Met de klok mee van rechtsboven: Ottomaanse troepen bij deslag om Kumanovo; Servische troepen trekken de stadMitrovica binnen; de Griekse koning en de Bulgaarse tsaar inThessaloniki; Bulgaarse zware artillerie.
Op 13 maart 1912 werd de alliantie tussen een aantal christelijke staten op deBalkan gevormd en zou de basis vormen voor de samenwerking van de leden in de Eerste Balkanoorlog. Deze leden warenServië,Bulgarije,Griekenland enMontenegro.
Het initiatief voor het vormen van de Balkanliga lag bij Rusland. Dit land wilde door samenwerking tussen de Slavische landen op de Balkan te stimuleren de macht vanOostenrijk-Hongarije en hetOttomaanse Rijk inperken. Andere redenen tot samenwerking waren: de annexatie van Bosnië-Herzegovina door Oostenrijk-Hongarije en 1908 en deAlbanese opstand van 1911. Deze laatste twee redenen waren vooral voor Servië van belang, doordat beide gebeurtenissen de expansiemogelijkheden van Servië inperkten.
DoorRussische diplomatie was reeds een alliantie ontstaan, die Rusland eigenlijk als tegengewicht tegenOostenrijk-Hongarije bedoeld had. De Balkanlanden hadden echter andere plannen, waar een geheime militaire clausule in het verdrag geen twijfel over liet bestaan. Concrete afspraken bestonden eigenlijk niet: het Ottomaanse gebied werd slechts ruwweg verdeeld, en vaak (zoals bijThessaloniki) gold de regel: "wie het eerst komt, die het eerst maalt". Wel was er een bepaling dat de toewijzingen eerst aan tsaarNicolaas II van Rusland ter arbitrage zouden worden voorgelegd. Op8 oktober1912 verklaarde Montenegro de oorlog aan het Ottomaanse Rijk. De partners op de Balkan volgden enige dagen later.
De basis van de Balkanliga ligt bij de alliantievorming tussen Servië en Bulgarije, die op 13 maart 1912 werd gerealiseerd. Bulgarije sloot vervolgens ook een alliantie met Griekenland, terwijl Servië Montenegro bij de alliantie betrok. Hiermee was de liga compleet. Alhoewel oorlog met Oostenrijk-Hongarije in eerste instantie werd overwogen, was de stabiliteit van het Ottomaanse Rijk in Europa dermate instabiel dat de landen van de liga oorlog met het Ottomaanse Rijk een betere optie vonden. Dit zou erin resulteren dat de landen van de Balkanliga allemaal tussen 8 en 17 oktober 1912 oorlog verklaarden op het Ottomaanse Rijk. Hiermee begon de Eerste Balkanoorlog.
Tijdens de Eerste Balkanoorlog streden de leden van de liga succesvol tegen het Ottomaanse rijk. Aan het einde van de oorlog in mei 1913 hadden de landen van de liga alle Europese bezittingen van het Ottomaanse Rijk veroverd, met als uitzonderingenAlbanië en delen vanOost-Thracië waaronder Constantinopel. Het veroverde land werd onder de leden van de Liga verdeeld. Hierbij werdMacedonië verdeeld tussen Griekenland, Servië en Bulgarije. De veroverde gebieden van Thracië gingen naar Bulgarije, en de overige gebieden werden verdeeld tussen Servië en Montenegro.
De Serviërs rukten razendsnel op inMacedonië en wistenKumanovo enSkopje te bezetten. Ze bezetten ook deSandžak van Novi Pazar, waarmee ze contact maakten met de Montenegrijnen. De Bulgaren bezetten ook een deel van Macedonië en rukten op naar Thessaloniki enConstantinopel. De Grieken trachtten in Macedonië hun deel van de buit binnen te halen, en rukten ook op naar Thessaloniki. BijBitola in Macedonië werden ze echter als enige door de Ottomanen verslagen waardoor de geïrriteerde Serviërs de belegering van het stadje moesten overnemen. Ze behielden de stad voor zichzelf. De Grieken wisten echter wel de hoofdprijs binnen te halen: ze bezetten Thessaloniki net enkele uren voor de Bulgaarse Rila-divisie arriveerde. Aangezien degene die als eerste de stad bezette, deze mocht houden, was Thessaloniki voor de Grieken.
De Bulgaren rukten op tot 50 kilometer voor Constantinopel. Het kanonvuur was in de stad te horen, en desultanMehmet V ontvluchtte de stad.Tsaar Ferdinand zou echter de stad niet mogen bezetten: de Ottomanen hielden stand geholpen door een politiemacht uit hetVerenigd Koninkrijk en Rusland.
In minder dan twee maanden tijd verloor het Ottomaanse Rijk bijna alle Europese bezittingen aan de Balkanlanden. Op3 december 1912 tekenden Servië, Montenegro en Bulgarije eenwapenstilstand met het Ottomaanse Rijk, maar Griekenland bleef de oorlog voortzetten. De vredesbepalingen werden door het Ottomaanse Rijk echter onacceptabel bevonden, en begin1913 kwam het tot eenstaatsgreep. De gevechten laaiden daardoor weer op. Op19 april werd er een nieuwe wapenstilstand overeengekomen.
Onder bemiddeling van de Europese grootmachten werd op30 mei teLonden hetvredesverdrag ondertekend. Het Ottomaanse Rijk zou zich grotendeels uit Europa terugtrekken.
Tijdens de Eerste Balkanoorlog had Albanië de zelfstandigheid uitgeroepen (op28 november 1912, teVlorë), maar de andere Balkanstaten waren niet van zins dat te erkennen en Griekenland, Servië en Montenegro maakten aanspraak op grote delen van het Albanese gebied.
Aan het einde van de Eerste Balkanoorlog waren de landen die aan de Balkanunie deelnamen niet tevreden over hetvredesverdrag van Londen over de status vanMacedonië kon men het niet eens worden. Dat resulteerde in deTweede Balkanoorlog. De opdeling van dit gebied kreeg pas na deTweede Balkanoorlog haar beslag.
De Montenegrijnen rukten op richting Albanië, daarbij stuitend op steeds heftiger Albanees-Turkse weerstand. Het doel van de aanval wasShkodër[1]), een stad met een volledig Albanese bevolking. Dit zinde Italië en Oostenrijk-Hongarije niet, omdat ze zelf plannen hadden in het gebied. KoningNikola van Montenegro belegerde Shkodër, zelfs terwijl Italië en Oostenrijk-Hongarije hem trachtten te dwingen zich terug te trekken. Hun argument was dat Montenegro in de Albanese stad niets te zoeken had, wat door de Montenegrijnen gepareerd werd met het tegenargument dat deze redenering blijkbaar niet in Tripoli en Bosnië had gegolden. Gesteund door Rusland hield Nikola de belegering vol tot de Turken zich overgaven. Italië en Oostenrijk dreigden met oorlog, Rusland en Servië steunden Montenegro, Duitsland verklaarde niet neutraal te zullen blijven. De Britse minister van Buitenlandse Zaken,Edward Grey, bemiddelde echter. Koning Nikola gaf de stad op en liet zich afkopen met een lening die hij gebruikte om zijn gedaalde populariteit in eigen land op te vijzelen. Door op goed geluk twee grootmachten uit te dagen had hij wel een enorm risico gelopen, want het krachtsverschil was enorm. Driekwart van de bevolking van Shkodër was verhongerd of in de strijd en plunderingen omgekomen. Bovendien had de hebzuchtige vorst bijna een Europese oorlog uitgelokt.
Dimitris Michalopoulos:The First Balkan War. What went on behind the Scenes. In: Mehmet Ersan, Nuri Karakaş (Hrsg.):Osmanlı Devleti’nin Dağılma Sürecinde Trablusgarp ve Balkan Savaşları, 16-18 Mayıs 2011/İzmir. Türk Tarih Kurumu, Ankara 2013,ISBN 978-975-16-2654-7, S. 183–191.
Philip S. Jowett. Armies of the Balkan Wars 1912–13. — Oxford: Osprey Publishing Ltd., 2011. — 48 p. — (Men-at-Arms). —ISBN 978 1 84908 419 2.
Karl Adam:Großbritanniens Balkandilemma. Die britische Balkanpolitik von der bosnischen Krise bis zu den Balkankriegen 1908–1913. Kovač, Hamburg 2009,ISBN 978-3-8300-4741-4.
Florian Keisinger:Unzivilisierte Kriege im zivilisierten Europa? Die Balkankriege und die öffentliche Meinung in England, Deutschland und Irland 1876–1913. Schöningh, Paderborn 2008,ISBN 978-3-506-76689-2.
Wolfgang Höpken:Archaische Gewalt oder Vorboten des „totalen Krieges“? Die Balkankriege 1912/13 in der europäischen Kriegsgeschichte des 20. Jahrhunderts. In:Ulf Brunnbauer (Hrsg.):Schnittstellen. Gesellschaft, Nation, Konflikt und Erinnerung in Südosteuropa. Festschrift für Holm Sundhaussen zum 65. Geburtstag. Oldenbourg Wissenschaftsverlag,München 2007,ISBN 978-3-486-58346-5, S. 245–260.
Димитров Б. Войните на България за национално обединение. — София: НИ ПЛЮС, 2006. —ISBN 954-91652-7-2.
Schurman J. The Balkan Wars 1912 To 1913. — Kessinger Publishing, 2004. —ISBN 1419153455.
Edward J. Erickson:Defeat in Detail. The Ottoman Army in the Balkans, 1912–1913. Greenwood Publishing Group, 2003,ISBN 0-275-97888-5.
Richard C. Hall:Balkan Wars 1912–1913. Prelude to the First World War. Routledge, London 2000,ISBN 0-415-22946-4.
Katrin Boeckh:Von den Balkankriegen zum Ersten Weltkrieg. Kleinstaatenpolitik und ethnische Selbstbestimmung am Balkan. Oldenbourg Wissenschaftsverlag, München 1996,ISBN 3-486-56173-1.
Γενικόν Επιτελείον Στρατού. Ο ελληνικός στρατός κατά τους Βαλκανικούς Πολέμους 1912—1913. — Τόμοι Α'—Γ'.