Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

F. Bordewijk

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
F. Bordewijk
F. Bordewijk in 1954
F. Bordewijk in 1954
Algemene informatie
Volledige naamFerdinand Bordewijk
Pseudoniem(en)Ton Ven
Geboortedatum10 oktober1884
GeboorteplaatsAmsterdam
Overlijdensdatum28 april1965
OverlijdensplaatsDen Haag
GeboortelandNederland
Opleiding gevolgd aanGymnasium HaganumBewerken op Wikidata
Beroepadvocaat
Werk
Genreroman
novelle
Stromingexpressionisme,magisch realisme,surrealisme
Bekende werkenBlokken
Knorrende beesten
Bint
Rood paleis
De wingerdrank
Karakter
Prijzen en onderscheidingenP.C. Hooft-prijs,[1][2]Constantijn Huygens-prijs,[3]Prijs voor kunsten en wetenschappenBewerken op Wikidata
Dbnl-profiel
(en)IMDb-profiel
RKD-profiel
Portaal Portaalicoon  Literatuur

Ferdinand Bordewijk (Amsterdam,10 oktober1884Den Haag,28 april1965), auteursnaamF. Bordewijk, was eenNederlandseschrijver van romans, novellen, toneel, prozagedichten, parodieën, grafredes en kritieken. Zijn beroep wasadvocaat. Hij is vooral bekend van het trio korte werkenBlokken (1931),Knorrende beesten (1933) enBint (1934), en van de romanKarakter (1938), die in 1997 doorMike van Diem verfilmd werd. Zelf vond Bordewijk de romanNoorderlicht (1948) zijn beste boek.

Hij ontving in 1953 deP.C. Hooft-prijs voor twee werken: de novellebundelStudiën in volksstructuur (1951) en de romanDe doopvont (1952). De Vijverbergprijs van de Jan Campertstichting werd in 1979 omgedoopt totBordewijkprijs. F. Bordewijk geldt metSimon Vestdijk als de belangrijkste Nederlandse prozaïst van zijn generatie.[4]

Levensloop

[bewerken |brontekst bewerken]
Bordewijk spreekt (film, 1954)

Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emil Bordewijk werd op 10 oktober 1884 geboren in de Jan Steenstraat te Amsterdam.[5] Deze zes voornamen liet hij op 13 maart 1919 bij beschikking van dearrondissementsrechtbank in Den Haag wijzigen in Ferdinand.

Zijn vader werkte bij het departement van Waterstaat. Een jaar na zijn geboorte verhuisde de familie naar het Singel 198. Deze woning heeft Bordewijk beschreven in de novelle 'Keizerrijk' uit de bundelDe wingerdrank uit 1937. In 1894 verhuisde het gezin naar Den Haag, het begin van een reeks verhuizingen binnen deze stad die mogelijk aan de basis heeft gestaan van de opvallende aandacht voor architectuur die het werk van Bordewijk laat zien.[6]

Bordewijk doorliep het gymnasium aan het Hoge Westeinde.[7] Daarna studeerde hijrechten aan deRijksuniversiteit Leiden. Hijpromoveerde daar op vrijdag 3 mei 1912 op 30stellingen tot doctor in de rechtswetenschap.[8] In 1913 werd hij alsadvocaat beëdigd en kwam als junior op een groot advocatenkantoor inRotterdam. Een deel van de inspiratie voor de romanKarakter werd een kwart eeuw later gebaseerd op deze ervaringen.[9] In 1914 trouwde hij met de Nederlandse componisteJohanna Roepman.

In 1916debuteerde hij zonder veel succes met dedichtbundelPaddestoelen onder hetpseudoniemTon Ven, dat hij ook later enige malen gebruikte. In 1918-1920 was Bordewijk kort docent handelsrecht aan deHandelsschool aan het Van Alkemadeplein in Rotterdam.[10] Indrukken die hij daar opdeed vormden de kiem van de vijftien jaar later geschreven romanBint. Daarna werd hij advocaat teSchiedam. Hij bleef in Den Haag wonen, uitgezonderd vier maanden in 1945 waarin hetbombardement op het Bezuidenhout hem tot een verblijf te Leiden noopte.[11]

Drie bundelsFantastische vertellingen

[bewerken |brontekst bewerken]

Als prozaïst debuteerde Bordewijk metFantastische vertellingen (1919), een bundel met vijf novellen of verhalen:Wat ik vond bij Baruch Blazer,Dr. Kalkemeijer en de dood, De noordkant van den Näobühler, In plenitudine Christi, Twee proeven genomen op Jos van der Haerden.

Daarna volgdenFantastische vertellingen: tweede bundel (1923, eveneens vijf verhalen) enFantastische vertellingen: derde bundel (1924, drie novellen). De dertien vertellingen uit de drie bundels worden gezien als griezelverhalen met absurde wendingen (inDe rode grijsaard uit de derde bundel trouwt een vrouw met een aap).[12]

Deze fantastische vertellingen zouden in de kiem al enige kenmerken van Bordewijks latere verhalen tonen. Overheersende motieven zijn waanzin, mismaaktheid, misdadigheid en ontucht, waarvan vooral de misdadigheid in het latere werk vaak zal terugkeren. Er is sprake van schizofrene achtervolgingswaanzin (Dr. Testal's dubbelganger, tweede bundel), van op moord uitlopendegodsdienstwaanzin (In plenitudine Christi, eerste bundel), van overspel (Talamon of Ye Olde Bowe, tweede bundel) en van een massamoordenaar (Marion Quinn, derde bundel). Een tweede overeenkomst met de latere Bordewijk is de fantastische aard van veel verhalen, niet alleen in de beperkte betekenis van bovennatuurlijk of onwaarschijnlijk, maar ook in bredere zin opgevat als zeldzaam of merkwaardig. Zo handeltTatjana uit de tweede bundel over een Hollandse koopman die de dochter van een tsaar uit het revolutionaire Rusland tracht te smokkelen.[13]

Het verhaalMarion Quinn uit de derde bundel is in tweeërlei opzicht een overgangsverhaal. Literair-esthetisch wordt het door sommige critici gezien als superieur aan de andere onderdelen van de drie bundels. Naar de inhoud wijst het vooruit naar de korte prozawerken zonder literaire pretenties die Bordewijk vanaf 1950 zou publiceren.[14] Bij alle ontwikkeling die hij nog door zou maken, toonde Bordewijk zich hier in één opzicht al meteen stijlvast: van meet af aan leverde zijn verbeelding proza op met een kenmerkende lengte van enkele tientallen bladzijden.

Fantastische vertellingen in de literaire kritiek

[bewerken |brontekst bewerken]

De literaire kritiek reageerde in meerderheid afwijzend op de bundels. De eerste bundel lijkt de dagbladpers te zijn ontgaan, maar een citaat uit de recensie inDe Nieuwe Gids werd afgedrukt op de flaptekst van de tweede bundel. Hierin werd Bordewijk een bescheiden plaatsje naastEdgar Allan Poe enE.T.A. Hoffmann toebedeeld. Dat was reden voor het dagbladVoorwaarts van 23 juli 1923 om in zijn recensie van de tweede bundel de meeste plaatsruimte aan Poe te wijden, om vervolgens te concluderen dat Bordewijk niet in diens schaduw kon staan.[15] InHet Volk van 18 juli 1923 schamperdeA.M. de Jong over "dit stumperige poginkje om een uitheems genre in onze litteratuur in te voeren" en zag de door "anderen" gemaakte vergelijking met Poe aan voor hoogmoed van de auteur zelf: "Ach, deze arme meneer Bordewijk, die zo gaarne een Hollandse Poe wou lijken".[16] Ook in besprekingen van de derde bundel werd de vergelijking met Poe gemaakt. Onder de kop 'Rare menschen' oordeeldeDe Telegraaf van 10 januari 1925 dat Bordewijks vertellingen "toch nog niet van die benauwende spanning zijn als Poe's beroemde gruwelhistories".[17] Er was echter één kritiek, inHet Vaderland van 24 november 1924, waarin over de aard van Bordewijks werk werd gesproken in andere bewoordingen. Bordewijk houdt zijn lezers voortdurend onder een beklemming of een angstig voorgevoel: "dit te bereiken is het geheim van Bordewijks eigenaardige kunst."[18] Gezien de andere recensies is het opmerkelijk dat Bordewijk niet als eenepigoon van Poe, maar als een eigenaardig, dus oorspronkelijk kunstenaar wordt omschreven.

In een later artikel in het literaire tijdschriftSpiegel der Letteren, geschreven doorJ.A. Dautzenberg, worden de bundels van Bordewijk gezien als producten van een nog onrijp schrijverschap.[19] De voornaamste kritiek luidt dat Bordewijk worstelt met een genre dat hij nog niet beheerst: het griezelverhaal. Dit genre vergt een juiste balans tussen het alledaagse en het absurde, waarbij Bordewijk al te vaak de balans naar het laatste zou doen overslaan.[20]

TritsBlokken-Knorrende beesten-Bint

[bewerken |brontekst bewerken]

Bordewijk kreeg meer erkenning met de drie korte romansBlokken (1931),Knorrende beesten (1933) enBint (1934), twee langere romans:Rood paleis (1936) enKarakter (1938) en de verhalenbundelDe wingerdrank (1937).Blokken is een roman over eendystopie en verscheen één jaar eerder danBrave New World vanAldous Huxley, een roman die hij "een enorme prul" noemde.

Dit vooroorlogse proza is in verband te brengen met stromingen alsmagisch realisme,surrealisme (vooralDe wingerdrank) enexpressionisme, met name de korte romansBlokken,Knorrende beesten enBint).[21] Bordewijks schrijfstijl weerspiegelt de thematiek van zijn romans. Een deel van zijn werk, bijvoorbeeld de veelgelezen romanBint over een streng onderwijsregime, kenmerkt zich door een uiterst afgemeten taalgebruik: korte, kernachtige, somselliptische zinnen en weinigbijvoeglijke naamwoorden. Deze taalhantering is kenmerkend voor stromingen als hetexpressionisme en deNieuwe zakelijkheid.[22] Het omgekeerde komt ook voor: in depsychologische romanEiken van Dodona (1946) wordt uitvoerig bespiegeld over de worsteling van kunstenaars met het creatieve proces. Later, zoals in de romanBloesemtak (1955), werd Bordewijks toon milder dan daarvoor.

Bordewijk huwde op 1 augustus 1914 de NederlandsecomponisteJohanna Roepman (1892-1971). Zij kregen een zoon Robert F. Bordewijk die ook in de advocatenpraktijk van zijn vader ging werken en een dochter Nina (Nick) Funke-Bordewijk (1918-1995), ook letterkundige. Hij schreef hetlibretto voor haaroperaRotonde uit 1941. Zij zagen elkaars scheppingen als eersten en haalden wederzijds de fouten eruit.

Oorlogsjaren 1940-1945

[bewerken |brontekst bewerken]

De familie Bordewijk zat in hetkunstenaarsverzet. In 1944 publiceerde Bordewijk in deQuousque Tandem-reeks van de illegale uitgeverijDe Bezige Bij onder het pseudoniem Emile Mandeau zijn novelleVerbrande erven, terwijl zijn echtgenote de muziek componeerde bij het eveneens door de Bij gedrukte liedUit het diepst van mijn hart van J.J.G. Zwanniken. In dehongerwinter verdeelde Bordewijks echtgenote 350 kilo bloembollen over acht adressen.[23] Op 3 maart 1945 werd het huis van het gezin Bordewijk verwoest door hetbombardement op het Bezuidenhout. Daarbij ging zijn omvangrijke bibliotheek verloren. Bordewijk zelf bleef ongedeerd. Namens De Bezige Bij stuurde Charles van Blommestein hun duizend gulden als steun.[24]

Na 1945

[bewerken |brontekst bewerken]

Bordewijk had zitting, omstreeks de jaren zestig, in de straatnamencommissie en in samenspel met hem kwamen de Haagse wijkenBouwlust en Vrederust aan straten die eindigen op 'zicht', 'rade', 'stede' en 'dreef'.

Bordewijk en de dood

[bewerken |brontekst bewerken]

In zijn laatste levensjaren toonde Bordewijk steeds meer aandacht voor de eindigheid van het leven. Al eerder schuwde hij humor over dit onderwerp niet in de verhalen die werden gebundeld alsDe Laatste Eer, verschenen in 1935. Zijn voorlaatste romanTijding van ver (1961) eindigt met de dood door een val van de trap van de hoofdpersoon Alwyn Braam Bouwens, die gedurende zijn gehele leven was geobsedeerd door de dood en het sterven.

Overlijden

[bewerken |brontekst bewerken]

Advocaat en letterkundige Bordewijk stierf op 80-jarige leeftijd op 28 april 1965 aan een longontsteking en is op eigen verzoek op 3 mei in alle stilte opOud Eik en Duinen in Den Haag begraven.

Invloed en actualiteit

[bewerken |brontekst bewerken]

Bordewijks geheel eigen thematiek en stijl zorgden niet voor een uitgebreide navolging. Zijn werk wordt nog wel steeds druk gelezen: zo verschenen in de periode 2000-2015 meer dan dertig herdrukken, en vertalingen in het Italiaans, Engels, Duits, Turks en Slowaaks.[25] In 2014 werd het Bordewijkgenootschap opgericht, dat activiteiten rond de vijftigste sterfdag van Bordewijk in 2015 organiseerde.[26]

Verzameld werk

[bewerken |brontekst bewerken]

BordewijksVerzameld werk (1982-1991), verschenen bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, zou oorspronkelijk bestaan uit elf delen, maar het werden er uiteindelijk 13: vijf delen romans, vier delen verhalen en novellen, twee delen varia met verspreide publicaties met onder meer gedichten en toneelstukken, en twee delen kritisch proza met in het afsluitende deel nog een bibliografie en registers.

  1. Blokken;Knorrende beesten;Bint;Rood paleis;Karakter. 1982, 645 p.
  2. Apollyon. 1982, 526 p.
  3. Eiken van Dodona;Noorderlicht. 1983, 720 p.
  4. De doopvont. 1983, 541 p.
  5. Bloesemtak;Tijding van ver;De Golbertons. 1984, 694 p.
  6. Fantastische vertellingen;Fantastische vertellingen, tweede bundel;Fantastische vertellingen, derde bundel;De Laatste eer;De wingerdrank. 1984, 711 p.
  7. De korenharp;Bij gaslicht;Zwanenpolder;Het eiberschild. 1985, 752 p.
  8. Vertellingen van generzijds;De korenharp, nieuwe reeks;Studiën in volksstructuur;Mevrouw en meneer Richebois;Onderweg naar de Beacons. 1985, 738 p.
  9. De zigeuners;De aktentas;Centrum van stilte;Lente;Verspreide verhalen. 1986, 725 p.
  10. Verspreide verhalen;Idem;Gedichten;Drie toneelstukken;Halte Noordstad. 1986, 719 p.
  11. Haagse mijmeringen;Wandelingen door Den Haag en omstreken;Geachte confrère;Juridische varia;Plato's dood;Bint scenario's;Varia. 1988, 634 p.
  12. Kritisch proza. 1989, 623 p.
  13. Kritisch proza, addenda, bibliografie, registers. 1991, 659 p.

Namen

[bewerken |brontekst bewerken]

Opvallend zijn de namen die hij gebruikt in zijn romans. InBint komt het volgende rijtje voor: Peert – Kiekertak – Bolmikolke – Klotterbooke – Taas Daamde – Whimpysinger – De Moraatz – Van der Karbargenbok – Surdie Finnis - Schattenkeinder. Enkele namen uitKarakter: Dreverhaven – Katadreuffe – Stroomkoning – Te George – Rentenstein – De Gankelaar – Den Hieperboree. InBlokken zijn de enige namen Glüschaint - De Marcas - Tannenhof - Tekalopte - Ypsilinti.

Prijzen

[bewerken |brontekst bewerken]

Bibliografie

[bewerken |brontekst bewerken]
  • 1916 -Paddestoelen (onder het pseudoniem Ton Ven))[a]
  • 1918 -Een koning van de frase (in:Groot Nederland)
  • 1919 -Fantastische vertellingen[b][c]
  • 1923 -Fantastische vertellingen. Tweede bundel[d][e]
  • 1924 -Fantastische vertellingen. Derde bundel[f][g]
  • 1931 -Blokken; de mislukking van een heilstaat (roman)
  • 1933 -Knorrende beesten; de roman van een parkeerseizoen (roman)
  • 1934 -Bint. Roman van een zender (roman)[h]
  • 1935 -De laatste eer, grafreden
  • 1935 - 't Ongure Huissens[i]
  • 1936 -Rood paleis, ondergang van een eeuw (roman)[j][k]
  • 1936 -IJzeren agaven, novelle, studie in zwart met kleuren[l]
  • 1937 -De wingerdrank (zeven novellen)[m]
  • 1938 -Huis te Huur (onderdeel Boekenweekgeschenk 1938)[n][o]
  • 1938 -Karakter, roman van zoon en vader (roman)[p][q]
  • 1940 -De Korenharp[r]
  • 1940 -Drie toneelstukken. Bevat: 1:Sumo N.V.. 2:Driehoek met den huisgenoot. 3:De stier van Opland[s]
  • 1941 -Apollyon, roman[t]
  • 1944 -Verbrande erven, een plaatsbeschrijving (als Emile Mandeau)
  • 1946 -Eiken van Dodona[u]
  • 1946 -Veuve Vesuvius
  • 1947 -Bij gaslicht. Bevat: 1.Rosaura salontis. 2Verbrande erven. 3.Félicie. 4.Drie bouwkundige miniaturen. 5.Ham, spek en worst. 6.Huis te huur. 7.Slotsom
  • 1947 -Vijf fantastische vertellingen
  • 1948 -Noorderlicht (roman)
  • 1948 -Plato's dood, symfonisch gedicht
  • 1948 -Rotonde (operalibretto)
  • 1949 -Blokken, Knorrende beesten,Bint (bundel)
  • 1949 -Het eiberschild[v]
  • 1949 -Nachtelijk paardengetrappel. Bevat: 1.Nachtelijk paardengetrappel. 2.De noordkant van de Näobühler. 3.De Joodse cel[w]
  • 1949 -Zwanenpolder; twintig verhalen[x]
  • 1950 -Vertellingen van generzijds
  • 1951 -De korenharp, nieuwe reeks. Bevat ook de vertaling van 15 verhalen uitGaspard de la nuit vanAloysius Bertrand
  • 1951 -Studiën in volksstructuur[y]
  • 1952 -De doopvont[z]
  • 1954 -Haagse mijmeringen
  • 1954 -Mevrouw en meneer Richebois; twintig korte verhalen[aa]
  • 1954 -Haagse mijmeringen
  • 1955 -Arenlezing uit De korenharp (bloemlezing)
  • 1955 -Bloesemtak[ab]
  • 1955 -Onderweg naar de Beacons; twaalf korte verhalen
  • 1956 -Geachte confrère[ac]
  • 1956 -Halte Noordstad; vermeerderd met drie eenacters en een monoloog (toneelstuk)
  • 1956 -Tien verhalen
  • 1956 - In:Mijn boek van vroeger en van nu : zeven auteurs vertellen over de rol die het boek in hun leven speelde, Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels, Amsterdam, 1. J.C. Bloem,Boeken en ik, 2. F. Bordewijk,Alfa en Omega, 3.Raymond Brulez,Van Genoveva tot Leone, 4.Guillaume van der Graft,Het eerste en het laatste boek, 5.Hella S. Haasse,Mijn boek van vroeger en van nu, 6.P. Minderaa,Mijn boek van van vroeger en van nu, 7.Gabriël Smit,Van Dik Trom tot Pascal, 65 p, ill, 19 cm[27]
  • 1957 -Idem; tien parodieën
  • 1958 -De aktentas, tien korte verhalen
  • 1959 -De zigeuners; twaalf korte verhalen en een schets
  • 1960 -Centrum van stilte; vijf verhalen
  • 1961 -Tijding van ver (roman)
  • 1961 -Paddestoelen (raad in) rijm (onder het pseudoniem Ton Ven)
  • 1962 -Wandelingen door Den Haag en omstreken (onder het pseudoniem Ton Ven)
  • 1964 -Lente; zeven verhalen
  • 1964 -Jade, jaspis en de jitterbug : wijsheid en schoonheid uit het leven van baron van Stralen op rijm (onder het pseudoniem Ton Ven)[ad]
  • 1965 -De Golbertons
Postuum uitgegeven
  • 1981 -Dreverhaven en Katadreuffe. Nawoord Pierre H. Dubois
  • 1981 -De Joodse cel
  • 1982 -Kritisch proza. Samenstelling Dirk Kroon
  • 1982 -Kelders en paleizen. Zeventien verhalen. Samenstelling en inleiding Pierre H. Dubois
  • 1982 -Zeven fantastische vertellingen; nagelaten feuilletons. Nawoord J.A. Dautzenberg
  • 1982-1991 -Verzameld werk (dertien delen)
  • 1983 -Vijf kleine verhalen. Nawoord J.A. Dautzenberg
  • 1984 -Het vegetarisme van Mr. J.P. de Vries
  • 1984 -De publieke fotolach
  • 1984 -Straatnamen
  • 1984 -De Fruitkar. Eerder verschenen inVertellingen van generzijds (1950). Inleiding W.F. Hermans
  • 1986 -Verzamelde verhalen[ae]
  • 1999 -Huis te huur. Elf surrealistische verhalen. Nawoord Hans Anten
  • 2005 -Vrouwenhaar
  • 2007 -Nagelaten documenten
  • 2011 -Een onmiskenbare verwantschap. Brieven 1944-1965. Briefwisseling metWillem Frederik Hermans. Bezorgd door Arno Kuipers en Marsha Keja, met een voorwoord doorChristiaan Weijts (2011)
  • 2018-Hoe word ik gelezen? een verhaal voor De Groene van F. Bordewijk

Verfilmingen

[bewerken |brontekst bewerken]

Over F. Bordewijk

[bewerken |brontekst bewerken]
  • V.E. van Vriesland:F. Bordewijk. Een inleiding tot en keuze uit zijn werk (1949)
  • P.H. Dubois:Over F. Bordewijk. Een karakteristiek van zijn schrijversarbeid (1953)
  • W.F. Hermans:Bordewijk's jeugdportret. Opgenomen inIk draag geen helm met vederbos (1979)
  • M. Dupuis:Over F. Bordewijk (1980)
  • Th. Govaart:Meesterschap over het monster. Over het werk van F. Bordewijk (1981)
  • P.H. Dubois en H. Scholten (red.):Over F. Bordewijk (1982)
  • R.H. Zuidinga: Mr. F. Bordewijk (1982)
  • N. Gregoor:Gesprekken met F. Bordewijk (1983)
  • Frans Kellendonk:Het werk van de achtste dag. Over de verhalen van F. Bordewijk (1985)
  • A.H. den Boef:F. Bordewijk, Karakter (1988)
  • J. van de Sande:F. Bordewijk, Blokken, Knorrende beesten, Bint (1989)
  • Bordewijknummer vanPreludium 6 (1989-1990) 2/3
  • S. Bakker.Ik ben maar een dilettant. F. Bordewijk 1884-1965 (1991)
  • R. Vugs:F. Bordewijk, een biografie [diss.] (1995)
  • H. Anten:Het bekoorlijk vernis van de rede. Over poëtica en proza van F. Bordewijk [diss.] (1996)
  • D. Cumps:De psychomachische verhaalwereld van F. Bordewijk (1884-1965) en de mythe van de hermafrodiet: een interpretatie [diss.] (1998)
  • J. Buschman:Den Haag, stad, boordevol Bordewijk. Een literaire wandeling door het Den Haag van F. Bordewijk (1999)
  • A. van Luxemburg-Albers:BetreftBint:Bint van Bordewijk modernistisch bekeken [diss.] (2002)
  • H. Anten: F. Bordewijk.Kritisch Literatuur Lexicon 1984 - 2008
  • E. Kamp:Ferdinand en Johanna - Dubbelbiografie van schrijver F. Bordewijk en componiste J. Bordewijk-Roepman (2016)

Externe links

[bewerken |brontekst bewerken]

Noten

  1. http://www.dutchheights.nl/prijzen/pc-hooft-prijs;Dutch Heights; geraadpleegd op: 20 mei 2024; genoemd als: F. Bordewijk.
  2. https://literatuurmuseum.nl/nl/literatuurprijzen/pc-hooft-prijs/1953-f-bordewijk; geraadpleegd op: 23 oktober 2025.
  3. http://www.dutchheights.nl/prijzen/constantijn-huygens-prijs;Dutch Heights; geraadpleegd op: 20 mei 2024; genoemd als: F. Bordewijk.
  4. Hans Anten,Het non plus ultra in Nederlands proza. S. Vestdijk en F. Bordewijk over elkaar; In:Het oog van de meester. Vestdijk-jaarboek 1998. Amsterdam 1998, p. 98-110.Gearchiveerd op 14 juni 2023.
  5. August Hans den Boef,F. Bordewijk: Karakter. Memoreeks. Laten: Walva-boek, 1988, 7.ISBN 9066756616
  6. Jef van de Sande,Ferdinand Bordewijk: Blokken/Knorrende beesten/ Bint. Memoreeks. Laren: Walva-boek, 1989, 5.ISBN 9066751207
  7. Den Boef (1988), 7
  8. Arno Kuipers,De stellingen van F. Bordewijk. 12 augustus 2012, online. Geraadpleegd op 23 november 2016.Gearchiveerd op 23 november 2016.
  9. W. Blok,Ferdinand Bordewijk G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse,De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs. De Haan, Weesp 1985, p. 91. Geraadpleegd op 8 oktober 2013, p. 91.Gearchiveerd op 15 juni 2023.
  10. literatuurgeschiedenis.org,Moors Magazine.Gearchiveerd op 8 juni 2023.
  11. Blok 1985, p. 91.
  12. J.A. Dautzenberg,Over de thematiek van Bordewijks korte verhalenSpiegel der Letteren, Jaargang 21 (1979), p. 178. Geraadpleegd op 7 oktober 2013.
  13. Zie Dautzenberg 1979, p. 183-184.
  14. Dautzenberg 1979, p. 184.
  15. Mr. Punch,Van Boek en Tijdschrift, dagbladVoorwaarts, 23 juli 1923. Geraadpleegd op 8 oktober 2013.
  16. A.M. de Jong,Letterkundige kroniek. Het Volk, 18 juli 1923. Geraadpleegd op 8 oktober 2013.
  17. An.,Rare menschen,De Telegraaf, 10 januari 1925. Geraadpleegd op 8 oktober 2013
  18. H.B.,Fantastische vertellingen, door F. Bordewijk, Het Vaderland, 24 november 1924. Geraadpleegd op 8 oktober 2013.
  19. J.A. Dautzenberg,Over de thematiek van Bordewijks korte verhalenSpiegel der Letteren, Jaargang 21 (1979), p. 178 - 195. Geraadpleegd op 7 oktober 2013.
  20. Dautzenberg 1979, p. 178-179.
  21. Hans Anten,De perfect georganiseerde ongerijmdheid. Notities over het surrealisme volgens F. Bordewijk.De Nieuwe Taalgids, jaargang 85 (1992), p. 97-111. Geraadpleegd op 17 november 2013.
  22. Ralf Grüttemeier:Bordewijk en de Nieuwe Zakelijkheid. In: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 115 (1999), p. 334-355.Gearchiveerd op 12 maart 2023.
  23. Richter Roegholt,De Geschiedenis van De Bezige Bij 1942-1972. Amsterdam: De Bezige Bij, 1972, 45 en 65-66
  24. Roegholt (1972), 66
  25. Bordewijk in catalogus KB Den Haag[dode link]
  26. Website Bordewijkgenootschap (bezocht op 31 mei 2015)
  27. Aanvraagnummer KB: 1408 C 23

Gedigitaliseerde versies van Borderwijks' boeken

  1. Paddestoelen bij DBNL.Gearchiveerd op 11 maart 2023.
  2. Fantastische vertellingen. bij DBNL.Gearchiveerd op 11 maart 2023.
  3. Fantastische vertellingen op Delpher.Gearchiveerd op 10 augustus 2023.
  4. Fantastische vertellingen. Tweede bundel bij DBNL.Gearchiveerd op 30 oktober 2020.
  5. Fantastische vertellingen. Tweede bundel op Delpher.Gearchiveerd op 10 augustus 2023.
  6. Fantastische vertellingen. Derde bundel bij DBNL.Gearchiveerd op 11 maart 2023.
  7. Fantastische vertellingen. Derde bundel op Delpher
  8. Bint. Roman van een zender (2e dr. 1937) op Delpher.Gearchiveerd op 10 augustus 2023.
  9. 't Ongure Huissens op Delpher
  10. Rood paleis, ondergang van een eeuw bij DBNL.Gearchiveerd op 5 juni 2023.
  11. Rood paleis, ondergang van een eeuw op Delpher
  12. IJzeren agaven, novelle, studie in zwart met kleuren op Delpher
  13. De wingerdrank op Delpher
  14. Boekenweekgeschenk 1938. Bevat:Huis te huur/F. Bordewijk.Het Friesche goud/Marie Koenen.De koningsweg/Marianne Philips bij DBNL.Gearchiveerd op 24 mei 2023.
  15. Boekenweekgeschenk 1938. Bevat:Huis te huur/F. Bordewijk.Het Friesche goud/Marie Koenen.De koningsweg/Marianne Philips op Delpher
  16. Karakter, roman van zoon en vader bij DBNL.Gearchiveerd op 11 juni 2023.
  17. Karakter, roman van zoon en vader op Delpher
  18. De Korenharp op Delpher
  19. Drie toneelstukken. Bevat: 1:Sumo N.V.. 2:Driehoek met den huisgenoot. 3:De stier van Opland op Delpher
  20. Apollyon, roman op Delpher
  21. Eiken van Dodona op Delpher
  22. Het eiberschild op Delpher
  23. Nachtelijk paardengetrappel. Bevat: 1.Nachtelijk paardengetrappel. 2.De noordkant van de Näobühler. 3.De Joodse cel op Delpher
  24. Zwanenpolder; twintig verhalen op Delpher
  25. Studiën in volksstructuur bij DBNL.Gearchiveerd op 23 februari 2023.
  26. De doopvont bij DBNL.Gearchiveerd op 11 maart 2023.
  27. Mevrouw en meneer Richebois; twintig korte verhalen bij DBNL.Gearchiveerd op 23 februari 2023.
  28. Bloesemtak bij DBNL.Gearchiveerd op 11 maart 2023.
  29. Geachte confrère; splendeurs en misères van het beroep van advocaat bij DBNL.Gearchiveerd op 12 maart 2023.
  30. Jade, jaspis en de jitterbug : wijsheid en schoonheid uit het leven van baron van Stralen op rijm bij DBNL.Gearchiveerd op 23 februari 2023.
  31. Verzamelde verhalen bij DBNL.Gearchiveerd op 5 juni 2023.
Bibliografische informatie
Mediabestanden
Zie de categorieFerdinand Bordewijk vanWikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=F._Bordewijk&oldid=68786989"
Categorieën:
Verborgen categorie:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp