| Father Is a Bachelor | ||||
|---|---|---|---|---|
| Regie | Abby Berlin Norman Foster | |||
| Producent | S. Sylvan Simon | |||
| Scenario | Aleen Leslie James Edward Grant | |||
| Verhaal | James Edward Grant | |||
| Hoofdrollen | William Holden Coleen Gray | |||
| Muziek | Arthur Morton | |||
| Montage | Jerome Thoms | |||
| Cinematografie | Burnett Guffey | |||
| Distributie | Columbia Pictures | |||
| Première | ||||
| Genre | romantische komedie,musicalfilm,romantische film,filmkomedie | |||
| Speelduur | 84 minuten | |||
| Taal | Engels | |||
| Land van herkomst | Verenigde Staten | |||
| (en)IMDb-profiel | ||||
| MovieMeter-profiel | ||||
| (mul)TMDb-profiel | ||||
| (en)AllMovie-profiel | ||||
| ||||
Father Is a Bachelor is een Amerikaansemusical-romantische komedie uit1950, geregisseerd doorAbby Berlin enNorman Foster. De hoofdrollen worden vertolkt doorWilliam Holden enColeen Gray.
De zorgeloze zwerver Johnny Rutledge belandt in een klein stadje nadat zijn vriend en werkgever, Professor Ford, wordt gearresteerd. Hij raakt bevriend met May Chalotte en haar vier broers, die stiekem zonder ouders leven nadat deze bij een ongeluk zijn omgekomen. Hoewel Johnny in eerste instantie geen verantwoordelijkheid wil nemen, wordt hij toch hun voogd en doet zijn best om voor hen te zorgen.
Als de dochter van de lokale rechter, Prudence Millett, ontdekt dat de kinderen niet naar school gaan, doet Johnny zich voor als hun oom. Langzaam bloeit er een romance op tussen Johnny en Prudence, ondanks zijn angst voor verplichtingen.
Wanneer een rijke man, Jeffrey Gilland Sr., wil dat Johnny zijn kinderen bij die van hem weghoudt, ontstaat er een conflict dat Johnny in de problemen brengt. Uiteindelijk, na een reeks misverstanden en verwikkelingen, kiest Johnny ervoor om bij de kinderen en Prudence te blijven, en zo een nieuw leven op te bouwen.
Johnny zingt een aantal liedjes in de film, waaronderWait 'Till the Sun Shines, Nellie inblackface in de openingsscène. Zijn zangstem werd nagesynchroniseerd doorBuddy Clark.
Bosley Crowther noemde de film een "suikerzoete, flinterdunne romance" in zijn recensie inThe New York Times.[1]