Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Faillissement

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een gesloten filiaal vanV&D in Utrecht nadat de winkelketen op 31 december 2015 failliet was verklaard

Hetfaillissement is een gerechtelijkbeslag op het gehelevermogen van eenrechtspersoon ofnatuurlijk persoon die langdurig niet meer in staat is aan zijn/haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is een zware juridische maatregel die wordt opgelegd ten behoeve van de gezamenlijkeschuldeisers, in hetalgemene belang van een geordend rechtsverkeer. De (rechts-)persoon die failliet verklaard wordt heet '(een) failliet'. Andere termen voor het wettelijke begrip faillissement zijnbankroet,insolventie en het van oorsprongjiddischepleite[1].

Tegelijk met het uitspreken van een faillissement stelt de rechtbank eencurator aan die deboedel moet gaan beheren en afwikkelen. De curator heeft als taak zoveel mogelijk de openstaande vorderingen te innen en goederen te gelde te maken, om de opbrengst vervolgens te kunnen verdelen onder de schuldeisers. Heeft een rechtspersoon schulden maar nauwelijks of geen baten, dan kan het zijn dat geen vereffening volgt, en de rechtspersoon van rechtswege onmiddellijk ophoudt te bestaan.

Een faillissement kan gezien worden als een collectieve verhaalprocedure.

Etymologie

[bewerken |brontekst bewerken]

De term bankroet komt van het Italiaanse 'banca rotta' ('de bank is gebroken'). Handelaren deden zaken aan een soort tafel of toonbank, vanwaaruit viametonymie de benaming"bank" voor een financiële instelling is ontstaan. Deze bank werd stukgeslagen wanneer de handelaar zijn schulden niet meer kon betalen. Faillissement is afkomstig van het Franse 'faillir', dat 'mislukken' of 'falen' betekent.

Geschiedenis

[bewerken |brontekst bewerken]

In delate middeleeuwen werd in deLage Landen bij eenbanqueroet de schuldenaar vaak opgesloten, om de persoon te straffen voor het onzorgvuldige beheer en om familie of vrienden te dwingen zijn verplichtingen na te komen. Elders in Europa konden voortvluchtige ‘bankroetiers’ aan de galg eindigen. In de florerende industriestad en havenstadAntwerpen werd in 1518 eenInsolvente Boedelskamer bij de rechtbank opgericht, speciaal om mensen en bedrijven met hoge schulden te ondersteunen bij de afwikkeling. In Amsterdam werd dit Antwerpse voorbeeld in de17e eeuw gevolgd, toen er in de stad veel financiële tegenslag was door een teruglopende markt. In1643 werd een speciale rechtbank opgericht om de schepenen te ontlasten, deDesolate Boedelskamer. Deze was gevestigd in het stadhuis, het huidigePaleis op de Dam. Een bekende failliet uit die tijd was de kunstschilderRembrandt van Rijn.[2][3]

Crediteuren zagen al snel dat een ordentelijke afhandeling door de Boedelskamer in hun voordeel was. Door het objectief en transparant beschikbaar stellen van informatie aan alle crediteuren, kon het gebrek aan vertrouwen in de insolvente schuldenaar worden hersteld.

Internationale regelingen

[bewerken |brontekst bewerken]

Sommige landen kennenjuridische alternatieven voor het faillissement, met naast veel overeenkomsten ook enkele verschillen. In Europees verband heeft men enige eenvormigheid betracht middels deEuropese Insolventieverordening, maar deze laat nationale wetgeving onverlet en dient vooral ter voorkoming vancompetentie-geschillen bij internationale faillissementen. Op de volgende punten verschillen regelingen nog weleens van elkaar:

  • De voorwaarden voor inwerkingtreding van de regeling. In Nederland is deze bijvoorbeeld 'opgehouden te hebben met betalen', maar in andere landen is een negatiefeigen vermogen voldoende. Eenliquidatie- ofvereffeningsprocedure ingaan of eindigen met een negatief eigen vermogen leidt overigens doorgaans zonder meer tot faillissement, tenzij de aandeelhouder bereid is de vennootschap te ondersteunen.
  • De vraag wie faillissement mag of moet aanvragen. Soms geschiedt dit op verzoek van een of meer crediteuren, maar in sommige landen moet de vennootschap zelf of het bestuur onder bepaalde voorwaarden faillissement aanvragen. Verliezen laten oplopen zonder faillissement aan te vragen kan een reden zijn voorbestuurdersaansprakelijkheid of kan gelden alsmisdrijf.
  • De vermogensbestanddelen en vorderingen die onder het faillissement vallen (pand- en hypotheekrechten, eigendomsvoorbehouden), alsmede de posities van eventuele bevoorrechte ofpreferente schuldeisers.
  • Eventuele verplichtingen van crediteuren. Soms zijn zij verplicht te blijven leveren aan 'de failliet', ook als er nog een vordering openstaat waarvan niet zeker is of die wel voldaan wordt.
  • Is de procedure gericht opliquidatie,sanering of herstructurering?
  • Eventuele instrumenten tegenfaillissementsfraude;
  • De positie vanaandeelhouders;
  • Een mogelijkheid tot schuldsanering en het verkrijgen van een 'schone lei' voor eennatuurlijk persoon;
  • Het al dan niet herleven van schulden na faillissement;
  • Aansprakelijkheid van directeuren en andere personen die invloed hebben of hadden op het beleid bij faillissement van een vennootschap.

HetAngelsaksisch model gaat over het algemeen sterk uit van continuïteit van de bedrijfsvoering (doorstart), en faillissementen zijn daar vooral herstructureringsprocedures. Ook voor een failliet verklaard individu zijn de gevolgen doorgaans relatief licht en kan hij of zij na de afhandeling met een schone lei beginnen, zij het met een sterk verslechterde creditrating. In de continentaal-Europese landen die hetRijnlands enScandinavisch model volgen ligt dit anders: faillissementen zijn vooral verhaals- en liquidatieprocedures die erop gericht zijn om de schuldeisers zo veel mogelijk van hun vordering uit te betalen.

Varia

[bewerken |brontekst bewerken]

In 1989-1990 procedeerde de Nederlandse journalistWillem Oltmans samen met de Surinaamse oud-ministerAndré Haakmat tot aan deHoge Raad wegens een door hem gewenste faillietverklaring van deRepubliek Suriname vanwege een hem verschuldigde betaling van 72.500 gulden voor werkzaamheden ten behoeve van de regering vanDesi Bouterse. De rechtbank Den Haag achtte de door Suriname betwiste vordering te gering om het gewenste faillissement te kunnen uitspreken.[4][5][6][7] De civiele kamer van de Hoge Raad oordeelde dat een vreemde staat niet failliet kan worden verklaard. Dat zouvolkenrechtelijk een onaanvaardbare inbreuk opleveren op desouvereiniteit van de betreffende staat.[8]

Zie verder

[bewerken |brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2010)"pleite"
  2. Mr, redactie, Juridische noviteiten hielpen zeventiende-eeuwse failliet weer op weg. Mr. Online (22 juni 2021). Geraadpleegd op6 juli 2023.
  3. (en)den Hollander, Maurits (2021). Stay of execution: Institutions and insolvency legislation in Amsterdam, 1578-1700. dissertatie, Universiteit van Tilburg, Samenvatting p. 277.
  4. Suriname niet failliet verklaard, Het Parool, 20 april 1989
  5. Volgens vice-president Haagse rechtbank: Vordering Oltmans te licht voor faillissement Suriname, Amigoe, 21 april 1989
  6. Het faillissement van Suriname, Amigoe, 11 mei 1989
  7. Eis Oltman afgewezen, de Volkskrant, 20 april 1989
  8. Hoge Raad in zaak Oltmans-Suriname: vreemde staat is niet failliet te verklaren, Amigoe, 06 oktober 1990
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Faillissement&oldid=69108375"
Categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp