
Filippo Michele Buonarroti, ook bekend alsPhilippe Buonarroti (Pisa,11 november1761 –Parijs16 september1837) was eenFransrevolutionair,politicus envrijmetselaar vanItaliaanse oorsprong. Hij was tijdens deFranse Revolutie een medestander vanRobespierre, nam in 1796 deel aan deconjuration des Égaux (samenzwering van de evenwaardigen) vanGracchus Babeuf en verspreidde diens ideeën na diens dood. Aan de vooravond van deBelgische Revolutie verbleef hij inBrussel waar hij betrokken was bij de voorbereiding ervan.
Buonarroti werd geboren in Pisa en was een afstammeling van de broer vanMichelangelo. Zijn familie was een trouw aanhanger van hethuis Habsburg-Lotharingen dat over hetgroothertogdom Toscane heerste.
Op 17-jarige leeftijd vatte Buonarroti studies in derechten aan. Hij behaalde in 1782 zijnadvocatentitel en ging daarna nog in de leer bij enkele vooraanstaandefilosofen die hem lieten kennismaken met de geschriften van onder andereJean-Jacques Rousseau enJohn Locke. In 1786 werd Buonarroti lid van eenloge inFlorence en verdeelde zijn tijd tussen filosofische discussies, het lidmaatschap van geheime verenigingen, het bijwonen vanvrijmetselaarsvergaderingen en het maken vanpamfletten. Hij werd een tegenstander van het regime van groothertogLeopold II van Toscane. Een eerste huiszoeking volgde en een aantalboeken werden in beslag genomen.
Als fervent aanhanger van de ideeën van Rousseau sloot Buonarroti aan bij deBeierse Illuminati en in 1797 gaf hij het radicaleprogressieve dagbladGazetta Universale uit waarin hij depatriotten steunde die in deRepubliek der Zeven Verenigde Nederlanden in opstand kwamen tegen hunstadhouder.
Toen deFranse Revolutie in 1789 uitbrak, steunde Buonarroti deze ten volle en moest naarCorsica vluchten. In november van dat jaar kwam hij op het eiland aan, en begon er zijn revolutionaire ideeën te verkondigen. Hij bracht er deGiornale Pattriottico di Corsica uit, het eerste Italiaanstalige blad dat de Franse Revolutie openlijk steunde. Buonarroti werd er attaché van het Departement vanAjaccio . Nadat de Corsicanen in opstand waren gekomen tegen de Republiek werd Buonarroti uitgewezen en keerde hij terug naar Toscane waar hij inLivorno werd gevangengenomen. Na de tussenkomst van deWetgevende Vergadering werd hij vrijgelaten en keerde terug naar Corsica. Hij vroeg er de Franse nationaliteit aan. In maart 1792 werden zijn goederen door de Toscaanse groothertog inbeslag genomen.
Buonarroti werd benoemd tot nationaal commissaris bij het districtsgerecht vanCorte. Hij sloot vriendschap met deBonapartes en begon zich af te zetten tegenPasquale Paoli, de vader van het Corsicaansenationalisme. In 1793 reisde Buonarroti naarParijs waar hij naar deNationale Conventie trok om ten strijde te trekken tegen defederalistische geest van het eiland. DankzijRobespierre, die hem waardeerde, kreeg Buonarotti het Fransstaatsburgerschap. Hij werd nationaal commissaris van de uitvoerende macht voor de nieuw veroverde gebieden en ging naarOneglia, de haven vanImperia waar vele pro-Franse Italianen verbleven. Buonarroti trachtte er de inwoners zijn geestdrift voor de Revolutie in te boezemen.
Na de val van Robespierre werd Buonarroti gearresteerd en opgesloten teParijs. Hij leerde in degevangenisGracchus Babeuf kennen. De ideeën van Babeuf vormden de basis van eencommunistischedoctrine die ze samen voorbereiden. In oktober 1795 werden ze beiden vrijgelaten. Buonarroti was medestichter van declub du Panthéon. Hij werd voorzitter van de club en introduceerde er de geschriften van Babeuf maar de club werd al vrij vlug gesloten door hetDirectoire. Buonarroti nam in 1796 actief deel aan deconjuration des Égaux (samenzwering van de evenwaardigen) van Babeuf. Beiden werden in mei 1796 opnieuw gearresteerd. Babeuf werd in 1797 ter dood veroordeeld en stierf deguillotinedood, terwijl Buonarroti opnieuw de gevangenis inging.
Buonarroti bleef tot 1800 in de gevangenis inCherbourg. Daarna kon hij via de tussenkomst vanLucien Bonaparte vrij bewegen. Hij ging eerst naar het eilandOléron waar hij schoolmeester werd. In 1803 ging hij naarSospel in het departementAlpes-Maritimes en in 1806 vestigde hij zich in deZwitserse stadGenève. Met behulp van de broer vanJean-Paul Marat begon Buonarroti terug met zijn clandestiene revolutionaire activiteiten. In 1808 stichtte Buonarroti devrijmetselaarslogeLes Sublimes Maîtres Parfaits waarin een aantal revolutionairen verenigd waren.In deze loge vormde Buonarroti een kleine kring van personen die zijn ideeën en politieke dromen ondersteunden.
Buonarroti bleef tot in 1824 in Genève. Na een klacht vanOostenrijk diende hij Zwitserland te verlaten en Buonarroti nam de wijk naarEngeland met een vals paspoort. Hij onderbrak echter zijn reis en dook onder inBrussel. Buonarroti sloot er vriendschap metLouis de Potter en nam deel aan geheime genootschappen waar hij zijn revolutionaire ideeën verkondigde. Hij kwam er in aanraking metJean-François Tielemans,Lucien Jottrand enCharles Rogier die een beslissende rol zouden spelen in deBelgische Revolutie en deel zouden uitmaken van hetVoorlopig Bewind. Buonarroti trachtte met de steun van De Potter zijn ideeën van een toekomstige staat in de vorm van eenrepubliek te verkondigen maar vond hiervoor geen meerderheid. Hij publiceerde in 1828 te Brussel een werk waarin de bepalende momenten van deFranse Revolutie vanuit het gezichtspunt van de revolutionairen werden voorgesteld.
In 1830, toen deJulirevolutie uitbrak, keerde Buonarroti terug naar Frankrijk. Hij leerde erGiuseppe Mazzini kennen en steunde diens ideeën om eenItaliaanse eenheidsstaat in de vorm van een republiek op te richten. In 1834 brak Buonarroti echter met hem en trok zich wegens gezondheidsproblemen in Parijs terug. Daar stierf hij in 1837.