| Florimond Claude de Mercy-Argenteau | ||||
|---|---|---|---|---|
Portret van Mercy-Argenteau (1757) | ||||
| Geboren | 20 april1727 Luik,Prinsbisdom Luik | |||
| Overleden | 25 augustus1794 Londen,Koninkrijk Groot-Brittannië | |||
| Land | Oostenrijkse Nederlanden,HRR | |||
| Partner | Rosalie Levasseur | |||
| Beroep | topdiplomaat | |||
| Oostenrijks ambassadeur voorFrankrijk | ||||
| Aangetreden | 1766 | |||
| Einde termijn | 1790 | |||
| Monarch | Maria Theresa van Oostenrijk Jozef II Leopold II | |||
| Voorganger | Georg Adam van Starhemberg | |||
| Opvolger | Franz Paul von Blumendorf | |||
| Oostenrijks ambassadeur voorRusland | ||||
| Aangetreden | 1761 | |||
| Einde termijn | 1763 | |||
| Monarch | Maria Theresia van Oostenrijk | |||
| Voorganger | Nikolaus I | |||
| Opvolger | Joseph Maria Karl von Lobkowitz | |||
| Oostenrijks ambassadeur voorPiëmont-Sardinië | ||||
| Aangetreden | 1754 | |||
| Einde termijn | 1760 | |||
| Monarch | Maria Theresia van Oostenrijk | |||
| Voorganger | Georg Barré | |||
| Opvolger | Johann Sigismund von Khevenhüller-Metsch | |||
| ||||
Florimond Claude de Mercy-Argenteau (Luik,20 april1727 –Londen,25 augustus1794) was een Zuid-Nederlands edelman die carrière maakte alstopdiplomaat van deHabsburgse monarchie. Tussen 1766 en 1790 verdedigde hij onafgebroken de fragiele Austro-Franse alliantie inParijs. Nadien werd hij gevolmachtigd minister van deOostenrijkse Nederlanden inBrussel.
Met zijn vriend en beschermheerKaunitz was Mercy-Argenteau een beoefenaar van wat historiciAustrian-style negotiation zijn gaan noemen.
Hij was een zoon van graaf Antoine de Mercy-Argenteau, wiens titel terugging op zijn adoptie door de graaf vanMercy. Graaf Florimond de Mercy-Argenteau trad in dienst van het Weense hof en trok in het gevolg van graafKaunitz naarParijs. Vervolgens kreeg hij diplomatieke posten inTurijn (1754-61) enSint-Petersburg, waar hij verbindingspersoon was tussen tsarinaCatharina de Grote en haar minnaarStanislas Poniatowski. Die laatste kwam hij opnieuw tegen op zijn volgende post,Warschau (1763-1766). Vervolgens kreeg Mercy-Argenteau de meest prestigieuze ambassade in Parijs, waar hij dertig man tot zijn beschikking had en grote sier maakte. Zijn opdracht de alliantie met Frankrijk te versterken, werd met succes bekroond door het huwelijk in 1770 tussen kroonprinsLodewijk enMarie Antoinette, een dochter van keizerinMaria Theresia. Hij had de Oostenrijkse prinses voorbereid doorabbé de Vermond naar Wenen te sturen. Het succes bleek fragiel, want de afzetting vanChoiseul en de groeiende macht vanmadame du Barry opLodewijk XV zorgden weer voor verkilling. Maar toen dedauphin in 1774 de troon besteeg als Lodewijk XVI, werd Mercy-Argenteau een van de best geïnformeerde en invloedrijkste personen aan het Franse hof.
Het is niet eenvoudig de vinger te leggen op wat er prevaleerde in zijn verhouding tot Marie Antoinette. Was hij in de eerste plaats een toegewijd vertrouwenspersoon, eenspion van Maria Theresia en het hof, of overdreef hij net zijn invloed op haar om de eigen positie te versterken? Volgens aanhangers van die laatste stelling hing hij om de overdrijving geloofwaardig te maken een misleidend beeld op van het koninklijk paar, beeld dat mee aan de basis zou liggen van de nog steeds – volgens hen onterecht – heersende zienswijze dat Lodewijk een ongecultiveerde en lichamelijk zwakke man was die zich liet doen door Marie Antoinette.[1] Recent heeftHervé Hasquin dit imago van manipulatieve mentor betwist.[2]
Zelf knoopte de ongetrouwde ambassadeur rond 1770 een langdurige liaison aan metRosalie Levasseur, een zangeres van deParijse Opera. Ze woonden discreet samen in een domein dat Mercy-Argenteau had aangekocht teConflans-Sainte-Honorine, tussen Parijs enVersailles. Na de geboorte in 1783 van hun zoon Alexandre-Henri, genaamdchevalier de Noville, en het einde van Levasseurs zangcarrière in 1785, traden ze steeds openlijker naar buiten.
Diep teleurgesteld over het gebrek aan politieke maturiteit van Marie Antoinette en de passiviteit van Lodewijk XVI, zag de graaf vanaf begin jaren 1780 de toekomst van Frankrijk somber in. Te midden van misbruiken aan het hof, instabiliteit en sociale agitatie, probeerde hijMirabeau te steunen in zijn streven naar eenparlementaire monarchie. Hij bood de ministers van FinanciënBrienne enNecker zijn hulp aan. Het leidde allemaal tot niets en tot zijn consternatie was Mercy-Argenteau getuige van de instorting van het koningschap.
In augustus 1790 was hij een van de laatste diplomaten en hovelingen die uit het revolutionaire Frankrijk vertrokken. Na een aanstelling inDen Haag was hij tot 17 juni 1791 gevolmachtigd minister van deOostenrijkse Nederlanden. Hij installeerde het Oostenrijkse gezag opnieuw, na het neerslaan van deBrabantse Omwenteling en zorgde voor pacificatie, waarbij hij greep probeerde te bewaren op de emigrantenstromen. Zijn sympathie ging uit naar de liberalevonckisten. Onder militaire druk van de Franse revolutionairen toonde Wenen zich, ondanks de coalitiesteun, niet bereid grote offers te brengen om de verre gebieden in de Nederlanden te handhaven.
Na deOostenrijkse terugtrekking en geallieerde nederlaag werd Mercy-Argenteau in juli 1794 als ambassadeur naarGroot-Brittannië gestuurd. Hij stierf enkele dagen na zijn aankomst inLonden.
Net als Kaunitz was Mercy een overtuigd voorstander vantolerantie en vrijheid en eenantiklerikaal, zij het niet antigodsdienstig. Om de conservatieve Maria Theresia niet voor het hoofd te stoten, moest hij zijnverlichte ideeën achter een masker verbergen. Dit maakt zijn subtiele houding lastig te peilen. Zijn vrijheidsliefde ging in elk geval niet zover dat ze een beletsel was voorslavernij. Met hofbankierJean-Joseph de Laborde investeerde Mercy grote sommen geld inplantages met honderden slaven opSaint-Domingue.