DeEgyptische kalender is eenkalender die opgesteld en gebruikt werd in hetOude Egypte. De kalender telde drieseizoenen, opgedeeld in viermaanden van elk 30 dagen, die weer in driedecaden onderverdeeld wordt. Aan deze 360 dagen werden nogvijf dagen toegevoegd, zodat het kalenderjaar in totaal 365 dagen bedroeg. Het kalenderjaar begon met hetoverstromingsseizoen (volgens de laterejuliaanse kalender op 19 juli).
De vijf 'toegevoegde' dagen ofepagomenen werden beschouwd als de geboortedagen van enkele goden. De legende zegt dat deze dagen zelfs speciaal aan het jaar werden toegevoegd om deze geboortes mogelijk te maken. Ze werden als ongeluksdagen beschouwd. Vooral op de geboortedag van Seth kon maar beter niets ondernomen worden. De geboortedagen van de goden waren:
Deze vijf dagen samen vormden de dertiende maand. Het was een ongelukkige periode, doordat het Nijlwater op zijn allerlaagste peil stond, watinsectenplagen meebracht die zich samen met de koude noordenwind verplaatsten. Bovendien verkeerde iedere weldenkende Egyptenaar in bange afwachting of de sterSopdet wel terug zou komen en aldus de komst van de nieuwe vruchtbareNijlvloed aankondigen. Hetbijgeloof rond hetongeluksgetal 13 zou hiervan afkomstig zijn.
Doordat er geen schrikkeldagen waren liep deze kalender al snel uit de pas met de seizoenen. De Egyptenaren hebben daar vele eeuwen van geweten, want er was ook nog een andere tijdrekening. Die was gebaseerd op de opkomst vanSirius genaamdSopdet (wat volgensPlutarchuszwangere vrouw betekende en in hetGrieks alsSothis werd overgenomen). Er is in deEgyptische geschiedenis een aantal vermeldingen van de burgerlijke datum waarop het Sothisfeest viel. Dat is in het verleden wel gebruikt als ijkpunt voor dechronologie van het Oude Egypte. Zonder schrikkeldagen keerde het Sothisfeest namelijk eens in de 1460 jaar (eenSothisperiode) op dezelfde dag terug. Deze dateringsmethode bevat veel aannames en veronderstellingen, zodat men tegenwoordig terughoudend is met de toepassing ervan.