Engbertsdijksvenen | ||
---|---|---|
Natuurgebied | ||
Situering | ||
Locatie | Overijssel | |
Coördinaten | 52° 29′ NB, 6° 40′ OL | |
Dichtstbijzijnde plaats | Kloosterhaar enWesterhaar-Vriezenveensewijk | |
Informatie | ||
Oppervlakte | 10 | |
Beheer | Staatsbosbeheer | |
Detailkaart | ||
![]() | ||
Natura 2000 gebied |
DeEngbertsdijksvenen is eenstaatsnatuurmonument in de gemeenteTwenterand inOverijssel, bijKloosterhaar ten oosten vanWesterhaar-Vriezenveensewijk vlak bij de Duitse grens. Het gebied is in beheer bijStaatsbosbeheer. Het is ongeveer 1000hectare groot.
Er zijn uitgestrekte veengebieden metheideterreinen en vennen. Het is een restant van het groteveenmoeras dat ooit het noordoosten van Nederland bedekte. Het feit dat 17 van de 25 hectarelevend hoogveen in Nederland hier te vinden is, tekent de grotenatuurwaarde. Het gebied maakt deel uit van het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden:Natura 2000.
Op korte afstand van elkaar liggen verschillende landschappen. Het gebied kent duidelijke hoogteverschillen. De zandige hogere delen wordenharen genoemd, de hoogste zijn bedekt met bos. Hettoponiem 'haar' komt voor in meerdere namen van dorpen in de omgeving zoalsKloosterhaar,Westerhaar-Vriezenveensewijk enBruinehaar. In de 15e eeuw begonnen de monniken van het klooster inSibculo met de afgraving van hoogveen.
In de Engbertsdijksvenen bleef de invloed van de mens tot in de 19e eeuw beperkt tot het weiden vanschapen,boekweitbrandcultuur en kleinschaligeturfwinning voor eigen gebruik. De grootschaligekoloniale vervening met de bijbehorende opstrekkendeverkaveling heeft plaatsgevonden in de periode 1850-1950. De aanleg van de kanalen en wijken in de periode 1890-1907 was aanzet voor grootschalige vervening vanuit Vriezenveenschewijk, het latereWesterhaar-Vriezenveensewijk. De aanleg van HetVeenkanaal was voor de vervening en het ontstaan de van de omgeving zeer bepalend. De vervening heeft het natuurgebied grotendeels zijn huidige karakter gegeven, bijvoorbeeld de grote plassen met open water die ontstaan zijn nadat het turf was afgevoerd.
Het veen in de Engbertsdijksvenen ontwikkelde zich na delaatste ijstijd. Uitpollenanalytisch onderzoek is gebleken dat deveenvorming reeds in het begin vanHoloceen in de lage kommen van hetLaatglaciale landschap is begonnen. Tot ongeveer 8000 jaar geleden bleef de veenvorming beperkt tot de kommen. Vanaf toen werden onder invloed van het stijgendegrondwater ook de hogere terreindelen, waaronder een lagestuwwal, bedekt. Alleen de stuwwallen bij Kloosterhaar en Sibculo staken nog boven het veen uit. De dikte van het veenpakket was plaatselijk rond de zeven meter. In de Engbertsdijksvenen zijn in het laatste kwart van de twintigste- en begin eenentwintigste eeuw vergaande herinrichtingswerken uitgevoerd. Dammetjes en kaden zijn aangelegd om de waterhuishouding van het gebied zo aan te passen dat weer levend hoogveen kan ontstaan.[1] Ook het aanwezige rustend hoogveen isecologisch enaardkundig zeer waardevol.
De in het gebied voorkomende veenkoloniale gronden ofdalgronden zijn zogenaamde randveenontginningen. Na de ontginning werd daar de grond opgehoogd met zand uit nabijgelegendekzandkoppen en-ruggen. De bodem in de Engbertsdijksvenen bestaat uitveengronden met een veenkoloniaal dek (zeggeveen, rietzeggeveen of moerasbosveen, eventueel met zand),vlierveengronden en moerigepodzolgronden.[2]
Naast verschillendeveenmossen groeien in de Engbertsdijksvenen specifieke veenplanten alseenarig wollegras,veenbes,zonnedauw enlavendelhei. In het veenbos komt tussen dezachte berk het zeldzameslangenwortel voor. Op andere plaatsen vindt men verschillende soortenorchideeën. Er zijn veel vogelsoorten zoals deblauwborst,roodborsttapuit,kraanvogel,taigarietgans en degeoorde fuut. Ook leven eradders,gladde slangen,levendbarende hagedissen enheikikkers. Boven het water scheren 's zomersviervlek engrote keizerlibel. Hetheideblauwtje is een typisch bij het gebied passende dagvlinder.
'Huisken' was tot eind 2012 het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer, gelegen net buiten de bebouwde kom van Kloosterhaar. Er is voor gekozen de ingang hier 'rustiger' te maken, om de natuur meer ruimte te geven. Men kan er nog wel het gebied in via de vijf kilometer lange gemarkeerdeHeideroute waaraan eenvogelobservatiehut is gelegen. Ook in het zuidelijk deel van de venen is een vogelkijkscherm en zijn enkele wandelroutes gemarkeerd.
Er lag in de Engbertsdijksvenen in het verleden eensmalspoorlijntje, dat gebruikt werd bij deveenontginning. Tussen 1999 en 2006 liet Staatsbosbeheer er een excursietrein (de 'Veentrein') over rijden. Toen in 2008 om verdroging van het gebied tegen te gaan een keileemdam aanlegd werd in het natuurgebied verwijderde men de laatste rails.
Het nabij het natuurgebied gelegenVeenmuseum in Westerhaar-Vriezenveensewijk heeft naast een grote eigen collectie ook smalspoor en aanverwante artikelen zoals turfkarren in bruikleen van Staatsbosbeheer. Het kleinschalige buitenmuseum wil de herinnering aan het werken en leven in het veen, waaronder het smalspoor levend houden. De ruim 12.000 bezoekers die het museum halfjaarlijks aandoen worden door locomotieven met speciaal geprepareerde wagons over het museumterrein rondgereden. In de expositieruimte is veel achtergrondinformatie te vinden.[3]