HetFrans (français) is de meest gesprokenGallo-Romaanse taal. Het behoort tot de grotere groep van deRomaanse talen, die alle uit hetLatijn zijn voortgekomen. Het Frans is inheems inWest-Europa, maar wordt alsofficiële taal in tientallen landen wereldwijd gesproken. Ook is er een aantalcreoolse talen op basis van het Frans ontstaan.
Het Frans wijkt op een aantal belangrijke punten van de meeste andere Romaanse talen af. Ten eerste kent het Frans een verregaande afslijting vanmorfologische uitgangen. Ten tweede heeft het een groot aantalbrekingen enklankverschuivingen, die al in hetOudfrans optraden en in hetMiddelfrans nog verder zijn geëvolueerd. Ten derde heeft het een lichtGallischsubstraat (terug te vinden in een woord alsquatre-vingt 'tachtig', letterlijk 'vier keer twintig'; in deKeltische talen telt men intwintigtallen) en een vrij ingrijpendFrankisch, vooralNederfrankisch,superstraat, dat zich onder meer uit in de tweeledige ontkenningenne ... pas,ne ... rien,ne ... personne,ne ... jamais enz.
Het standaardfrans of Nieuwfrans is in feite de gecultiveerde versie van hetFrancilien, destreektaal van deÎle-de-France. Dit behoort tot deOïl-groep van de Gallo-Romaanse talen. Hoewel het Standaardfrans de streektalen van Frankrijk grotendeels verdrongen heeft, onderscheidt men een aantal meer of minder verwante zustertalen van het Frans:
InFrankrijk worden de meeste van deze talen traditioneel beschouwd alsdialecten, dat wil zeggen als minderwaardig. Het gebruik ervan is lange tijd ontmoedigd. De houding tegenover deze talen is duidelijk versoepeld.
Het Frans wordt door ongeveer 75 miljoen mensen gesproken als hun moedertaal.[2] Het komt daarmee op de 14e plaats in de lijst van meest gesproken talen wereldwijd.[3] Het wordt gesproken door 63 miljoen mensen inFrankrijk, 7,7 miljoen mensen inCanada (voornamelijk inQuebec), 4,2 miljoen inBelgië (voornamelijk inWallonië enBrussel) en 1,8 miljoen inZwitserland. HetCajun-Frans inLouisiana gaat snel achteruit; het werd in 2000 door minder dan 200.000 mensen gesproken.
Verdeling van moedertaalsprekers van het Frans in 6 landen in 2021.
Als taal van de bestuurlijke elite is het Frans vanaf1066 in Engeland eeuwenlang een factor van belang geweest en heeft blijvende sporen nagelaten in het oorspronkelijk Angelsaksische Engels. Pas in 1258 werd er in Engeland voor het eerst weer een officieel document in het Engels opgesteld. HetAnglo-Normandisch was tot in de15e eeuw in gebruik voor literaire en bestuurlijke doeleinden. Ook nu wordt het Anglo-Normandisch nog incidenteel gebruikt, de Britse koningin laat met de woorden "La Reyne remercie ses bons sujets, accepte leur benevolence, et ainsi le veult" aan het parlement weten een wet goed te hebben gekeurd.[4] In Rusland, Spanje, Duitsland en elders is het Frans in de 17e eeuw in zwang gekomen als taal van de sociale elite, maar sinds de opkomst van hetnationalisme in Europa in de 19e eeuw is het door de landelijke voertalen weer verdrongen.
Het Frans wordt als erfenis van het Franse kolonialisme buiten Frankrijk nog door zeker 50 miljoen mensen alstweede taal gebruikt. Vooral inAfrika en in mindere mate in Zuidoost-Azië speelt de taal een grote rol als cultuurtaal, hetzij omdat het Frans onmisbaar is als neutrale factor, die nodig is te midden van een verscheidenheid aan rivaliserende inheemse talen, hetzij dat de inheemse talen nog geen schriftelijke erfenis hadden en daarom te zwak stonden om de rol van het Frans als volwaardig medium voor cultuur en bestuur te kunnen overnemen. De taal speelt daarmee dezelfde rol als het Latijn tijdens en na de Romeinse kolonisatie van Gallië en andere Europese delen van het voormalige Romeinse Rijk. In veel Afrikaanse landen is het Frans de enige officiële taal.
Het Frans heeft inMaastricht eeuwenlang (tot in de18e eeuw) een belangrijke plaats ingenomen in het bestuurlijke en hogeburgerlijk leven.[5][6] In het lokaleMaastrichtse dialect zijn nog Franse invloeden te herkennen, onder meer in dewoordenschat.
Ondanks de sterke opkomst van hetEngels vanaf de20e eeuw, is het Frans een belangrijke taal in hetdiplomatieke verkeer gebleven. Tot in de eerste helft van de 20e eeuw was het de belangrijkste internationale taal. Zo schreef de Nederlandse natuurkundigeHendrik Lorentz nogal wat Franstalige publicaties. In deposterijen is men Franse terminologie blijven hanteren. De taal is een van de officiële talen van deVerenigde Naties. Ook in deEuropese Unie speelt het een belangrijke rol, al gaat die relatief achteruit door de uitbreiding van de Unie. In 2012 was het Frans de vierde meest gesproken taal binnen de EU.[7] Als taal voor wetenschappelijke publicaties van transnationaal belang is het Frans vrijwel geheel verdrongen door het Engels.
De oudste Franstalige geschriften dateren uit de9e eeuw. Het oudste document in het Frans is deEed van Straatsburg, die blijkbaar door het gewone volk begrepen moest worden. Vanaf de12e eeuw kan van een literaire cultuur gesproken worden. De meeste Franse teksten tot aan de14e eeuw zijn gesteld in zuidelijke dialecten, hetOccitaans ofwel deLangue d'Oc. In hetEdict van Villers-Cotterêts, dat in1539 is opgesteld, werd het Frans als verplichte taal voor het bestuur ingesteld. Dit werkte in het voordeel van deLangue d'Oïl, de noordelijke variant van het Frans, want het noordelijke Parijs was toen al zo'n duizend jaar het nationale bestuurscentrum. In die tijd werd ook een begin gemaakt met het formaliseren van degrammatica en het samenstellen van woordenboeken. In Villers-Cotterêts bevindt zich sinds 2023 deCité internationale de la langue française, een museum over de Franse taal.In 1635 werd deAcadémie française opgericht. Daarmee werd het standaardiseren van de Franse taal een staatszaak. De bloeitijd voor het Frans was met name de 17e eeuw, met schrijvers alsCorneille,Racine enMolière. In de18e eeuw maakte het Latijn in wetenschappelijke publicaties steeds meer plaats voor het Frans, wat de helderheid en precisie van de taal zelf ten goede kwam.
Men deelt de historische ontwikkelingsfasen van het Frans als volgt in:
De moderne Franse spelling dateert, net als die van het Engels, grotendeels van het einde van de middeleeuwen; omdat de uitspraak sindsdien vrij verregaand is veranderd, is de schrijfwijze tegenwoordig verre van fonetisch. Ze vertelt dan ook meer over de situatie in de middeleeuwen, toen alle eindletters nog werden uitgesproken (filles klonk dus zoals het geschreven werd), deai en deoi nog wijde tweeklanken waren en deou meer alsoow klonk (evenals deMiddelnederlandseoe inboec!).
Het Frans kent, zoals alle Romaanse talen, meerwerkwoordstijden enpersoonsvormen dan talen als het Nederlands, terwijlhulpwerkwoorden een minder belangrijke rol spelen. Er zijn zodoende per werkwoord veel meer individuele vormen. Ook zijn er vier verschillende families regelmatige werkwoorden (eindigend op -er, -ir met infix, -ir zonder infix en -re). Hieronder staan de vervoegingen van de belangrijke onregelmatige werkwoordenêtre ‘zijn’ enavoir ‘hebben’ voor vier tijden.
De klemtoon in een Frans woord ligt in de regel op de laatstelettergreep, behalve als het woord op eensjwa eindigt; dan ligt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep.
In het Nederlandsmiddelbaar onderwijs is Frans in debovenbouw eenkeuzevak. In de onderbouw vanhavo envwo wordt het op de meeste scholen echter wel verplicht gesteld. Afhankelijk van de school en het opleidingsniveau is er soms, naast het verplichte Engels, een tweede moderne vreemde taal verplicht. Dit kan, afhankelijk van de keuze van de school, Frans zijn. Van de zestiende tot de negentiende eeuw kende het Nederlandse onderwijs deFranse school, waar het Frans centraal stond.
InVlaanderen is Frans op de lagere school een verplicht vak in het vijfde en zesdeleerjaar. Het staat de scholen vrij om eerder met (initiatie)Frans te beginnen. Voor scholen intaalgrensgemeenten,faciliteitengemeenten en Vlaamse scholen in het Brusselsgewest start de studie van het Frans minstens in het derde leerjaar. In het secundair onderwijs is het een verplicht vak, behalve in sommige richtingen van hetberoepssecundair onderwijs.