensatie voor de Britse annexatie vanSpaanse Florida. Daaronder bevinden zich vijfGrenada enSaint Lucia werden ook aan de Britten overgedragen.

Na de Franse inmenging in de Amerikaanse Revolutie kreeg Frankrijk in1783 Saint Lucia terug. Het ergste gebeurde echter in1791, toen inSaint-Domingue, de belangrijkste en rijkste Franse kolonie, een slavenopstand uitbrak, mogelijk door de verdeeldheid van de elite op het eiland tijdens de Franse Revolutie, die in 1804 zou leiden tot de onafhankelijke republiek Haïti. De slaven, geleid doorToussaint Louverture en na zijn gevangenneming doorJean-Jacques Dessalines, hielden stand tegen de Fransen, de Britten en de Spanjaarden. Ondertussen raakte Frankrijk in oorlog en bijna alle nog overgebleven Franse kolonies werden overgenomen door de Britten. Deze werden teruggegeven bij deVrede van Amiens in1802. Frankrijk kocht ook Louisiana terug, maar Napoleon besloot na succes van de Haïtiaanse opstand, die in1804 definitief tot onafhankelijkheid zou leiden, om het gebied in1803 aan deVerenigde Staten te verkopen, zie deAankoop van Louisiana. De poging om een Franse kolonie in Egypte op te bouwen1798-1801 liep ook op niets uit, omdat de Fransen daar door de Britse vloot onderHoratio Nelson werden verslagen.

Tweede Franse koloniale rijk

[bewerken |brontekst bewerken]

Aan het einde van de Napoleontische oorlogen kreeg Frankrijk slechts een deel van de kolonies terug. HetVerenigd Koninkrijk annexeerde Saint Lucia,Tobago, de Seychellen en Mauritius. Guadeloupe en Martinique inWest-Indië, Frans-Guyana, de Franse vestigingen in Senegal en Voor-Indië en het eiland Bourbon (Rèunion), werden opnieuw Frans. Zij werden later deoude kolonies genoemd, ter onderscheid van de later verworven gebieden. Het waren relatief kleine gebieden met een gering economisch belang, vooral doordat desuikerbiet de productie van rietsuiker op de eilanden een fatale klap had gegeven.

Algerije

[bewerken |brontekst bewerken]

Het tweede koloniale rijk begon in1830 toen FrankrijkAlgerije binnenviel, dat in de volgende 17 jaar volledig werd veroverd. Er vestigden zich massaal kolonisten uit Frankrijk en andere Europese landen, die er grond kochten en een groot deel van de landbouw en de handel in handen kregen, ten nadele van de autochtone bevolking.

Tweede Keizerrijk

[bewerken |brontekst bewerken]

Tijdens het bewind vanNapoleon III, gekenmerkt door een verregaandeindustrialisatie van Frankrijk, vond een Franse koloniale expansie plaats in vrijwel alle werelddelen, die echter niet altijd succes had. Zo werden in 1860 troepen naar Syrië en Libanon gestuurd, toen delen van hetOttomaanse Rijk, om de plaatselijke christelijke bevolkingsgroepen te beschermen. Onder Britse druk en na garanties van de Ottomaansesultan jegens de christenen, vertrokken de troepen na een jaar. Frankrijk behield echter een belangstelling voor deLevant. De bouw van hetSuezkanaal door een Franse onderneming verhoogde de Franse invloed inEgypte.

Van 1862 tot 1867 werd gepoogd invloed te krijgen inMexico waar Franse troepen keizerMaximiliaan van Mexico in het zadel hielpen, maar het land weer moesten verlaten om een conflict met de Verenigde Staten te ontwijken.

In het Verre Oosten had Frankrijk meer succes. In 1858 viel een Franse legermacht Vietnam binnen, waarna het zuidelijke deel van dit land alsCochin-China een Franse kolonie werd. In 1863 werd het koninkrijkCambodja een Frans protectoraat. Frankrijk wist rond die tijd ook zijn invloed in China en Japan te verhogen en zond zelfs een expeditie naar Korea.

In deStille Oceaan wasNieuw-Caledonië al in 1853 Frans bezit geworden, waarna het alsstrafkolonie werd gebruikt. Uiteindelijk, in 1864, kwam ook het binnenland van Senegal in Franse handen.

Derde Republiek

[bewerken |brontekst bewerken]

Onder deDerde Republiek kwam de Franse koloniale expansie in een stroomversnelling. Dat gebeurde niet zonder weerstand in Frankrijk zelf. Linkse politici vonden kolonialisme strijdig met de Franse republikeinse principes. De republikeinse staatsmanJules Ferry, een groot voorvechter van de Franse koloniale expansie, meende echter dat Frankrijk de taak had omlagere rassen beschaving bij te brengen.

In 1884 werdenAnnam enTonkin, dat waren de overige delen van Vietnam, Franse protectoraten. In 1887 kwamen die samen met Cochin-China en Cambodja alsIndochina onder gemeenschappelijk bestuur. Daaraan werdLaos in1893 nog toegevoegd. Op het einde van de eeuw kwam het zuiden van China onder Franse invloed. Kwang-Chou-Wan in de baai vanKanton werd in1900 een Frans pachtgebied.

Tegelijk vond een verdere expansie inOceanië plaats. Na de annexatie vanTahiti in 1880 volgden ook een hele reeks eilanden die nu samenFrans-Polynesië vormen. In 1906 werden deNieuwe Hebriden een Frans-Britscondominium

De Fransen konden hun invloed in Noord-Afrika uitbreiden met de vestiging in 1881 van een protectoraat inTunesië. Na deKoloniale Conferentie van Berlijn in1885, waarin Afrika werd opgedeeld, verwierf Frankrijk het grootste deel van West- en Midden-Afrika. De aldaar gestichte kolonies werden later gegroepeerd in twee federaties:Frans-West-Afrika enFrans-Equatoriaal-Afrika, verder deFranse Somalikust in Oost-Afrika, plusMadagaskar en deComoren in deIndische Oceaan. In 1911 ten slotte werd het grootste deel vanMarokko een Frans protectoraat.

Deze enorme gebiedsuitbreiding kwam er niet zonder rivaliteit met andere koloniale mogendheden. Met Italië, dat zelf Tunesië opeiste, kwam het tot gespannen verhoudingen. De Franse opmars naar deNijl werd door de Britten tegengehouden, hetFashoda-incident, en dit veroorzaakte bijna een oorlog tussen beide landen. Duitsland probeerde meermalen Frankrijks greep op Marokko tegen te houden. Om vrij spel in Marokko te krijgen, stond Frankrijk een gebiedsstrook van Frans Equatoriaal Afrika af aanDuits-Kameroen.

Het Franse rijk werd voor de laatste keer uitgebreid na deEerste Wereldoorlog met een aantalmandaatgebieden:Syrië enLibanon, die vroeger deel uitmaakten van het Ottomaanse Rijk, plusFrans-Togoland enFrans-Kameroen in Afrika, die vroeger Duits koloniaal gebied waren.

Status van de koloniale gebieden

[bewerken |brontekst bewerken]

Het Franse koloniale rijk kenmerkte zich door een gecentraliseerd bestuur en een grote neiging tot integratie : de kolonies en hun bevolking moesten zoveel mogelijk Frans worden. In de oude kolonies Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana en Réunion, alsmede deVier Gemeenten (Quatre Communes) in Senegal die al lang Frans waren, hadden de inwoners een volwaardig Frans staatsburgerschap, met inbegrip van stemrecht, en waren ze in het Franse parlement vertegenwoordigd. In de andere kolonies, in verreweg het grootste deel van het rijk, was er een onderscheid tussen Franse burgers en onderdanen. De autochtone bevolking was onderworpen aan het statuut van inboorlingschap, aan hetindigénat. Dit hield in dat ze aan het plaatselijke, traditionele recht was onderworpen. Inheemsen konden zonder vonnis van een rechter worden gestraft en tot het verrichten van taken worden verplicht. Slechts een zeer beperkte groepévolués wist het Franse burgerrecht te krijgen.

Een soortgelijke situatie bestond ook in Algerije, dat echter niet als een kolonie, maar als een volwaardig deel van Frankrijk werd beschouwd. Hier was het aantal Europese kolonisten veel groter. In de protectoraten bleven de traditionele machthebbers en instellingen bestaan, maar de Franse autoriteiten hadden wel de touwtjes in handen.

Tweede Wereldoorlog

[bewerken |brontekst bewerken]

Het Franse koloniale rijk beleefde tijdens deTweede Wereldoorlog een vrij chaotische toestand. Door de wapenstilstand van juni 1940 metnazi-Duitsland mocht de regering vanmaarschalk Pétain het bestuur van het imperium behouden. Toch begonnen aanhangers van generaalCharles de Gaulle, deVrije Fransen, vanuit Londen een aantal koloniale bestuurders voor hun zaak te winnen. In de zomer van 1940 kozen Ivoorkust, Frans-Kameroen, heel Frans Equatoriaal Afrika en vrijwel alle Franse bezittingen in de Stille Oceaan de kant van de Vrije Fransen. De rest van het imperium bleef wel trouw aanVichy-Frankrijk. Rond dezelfde tijd bezetten Japanse troepen Indochina, al bleven de door Vichy aangestelde koloniale autoriteiten er het bestuur uitoefenen.

In juni 1941veroverden de Britten Syrië en Libanon op de troepen van Vichy. Beide mandaatgebieden werden daarop onafhankelijk verklaard, al bleven de Fransen, de Vrije Fransen, er tot 1946 de baas. In mei 1942 veroverden de Britten Madagaskar, dat ze pas begin 1943 aan een door de Gaulle benoemd bestuur overlieten.

Toen de Amerikanen en Britten in november 1942 in Noord-Afrika landden, fungeerde daar een tijd met Amerikaanse steun een Frans bestuur dat los stond van zowel Pétain als de Gaulle. De VS erkenden de Vrije Fransen toen niet. Na deconferentie van Casablanca in 1943 werd een Frans Comité van Nationale Bevrijding, het CFLN, inAlgiers gevormd, dat opnieuw op het hele koloniale rijk greep kreeg en uiteindelijk onder leiding van generaal de Gaulle kwam. Alleen Indochina bleef onder controle van Japan.

De machtswisselingen in de verschillende rijksdelen hadden het Franse gezag sterk verzwakt. De Gaulle organiseerde begin 1944 deConferentie van Brazzaville met verschillende koloniale autoriteiten, zonder er de autochtone bevolking bij te betrekken. Daar werd beslist de inlanders meer politieke, economische en sociale rechten te geven en af te stappen van de oude koloniale structuur. Van autonomie of onafhankelijkheid was echter geen sprake. Er zou eerder worden gestreefd naar assimilatie en een federale structuur van het vroegere imperium.

Dekolonisatie

[bewerken |brontekst bewerken]

Franse Unie

[bewerken |brontekst bewerken]

De grondwet van deVierde Republiek verving in 1946 het Franse koloniale rijk door een nieuwe structuur, deFranse Unie. Enkeleoude kolonies, vooral in West-Indië, werden als overzeese departementen volledig in Frankrijk geïntegreerd, net als Algerije, dat al eerder in Franse departementen was ingedeeld. De andere kolonies werden als overzeese gebieden eveneens een onderdeel van de republiek, met eigen vertegenwoordigers in het Franse parlement. Hun inwoners werden Franse staatsburgers, maar kregen toch niet overal dezelfde rechten. Zo kregen ze niet automatisch stemrecht, of werden zij bij verkiezingen in Europese en autochtone kiezers ingedeeld, in twee gescheiden kiescolleges, waarbij de eerste categorie beter werd vertegenwoordigd. Toch konden daardoor een aantal Afrikaanse leiders in het parlement worden verkozen. De latere presidentenLéopold Senghor van Senegal enFélix Houphouët-Boigny van Ivoorkust maakten zelfs een tijd deel uit van een Franse regering. Onder hun invloed namen de rechten van de Afrikanen toe.

De protectoraten, die geen deel van Frankrijk waren, zouden als geassocieerde staten een vorm van zelfbestuur krijgen binnen de Franse Unie.

Indochina

[bewerken |brontekst bewerken]

Op het einde van de oorlog had de Japanse bezetter het nationalisme in Indochina aangemoedigd. In maart 1945 riep Cambodja zelfs de onafhankelijkheid uit. De dag van de Japanse capitulatie riepHồ Chí Minh, de leider van de bevrijdingsbewegingVietminh, deDemocratische Republiek Vietnam uit, die heel Tonkin en het grootste deel van Annam controleerde. Franse troepen slaagden er echter in om vrijwel heel Indochina weer onder hun gezag te krijgen. Met Hô Chi Minh kwam het even tot een akkoord, waarbij Vietnam een vrije staat binnen de Franse Unie zou worden. Toch braken eind 1946 gevechten uit tussen het Franse leger en de Viet Minh, die leidde tot een regelrechte bevrijdingsoorlog.

In 1949 werd in de zuidelijke stadSaigon deStaat Vietnam opgericht, die, als tegenhanger van de Democratische Republiek Vietnam, een deel van de Franse Unie zou vormen. Intussen bleven de Viet Minh-strijdkrachten verder terrein winnen. Ze vielen zelfs Laos en Cambodja binnen, die in 1953 formeel onafhankelijk werden.

De Franse poging tot herovering eindigde in de catastrofaleslag bij Điện Biên Phủ in1954. Deze nederlaag betekende het einde van de Franse koloniale aanwezigheid in Indochina. Kort daarna sloot de linkse Franse premierPierre Mendès France met de Vietminh deakkoorden van Genève, waarbij Vietnam tijdelijk werd opgedeeld in een door de Viet MinhNoord-Vietnam en een pro-westersZuid-Vietnam. Tegelijk trok de Viet Minh zich terug uit Laos en Cambodja. Verkiezingen voor een verenigd Vietnam waren voorzien binnen twee jaar, maar omdat Zuid-Vietnam en de Verenigde Staten de akkoorden van Genève niet aanvaardden, kwam daar niets van terecht. Op termijn zou dit leiden tot deVietnamoorlog, maar toen had Frankrijk zich volledig teruggetrokken.

Kort na de akkoorden van Genève gaf Frankrijk ook de laatste resten vanFrans-Indië op, kleinere gebieden waren al eerder aan India afgestaan.

Noord-Afrika

[bewerken |brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog werd het nooit volledig kalm in de Franse bezittingen in Noord-Afrika. Al op 8 mei 1945 braken er zeer bloedige onlusten uit in de Algerijnse stedenSétif enGuelma. De volgende jaren nam het onafhankelijkheidsstreven in Marokko en Tunesië toe, aangemoedigd door de gebeurtenissen in Indochina.

Nauwelijks enkele dagen na de akkoorden van Genève stond Mendès France autonomie toe aan Marokko en Tunesië. Beide landen werden in 1956 onafhankelijk.

Algerije was een andere kwestie, omdat het als een integraal deel van Frankrijk werd beschouwd en vanwege de aanwezigheid van meer dan een miljoen Europese kolonisten en genaturaliseerde Algerijnse joden, die het er voor het zeggen hadden en zich sterk tegen onafhankelijkheid verzetten.

De Algerijnse bevrijdingsbewegingFLN begon op 1 november 1954 een opstand, wat het begin vormde van deAlgerijnse onafhankelijkheidsoorlog. Door het massaal sturen van troepen wisten de Fransen met veel terreur en repressie de toestand onder controle te houden, zonder evenwel het FLN definitief te verslaan.

Deze uitzichtloze oorlog leidde tot de val van deVierde Republiek, waarbij Charles de Gaulle opnieuw aan de macht kwam. De Gaulle probeerde aanvankelijk nog de oorlog te winnen, maar besefte al snel dat Algerije nooit Frans zou kunnen blijven. In 1960 sprak hij zich openlijk uit voor zelfbeschikkingsrecht voor Algerije en organiseerde hij hierover een referendum. Als gevolg daarvan probeerden enkele generaals in Algiers een staatsgreep te plegen en begon deOAS een ongeziene reeks moord- en terreuraanslagen.

Na lange onderhandelingen sloot de Franse regering in 1962 deverdragen van Evian met het FLN. Daardoor kwam een einde aan de oorlog en kon Algerije nog hetzelfde jaar onafhankelijk worden. De Europese kolonisten vertrokken bijna allemaal naar het moederland.

Rest van Afrika

[bewerken |brontekst bewerken]

In de rest van Frans Afrika bleef het in de jaren na de Tweede Wereldoorlog redelijk kalm. Wel werd in 1947 een opstand inMadagaskar bloedig onderdrukt.

De meeste Afrikaanse afgevaardigden in het Franse parlement streefden intussen naar een geleidelijke emancipatie van de koloniale bevolking. Mede onder hun invloed (en door de vrees van de Franse politici dat de Algerijnse oorlog ook in zwart Afrika invloed zou krijgen) kwam in 1956 de kaderwet-Defferre tot stand (genoemd naar de toenmalige minister van Overzees Frankrijk, de socialistGaston Defferre, waardoor de overzeese gebieden in Afrika een vorm van zelfbestuur werd verleend. Ze kregen elk een vrij verkozen vergadering, die een regeringsraad aanwezen. Er kwam ook een einde aan de gescheiden kiescolleges.

Bij de oprichting van deVijfde Republiek in 1958 beloofde generaal de Gaulle de vroegere kolonies in Afrika zelfbeschikkingsrecht. De uitslag van het referendum over de nieuwe grondwet zou in elk overzees gebied gevolgen hebben voor de toekomst van dat gebied. Stemde de meerderheid tegen, dan werd het gebied meteen onafhankelijk. Bij een meerderheid voor, zou de verkozen vergadering van het gebied kunnen beslissen tussen (1) het behoud van de status van overzees gebied, (2) een overzees departement te worden of (3) een autonome republiek te worden binnen nieuw op te richten gemeenschap,communauté met Frankrijk. Uiteindelijk stemden alle overzeese gebieden voor de grondwet, behalveFrans-Guinea, dat dan ook onafhankelijk werd.

Op Guinee na waren begin 1959 waren alle vroegere gebiedsdelen van Frans-West-Afrika en Frans-Equatoriaal Afrika, plus, Madagaskar, lidstaten van de nieuwe communauté. Deze statenbond, onder leiding van de Franse president, nu Charles de Gaulle zelf, was verantwoordelijk voor buitenlandse betrekkingen, defensie en het economisch en financieel beleid.

Begin 1960 werden de trustgebieden Frans-Togoland en Frans-Kameroen, die niet tot de Communauté behoorden, onafhankelijk. Medio 1960 besloot de Gaulle de dekolonisatie te versnellen. De lidstaten van de Communauté kregen de mogelijkheid onafhankelijk te worden, al dan niet met het behoud van hun lidmaatschap. In zeer snel tempo werden alle lidstaten daarop onafhankelijk. Een aantal bleven formeel binnen de Communauté, die echter alle betekenis verloor en een stille dood stierf.

Verdere evolutie

[bewerken |brontekst bewerken]

Met het einde van de Algerijnse oorlog was de Frans dekolonisatie grotendeels voltooid. De toekomst van deComoren zou nog voor problemen zorgen. Nadat deze archipel in de Indische Oceaan interne autonomie had gekregen, spraken drie van de vier eilanden zich in een referendum met overgrote meerderheid uit voor onafhankelijkheid, terwijl het vierde eiland,Mayotte, grotendeels tegenstemde. Na toelopende spanningen riep de autonome regering van de Comoren in 1975 eenzijdig de onafhankelijkheid uit. Mayotte deed hier niet aan mee en verkoos in een referendum een deel van Frankrijk te blijven. Zowel de algemene vergadering van deVerenigde Naties als deOrganisatie van Afrikaanse Eenheid beschouwden Mayotte als een integraal deel van de Comoren.

Het Afar- en Issagebied, de vroegere Franse Somalikust, bleef het laatste Franse gebied op het Afrikaanse continent tot het in 1977 onafhankelijk werd als deRepubliek Djibouti.

In de jaren 1980 was het onrustig inNieuw-Caledonië, een Frans overzees gebied in de Stille Oceaan. Het grootste deel van de autochtone bevolking, deKanaken, eiste onafhankelijkheid, maar de meerderheid van de inwoners, bestaande uit uitheemse, voornamelijk Franse, kolonisten en geassimileerde autochtonen, wenste Frans te blijven. Na jaren van onlusten, waarbij zowel linkse als rechtse Franse regeringen oplossingen voorstelden, kwam in 1989 een statuut tot stand dat het gebied in drie autonome provincies opdeelde. Maximum 30 jaar daarna moest er een referendum gehouden worden over een eventuele onafhankelijkheid. Dat referendum vond plaats in 2018. Een meerderheid koos er toen voor bij Frankrijk te blijven.

Postkoloniaal tijdperk

[bewerken |brontekst bewerken]

Na de onafhankelijkheid bleven verschillende vroegere Franse koloniën in onder meer West-Afrika samenwerken met het vroegere moederland. Deze hebben nog altijd politieke, militaire, economische en culturele banden met de vroegere kolonisator. Dit uit zich in de ontwikkelingssamenwerking, in belangen van Franse bedrijven, ook staatsbedrijven, de aanwezigheid van Franse troepen in sommige landen, en het gebruik van de Franse taal. De meeste ex-kolonies zijn dan ook lid van deFrancophonie. Ook hebben de West-Afrikaanse leiders vaak goede persoonlijke contacten met leidende Franse politici, ambtenaren en zakenlieden.

Meer dan andere ex-koloniale mogendheden is Frankrijk militair tussenbeide gekomen in de voormalige Franse koloniën, om een welgevallig regime te steunen of een onwelgevallig regime omver te werpen. Het is een controversieel beleid dat decennialang gepropageerd werd doorJacques Foccart, de Afrika-adviseur van de presidenten de Gaulle,Pompidou enChirac. Behalve de economische en culturele macht die Frankrijk nog steeds uitoefent in deze 'invloedssfeer', leidt dit tot beschuldigingen van neokolonialisme. Deze invloed van Frankrijk in Afrika wordt weleens ironischFrançafrique genoemd.

Tegen de kritiek wordt wel ingebracht dat veel Afrikaanse landen nog niet echt op eigen benen kunnen staan en dat anti-westerse of anti-imperialistische landen het in het algemeen niet beter doen, noch in de kwaliteit van het bestuur, noch in de handhaving van mensenrechten, noch in economische ontwikkeling.

De meest zichtbare erfenis van het kolonialisme in Frankrijk zelf is de aanwezigheid van miljoenen immigranten uit de voormalige Franse kolonieën, die kennelijk meer kans op een beter leven zien in het land van de voormalige kolonisator dan in het onafhankelijke eigen land. Zij maken intussen 10% van de bevolking uit. Dit leidt tot nogal wat politieke, culturele en sociaal-economische spanningen, vooral in de Parijse voorsteden, waarop 'de politiek' en de samenleving in het algemeen nog geen antwoord hebben.

Overzees Frankrijk

[bewerken |brontekst bewerken]

Wat thans bekend alsla France d'outre-mer, heeft een oppervlakte van119.394 km², amper één procent van het vroegere koloniale rijk. Omdat het grotendeels om eilanden gaat, kan Frankrijk aanspraak maken op eenexclusieve economische zone EEZ van meer dan11 miljoen km² in de wereldzeeën. Het gaat om de op een na grootste EEZ in de wereld, na die van de Verenigde Staten.

Overzees Frankrijk telde2.691.000 inwoners in 2013, die in principe de Franse nationaliteit hebben en in beide kamers van het Franse parlement zijn vertegenwoordigd door eigen verkozen leden. Sommige gebieden genieten een zekere autonomie, met respect voor de lokale wetten en gebruiken.

Tot 2003 was Overzees Frankrijk ingedeeld in overzeese departementen DOM, die vrijwel geheel geïntegreerd zijn in de rest van Frankrijk, en overzeese gebieden TOM, die een apart statuut hadden. Door de grondwetsherziening van 2003 werd de status van TOM geschrapt en die van overzeese collectiviteit OM ingevoerd, waardoor ook kleinere gebieden, zoals afzonderlijke eilanden, een apart bestuur hebben gekregen.

·Overleg sjabloon ·Sjabloon bewerken
Koloniale machten

kolonie ·kolonisatie ·kolonialisme ·dekolonisatie (staatkundig) ·dekolonisatie (cultureel)·neokolonialisme ·postkolonialisme ·imperialisme


Vlag van BelgiëBelgiëVlag van PruisenBrandenburgVlag van DenemarkenDenemarkenVlag van het Duitse RijkDuitslandVlag van het Verenigd KoninkrijkEngeland/Verenigd KoninkrijkVlag van FrankrijkFrankrijk
Vlag van ItaliëItaliëVlag van JapanJapanVlag van KoerlandKoerlandVlag van NederlandNederlandVlag van NoorwegenNoorwegenVlag van OostenrijkOostenrijk
Vlag van PortugalPortugalVlag van RuslandRuslandVlag van SchotlandSchotlandVlag van SpanjeSpanjeVlag van ZwedenZwedenVlag van de Verenigde StatenVerenigde Staten
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Franse_koloniale_rijk&oldid=68673145"
Categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp