Met de val van hetcommunisme tussen1989 en1992 in Joegoslavië, viel het land in feite (en ookde jure) uiteen, gepaard met verschillende(burger)oorlogen. Vrijwel alle republieken gingen verder als onafhankelijke staten behalveServië enMontenegro, die een nieuwe federatie oprichtten. De naam van het land werd de Federale Republiek Joegoslavië, waarop grote kritiek kwam uit sommige voormalige Joegoslavische republieken. Volgens hen mochten Servië en Montenegro de naam Joegoslavië niet gebruiken, omdat zij daarmee probeerden een continuïteit tussen het oude Joegoslavië en de Servisch-Montenegrijnse rompstaat te creëren - iets wat niet strookte met de internationaal-rechterlijke successie. Op28 april1992 werd er een grondwet aangenomen. Het collectieve presidentschap werd vervangen door een gekozen presidentschap. De president trad op als staatshoofd en opperbevelhebber van de strijdkrachten. De president werd door het verenigde parlement gekozen. Aan het hoofd van de Ministerraad stond een federaal premier.
Het federale parlement bestond uit twee kamers, de Raad van de Republieken, bestaande uit vertegenwoordigers van de deelrepubliekenServië enMontenegro, en een Raad van Burgers, bestaande uit 138 direct gekozen leden. In deze nieuwe federatie had de Joegoslavische Communistenbond geen monopoliepositie meer. De bond werd daarna opgeheven. De feitelijke opvolger van de communistenbond werdSlobodan Milošević'sServische Socialistische Partij (SSP), die tot de val van Milošević in2000 een niet-officiële monopoliepositie bezat. Vooral in de beginperiode van Milošević' bewind was de SSP machtig, daarna moest het de macht delen met andere partijen, waaronder die van de echtgenote van Milošević,Mira Markovic, deUnie van Verenigd Links (een orthodox-communistische partij) en de radicaalnationalistischeServische Radicale Partij (SRS) vanVojislav Šešelj. Na de val van Milošević kwamVojislav Koštunica (1944) van de sociaaldemocratische Servische Democratische Partij (SSD) aan de macht.
De Federale Republiek Joegoslavië kwam in2003 ten einde en werd vervangen door de losse federatieServië en Montenegro (nieuwe grondwet 4 februari 2003). Op3 juni2006 hield deze confederatie ook op met bestaan, nadat Montenegro na een referendum de onafhankelijkheid uitriep.
1992: De deelrepublieken Servië en Montenegro roepen op27 april een nieuwe Federale Republiek Joegoslavië uit.
1997: Milošević wordt president van Joegoslavië. HetKosovaarse Bevrijdingsleger UCK treedt nadrukkelijk naar voren in het conflict inKosovo en verkrijgt veel steun van bevolking, sinds de in 1989 door deDemocratische Liga van Kosovo begonnen vreedzame politiek van verzet nog steeds geen vruchten afwerpt. Het gezag van Liga-leiderIbrahim Rugova brokkelt af ten gunste van het UCK, dat naar onafhankelijkheid streeft.
1998: Gevechten in Kosovo. Tienduizenden Albanezen slaan op de vlucht voor het geweld. In oktober eist de VN-Veiligheidsraad dat er een einde komt aan de gevechten en dat het Servische leger zich terugtrekt uit Kosovo. De Raad stelt een ultimatum, en deNAVO dreigt in te grijpen als er geen gehoor aan wordt gegeven. Uiteindelijk wordt een staakt-het-vuren bereikt; waarnemers van deOVSE zien toe op naleving ervan.
1999: In Kosovo neemt de strijd tussen het Servische leger en politie en de Albanese guerrillabeweging UCK weer in hevigheid toe (Kosovo-oorlog). In Rambouillet en Parijs wordt onderhandeld over de staatkundige toekomst van Kosovo. De delegatie van Albanese Kosovaren gaat akkoord met het verdragsvoorstel van Rambouillet; Servië wijst dat echter af. Servië is ook niet bereid de autonomie die Kosovo vóór 1989 genoot te herstellen. Daarmee zijn de onderhandelingen mislukt. De OVSE-waarnemers worden uit Kosovo geëvacueerd en de strijd escaleert. In maart besluit deNAVO (zonder mandaat van deVeiligheidsraad van deVN) tot militair ingrijpen. Aanvankelijk worden alleen militaire doelen gebombardeerd, maar na enkele weken ook burgerdoelen in Servië. Nadat de bombardementen twee maanden hebben geduurd, geeft Milošević toe aan de eisen van de NAVO. In juni wordt Kosovo door de VN onder internationaal bestuur geplaatst.
2001: Voormalig president Milošević werd in de nacht van 31 maart in zijn villa in Dedinje, een voorstad van Belgrado, gearresteerd. 's Namiddags zat hij al in de gevangenis op beschuldiging vangenocide,corruptie en machtsmisbruik. Milošević wordt in juni 2001 overgedragen aan hetJoegoslavië-tribunaal.
2002: in maart komen de Servische en Montenegrijnse regeringen overeen defederale republiek om te vormen tot een veel lossere unie met de naam "Servië en Montenegro". Een belangrijke clausule in het door diplomatie van deEuropese Unie bereikte akkoord is dat vóór 2005 geen referenda gehouden mogen worden over onafhankelijkheid (waar vooral het kleine Montenegro naar streeft). De federale en nationale parlementen stemmen met het plan in, en vanaf4 februari2003 heet het landServië en Montenegro.