Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Eerste Oostenrijkse Restauratie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

DeEerste Oostenrijkse Restauratie was de periode in deBelgische geschiedenis tussen het omverwerpen van deVerenigde Nederlandse Staten en deFranse bezetting. Het hersteldeHabsburgse gezag daartussen duurde van december 1790 tot november 1792.

Herovering

[bewerken |brontekst bewerken]
Leopold II toen hij nog geen keizer was, met zijn oudere broerkeizer Jozef II (Pompeo Batoni, 1769)

Na vele decenniaOostenrijkse bewind had deBrabantse Revolutie in 1789 het keizerlijk leger en de gezagsdragers verjaagd naarLuxemburg. De opstandigegewesten hadden een conservatieve confederatie gevormd, die militair weinig voorstelde. De in februari 1790 aangetredenkeizer Leopold II bekeek hoe hij de opstandige gebieden kon terugwinnen. Hij sloot op 27 juli 1790vrede met Pruisen en aanvaardde op 10 september 1790 in deconventie van Den Haag dat alle jozefinische hervormingen op kerkelijk, bestuurlijk en gerechtelijk gebied zouden worden herroepen.

Nadat Leopold II zich aldus had verzekerd van de steun van de mogendheden, en het beëindigen van deoorlog tegen de Ottomanen ook troepen had vrijgemaakt, stuurde hij regimenten naar Luxemburg om de herovering in te zetten. Op 14 oktober had hij eenultimatum gesteld voor 21 november. Als de wapens tegen dan zouden neerliggen, beloofde hijamnestie. Op de ultieme dag riep het Congres de zoon van de keizer,aartshertog Karel, uit tot erfelijk groothertog. Ze beseften dat het patriottenleger van hooguit 15.000 man geen partij was voor de Oostenrijkse troepenmacht van 30.000 onderBlasius Columban von Bender. Bender, die met de achtergebleven keizerlijken reeds kleine overwinningen had behaald inLimburg, bij Herve enbij Falmagne, zette zich in beweging en nam op 24 november zonder weerstandNamen. Twee dagen later onderwierp de Statenvergadering vanWest-Vlaanderen zich. Op 30 november was Bender inBergen. Brussel werd op 2 december bezet, Mechelen de 4e, Antwerpen de 6e en Gent de 7e.George Koehler had de laatste overblijfselen van het patriottisch leger naar Vlaanderen gebracht en demobiliseerde zijn manschappen in Aalst. Op 12 januari 1791 maakte Bender ook een einde aan deLuikse Republiek, hoewel het gebied niet tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorde.

De opstandelingenleiders vluchtten naar het buitenland. Na een laatste zitting van het Congres op 27 november warenHendrik van der Noot,Petrus van Eupen en de andere kopstukken van destatisten vertrokken naarStaats-Brabant. De radicale democraten vluchtten naar Frankrijk, waar ze inParijs hetComité der Vereenigde Nederlanders en Luykenaers stichtten, beter gekend alsComité des Belges et Liégeois Unis, en inRijsel eenLégion belge organiseerden. De overigevonckisten maakten veelal gebruik van de amnestieregeling.

Herstel van het gezag

[bewerken |brontekst bewerken]

Overeenkomstig zijn verbintenis tegenover de mogendheden herstelde keizer Leopold II op 10 december de oude instellingen. Hij ging zelfs verder en beloofde de loting nooit te zullen invoeren, de Staten en de rechtbanken te raadplegen omtrent belangrijke wetten, de gevolmachtigde minister en de militaire gouverneur onder het gezag van de landvoogden te plaatsen en constitutionele kwesties te laten beslechten doorarbitrage.

De hoogste gezagsdragers in Brussel waren aanvankelijk gevolmachtigd ministerFlorimond de Mercy-Argenteau en militair gouverneur Bender. Voor benoemingen keken ze in de eerste plaats naar royalisten. Op 15 juni 1791 keerden de landvoogdenAlbert Casimir enMaria Christina uitDresden terug naar Brussel. Ze brachtenFranz Georg von Metternich-Winneburg mee als nieuw gevolmachtigd minister.

Franse inval

[bewerken |brontekst bewerken]
ZieFranse bezetting van de Belgische provincies (1792-1793) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De restauratie in de Oostenrijkse Nederlanden werd met een scheef oog bekeken in het revolutionaire Frankrijk. In hetFrans-VlaamseRijsel stichtten oud-vonckisten en Luikse patriotten clubs onder bescherming van deWetgevende Vergadering van Parijs, die verklaarden dat zij de Zuidelijke Nederlanden en het prinsbisdom Luik weldra zouden binnenvallen. Het was duidelijk dat de Oostenrijkers moesten beslissen in welke mate ze opofferingen wilden maken om aan de militaire druk uit Frankrijk te weerstaan. Op 1 maart 1792 stierf keizer Leopold II. Zijn opvolgerFrans II werd op 20 april geconfronteerd met een Franse oorlogsverklaring, start van deEerste Coalitieoorlog.

Landvoogd Albert koos voor het offensief en sloeg op 29 september het beleg voor Rijsel. Hij diende zijn stelling te verlaten toen generaalDumouriez op 27 oktober binnenviel met hetArmée du Nord. Het Zuid-Nederland-Oostenrijkse regeringsleger was in de minderheid en werd op 6 november verslagen in deSlag bij Jemappes. Vergeefs probeerde Maria Christina nog de steun van de statisten te winnen door een algeheel herstel van deBlijde Intrede te beloven. Eind november vluchtten de landvoogden naarMünster. Op 28 november stonden de revolutionaire legers inLuik. Voor het latere België brak een korteFranse bezetting aan, tot het keizerlijk gezag zich nog één keer herstelde in deTweede Oostenrijkse Restauratie.

Zie ook

[bewerken |brontekst bewerken]
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Eerste_Oostenrijkse_Restauratie&oldid=68211870"
Categorieën:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp