Eoscopus Status:Uitgestorven Fossiel voorkomen: Laat-Carboon | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Geslacht | |||||||||
Eoscopus Daly, 1994 | |||||||||
Typesoort | |||||||||
Eoscopus lockardi | |||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||
|
Eoscopus[1] is eengeslacht vanuitgestorvendissorophoïdetemnospondyleBatrachomorpha (basale 'amfibieën') in defamilieMicropholidae. Het is bekend uit Hamilton Quarry, eenLagerstätte uit het Laat-Carboon (Pennsylvanien, ongeveer 300 miljoen jaar geleden) in de buurt vanHamilton.
Leden van Micropholidae waren van oudsher opgenomen inAmphibamidae, maar Schoch (2019) vond Amphibamidaeparafyletisch te zijn, waardoor het herleven van Micropholidae voorMicropholis en nauw verwante taxa nodig was.
Eoscopus lockardi werd voor het eerst beschreven in 1994 door Eleanor Daly,[2] op basis vanfossielen, gevonden bij Hamilton in het westen vanKansas in lagen van het Laat--Carboon. De geslachtsnaam betekent 'dageraadkijker'. Desoortaanduiding eert Walter Lockhard. De naam was al in 1976 gepubliceerd maar bleef ruim een kwarteeuw een onbeschrevennomen nudum.
Hetholotype isKUVP 80408, eenschedel metwervels. Talrijke andere skeletten zijn deparatypen.
Dit dier was klein van formaat en was niet veel meer dan zes centimeter lang. De schedel was groot in vergelijking met de rest van hetlichaam en rond van vorm, met twee vrij dicht bij elkaar staande groteoogkassen. De verhoudingen van het lichaam waren zeer vergelijkbaar met die van de andere 'amfibie'Amphibamus uit het Carboon. De schedel verschilde echter in sommige details van de laatste (hetverhemeltebeen bevond zich vrijwel op de rand van de oogkas). Hetskelet vanEoscopus, hoewel lichtgebouwd, was volledig verbeend, inclusief alle carpale botten van depols.
Eoscopus is toegeschreven aan de familie van de amphibamiden, een groep kleine temospondyle 'amfibieën', waarvan soms wordt aangenomen dat ze de oorsprong zijn van deAnura (kikkers en padden).
Het volledig verbeende skelet vanEoscopus suggereert dat dit dier zeer wendbaar en volledig landbewonend was. Zijn ecologische rol kan vergelijkbaar zijn geweest met die van sommige huidige insectenetendehagedissen, zoals kleineleguanen.
Literatuur
Noten